Groene waterstof, de hype voorbij?
De jubelstemming over groene –oftewel duurzame– waterstof in Nederland lijkt voorbij. Was die tendens ook zichtbaar op het internationale waterstofcongres in Rotterdam deze week?
Het woord gonsde de laatste jaren rond. Groene waterstof was de toekomst. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het Duitse energiebedrijf Uniper zette onlangs plannen voor de bouw van een grote waterstoffabriek op de Maasvlakte op pauze. En ook plannen voor een dito centrale van HyCC in het Groningse Delfzijl zijn vertraagd. Is de hype rond waterstof nu over?
Grootste waterstofevent
Op de World Hydrogen Summit in Rotterdam blijkt de sfeer rond waterstof eerder deze week nog opperbest. Zo’n 15.000 waterstofprofessionals uit 130 landen zijn aanwezig in de hallen van Ahoy. Honderden sprekers doen de nieuwste ontwikkelingen uit de doeken. Van negativiteit is niets te merken.
Sterker nog, het is het grootste waterstofevent ooit, zegt Chris Hugall, directeur van het Sustainable Energy Council, die het congres organiseert. „Een paar jaar geleden begonnen we klein in een hotel in Amsterdam. Nu is het een driedaagse topconferentie op hoog niveau. Er zijn vakministers van over de hele wereld en CEO’s uit de breedte van de energiesector.”
„Een paar jaar geleden begonnen we klein in een hotel in Amsterdam, nu is het een driedaagse topconferentie op hoog niveau” - Chris Hugall, organisator World Hydrogen Summit
Volgens Hugall groeit de waterstofindustrie hard en is dat te merken op het congres. „Tijdens ons evenement waren er diverse deals en signeersessies tussen bedrijven en landen. Dit laat zien hoe waterstof centraal staat in maatschappelijke debatten en strategische energieplannen.”
Een van de hooggeplaatste personen tijdens het congres is Nangolo Mbumba, de president van Namibië. In een speech noemt Mbumba waterstof „een niet te missen kans” voor zijn land. Nederland werkt met Namibië samen bij verschillende groenewaterstofprojecten. De president ondertekent even later een overeenstemmingsverklaring met onder meer Gasunie voor een haalbaarheidsstudie voor een waterstofpijplijn in zijn land.
Toegewijd
Een land dat aan de weg timmert als het gaat om groene waterstof is Canada. En dat is af te zien aan het paviljoen tijdens het congres: maar liefst 493 vierkante meter. Met afstand de grootste. Zeker 160 Canadezen reisden af naar het congres, vertelt Adam Barbolet, senior handelscommissaris. „De grootte van de stand laat zien dat Canada volledig is toegewijd aan de energietransitie. We moeten van de fossiele brandstoffen af om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Daarnaast willen we Europa helpen om onafhankelijk te worden van Russische energie. Wij hebben alle ruimte en technologie om groene waterstof te gaan leveren.”
De oostkust van Canada telt acht grote waterstofprojecten. Een ervan is Nujio’ Qonik, met enorme windparken en een 600 MW waterstoffabriek. Hobbels zijn er nog wel, maar Barbolet is enthousiast en zeer optimistisch. „Groene waterstof is nog duur. Dat maakt financiering moeilijk. Maar dat heb je bij elke disruptieve (ontwrichtende, MK) verandering, die ontwikkelt als een s-curve. Na een trage start gaat het plots hard. En in die overgang zitten we nu.”
Vlaggenschipproject
In het eveneens grote paviljoen van Australië wordt ook een samenwerkingsdeal gesloten. David Green, voorzitter bij Climate Impact Corporation, is trots op zijn vlaggenschipproject Green Springs. In de woestijn van Noord-Australië verschijnt in de komende jaren volledig los van het elektriciteitsnet een groenewaterstoffabriek van 10 GW, een van de grootste ter wereld. Hier moet waterstof voor 2 dollar per kilo worden geproduceerd. Green zegt de toekomst voor waterstof zonnig in te zien en wijt vertraging bij projecten aan kinderziektes. „De opgewondenheid van het begin is voorbij. Nu verschijnen de eerste uitdagingen. Sommige projecten zullen sneuvelen. Andere gaan door.”
„De opgewondenheid van het begin is voorbij, nu verschijnen de eerste uitdagingen” - David Green, voorzitter Climate Impact Corporation
Het kritieke punt is volgens hem uiteindelijk de opschaling van hernieuwbare energie. „De prijs van groene stroom maakt 70 procent van de prijs van waterstof uit. Dus hoe goedkoper duurzame energie wordt, hoe beter het financiële plaatje.”
Rooskleurig
Martijn de Graaff, waterstofdeskundige bij TNO, vat bij het Nederlandse paviljoen het algehele toekomstbeeld goed samen. „Op de lange termijn ziet het er voor waterstof heel rooskleurig uit. Zowel het Internationale Energieagentschap, het klimaatpanel van de Verenigde Naties als andere vooraanstaande instanties geven aan dat waterstof onmisbaar wordt in de toekomst. Allereerst en vooral om de industrie fossielvrij te maken. Op de korte termijn is het plaatje minder mooi. Op dit moment is grijze waterstof uit olie en gas nog stukken goedkoper, zo’n 1,5 euro per kilo. Groene waterstof kost 6 tot 13 euro per kilo. Dat zorgt voor problemen met het rondkrijgen van de financiering. Er moeten wel afnemers zijn voor duurdere, groene waterstof.”
De Graaff ziet meerdere mogelijkheden om de uitdagingen te overwinnen. Een ervan is een hogere CO2-prijs, waardoor fossiele energie duurder wordt. Dat maakt groene waterstof eerder rendabel. „Verder kunnen overheden subsidies geven. Positief nieuws kwam vorige maand bij een bieding van de Europese waterstofbank. Producenten van groene waterstof moesten bieden met hoeveel subsidie ze een mooi financieel plaatje voor hun project positief kregen. Wat opviel? Er waren bedrijven die maar een halve euro subsidie nodig hadden. Veel projecten zaten rond de euro. Zeer hoopgevend.”