Synodeleden CGK stellen vragen over toekomst kerkverband
De landelijke vergadering van de Christelijke Gereformeerde Kerken spreekt vrijdag over de toekomst van het kerkverband. Volg het nieuws in dit liveblog.
Advertentie
A. Heystek denkt hardop: „Moeten we ons als CGK niet opheffen en teruggaan naar de Hervormde Kerk, waar niet alles goed is, maar waar de zuivere leer wel een plaats krijgt? Als u zegt: dan moeten we niet bij de Protestantse Kerk in Nederland zijn, maar bij de Hersteld Hervormde Kerk – ook prima. Mijn voorstel zou zijn: Laten we de kerken de opdracht geven om ons via een fusie of federatie aan te bieden.”
Ds. D. van der Wal vraagt aandacht voor de kerken „in het midden”. Ook daar klinkt volgens hem de vraag: „Waarom grijpt de synode niet in?” „Zij zoeken duidelijkheid. Waar staan we, en vooral: waar gaan we naartoe? Is er oog voor hen die van harte willen vasthouden aan wat ze hebben?”
De predikant vraagt „eerlijk de gebroken realiteit onder ogen te zien. We moeten concluderen: dit kan zo niet verder. Gaan onze kerken scheuren, scheuren we al of zijn we al gescheurd?” Hij kan het plan voor de interim-classes niet scheuren.
Ds. A. van der Zwan pleit ook voor realisme. De commissie lijkt volgens hem nog „in de ontkenningsfase” te zitten. Hij roept op het voorstel in te trekken. Er is behoefte aan leiding, aldus de predikant.
Ds. M. Groen vraagt of een studie naar hermeneutiek (hoe lees je de Bijbel en hoe pas je die toe?) kan leiden tot een andere visie op vrouw en ambt. De CGK wezen woensdag alle revisieverzoeken rond dit onderwerp af.
De predikant vindt dat de CGK het niet kunnen verantwoorden voor God, kerk, jongeren en wereld om uit elkaar te gaan. „Ik sluit me aan bij de broeders die hebben gezegd: we moeten op onze knieën.”
Ds. H. Carlier wijst op „meerdere lijnen” in de Schrift over vrouw en ambt, die je „niet zomaar in een model” kunt vatten. „Waarom lukt het ons niet om deze lijnen naast elkaar te laten staan en elkaar ruimte te geven?” Een kerk is nooit uitgepraat, aldus de predikant.
Ds. A.D. Fokkema denkt dat „we de commissie een onmogelijke opdracht hebben gegeven”. Natuurlijk, hij hoopt ook op een wonder, maar „dat kun je niet tot een onderdeel van een plan of besluit maken”. De predikant kan het commissieplan „niet dragen”.
Ds. W.J. van Gent sluit aan bij de bijdragen van ds. J. de Bruin, ds. H.C. Bezemer en anderen. Hij vraagt zich af hoe veilig het Woord „in onze kerken” is. De predikant denkt niet dat het commissierapport de kerken zal helpen. „Dit vraagt ons dát te verdragen waarover de synode heeft uitgesproken dat het niet volgens de Schrift is.”
Hij vraagt naar de oorzaak van de „diepe crisis waarin we ons bevinden”. Die heeft een geestelijke achtergrond, aldus ds. Van Gent: de „diepe kloof in het verstaan van de Schrift en, naar mijn overtuiging, ook in het gezag van de Schrift.”
De predikant verwijst naar een interview met prof. dr. H.J. Selderhuis in het RD. Daarin zegt de hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn: „Ik herken vandaag veel Erasmus bij hen die officieel van Luther zijn. Ik bedoel: de gedachte dat de Bijbel op meerdere manieren uitgelegd kan worden, kom ik tegen bij hen die bij de gereformeerde belijdenis zeggen te horen. Verschil is dat Erasmus vindt dat de kerk dan maar moet beslissen over de juiste uitleg, terwijl vandaag de trend is dat ieder die zelf maar moet uitzoeken.”
„Ik sta hier bezwaard”, zegt R.B.J. Naaktgeboren. „Er wordt al heel lang over een model gesproken. Maar een model is een middel om een doel te bereiken. Dat zou moet zijn: één zijn. Maar het probleem is dat we elkaar niet meer bereiken. Hoe komt dat? Helaas laat dat kerkelijke praktijk zien dat er openlijk en waarschijnlijk ook blijvend afgeweken wordt. Het model heeft niet de intentie om dat zo te laten staan, maar ook niet de mogelijkheid om dit een halt toe te roepen. Gaat het model helpen? Mijn antwoord is nee.”
De commissie toekomst kerkverband pleit voor gezamenlijk schuld belijden. W. Zeeders vraagt hoe dat moet. Hij wijst op de gemeenten die tegen de regels in vrouwen in het ambt bevestigen, waardoor we „in deze deplorabele situatie” terechtgekomen zijn. Hoe verhoudt zich dat tot het samen schuld belijden?
„Ons kerkverband is niet uitgepraat”, vindt A. Verburg. Hij ziet het voorstel van de commissie „op dit moment” als het beste voor de CGK.
Ds. H. Peet ziet wel iets in een „consultatieronde” in de kerken, waarbij wordt gekeken welke optie voor de toekomst van het kerkband „het breedst te dragen is”. Persoonlijk hoopt hij dat het interim-model een „breed draagvlak zal vinden”, al merkt hij aan de bijdragen van andere synodeleden dat het maar „zeer de vraag is of dit zo is. Er is veel wat ons verdeelt, maar laat het een worsteling blijven om elkaar zo maximaal mogelijk vast te houden.”
Ds. G.J. Post ziet het plan van de commissie niet als „veilig vaarwater”. Hij verwijst naar de toespraken van buitenlandse gasten dinsdag, die er onder meer op wezen dat er ook „eenheid in waarheid” moet zijn. De prijs voor het interim-module is voor ds. Post „te hoog”.
Dat duurt maar even. Preses ds. P.D.J. Buijs deelt mee dat de uitspraak van ds. J. de Bruin dat „we niet meer dezelfde volle Christus prediken” een aantal synodeleden „pijnlijk getroffen” heeft. Ds. De Bruin heeft zijn woorden teruggenomen.
Dan gaat de bespreking weer verder.
De commissie stelt voor om gemeenten die, tegen synodebesluiten in, praktiserende homoseksuelen toelaten aan het avondmaal en/of in de ambten, maar die geen vrouwelijke ambtsdragers kennen, in de reguliere classes te laten blijven. Ds. H.C. Bezemer, die het interim-model „niet kan dragen”, vindt dat beide „principiële punten” niet „ontkoppeld” mogen worden. „In interim-classes zal geen tucht worden uitgeoefend, daar hoef je geen profetische gaven over te beschikken.”
Als de kerk vrouwen in het ambt en homoseksuelen aan het avondmaal „gedoogt”, is volgens hem het Schriftgezag in het geding. „We moeten het bittere onder ogen zien en, tot ons verdriet en schaamte, tegen God en elkaar zeggen dat we niet meer samen verder kunnen.”
Ds. J. Bruin zegt dat er in de CGK niet meer „dezelfde Christus” gepredikt wordt. „Met pijn in het hart moeten we zeggen dat we zó ver uit elkaar zijn gegroeid, dat we niet meer samen verder kunnen.” Hij vraagt het moderamen om met een voorstel te komen dat „wél te dragen is”.
Het is pauze tot 11.10 uur.
Het moderamen ziet 80 procent als een „voldoende draagvlak” voor het plan van de interim-classes. Ds. R. Bikker voelt zich „overvallen” door dat getal. „Wil het moderamen het voorstel van de commissie daarmee helpen of niet?” Het voelt voor hem als „de spelregels veranderen tijdens de wedstrijd. Wat als we blijven steken op 79 procent? Dit lijkt op willekeur. Waarom nu wel en bij die andere belangrijke stemming (over vrouw en ambt, red.) deze week niet? Ik proef een wens om iets te controleren. Komt dit voorstel voor uit geloof, hoop en vertrouwen? Moeten we het niet loslaten en aan de Heere overlaten?”
Het doet ds. A.A.L. Aalderink „verdriet” dat de polarisatie in de samenleving ook zichtbaar is in de kerk. Volgens hem is er een „wonder” nodig om het interim-model te laten werken. „En het zou ook een wonder zijn als er na negen jaar verootmoediging en bekering is, dat er werkelijk sprake is van heling van het kerkverband.”
Hij vraagt zich af of het nog „gerechtvaardigd” is om „nog meer tijd te kopen”. „Heeft de synode plaatselijke gemeenten niet tot het uiterste om geduld gevraagd? Stuur ons niet de kerken in zonder duidelijkheid over waar we nu staan.”
D. Schaafsma heeft „grote moeite” met het interim-model, onder meer omdat er volgens hem geen ruimte voor tucht is. „Het kan niet waar zijn dat gemeenten niet meer verantwoordelijk zijn voor de zonde en ongehoorzaamheid van gemeenten in interim-classes.” Hij ziet een „tunnelvisie, die alle bezwaren tegen het model terzijde schuift.”
In de CGK is geen ruimte voor vrouwelijke ambtsdragers, ook niet in interim-classes, stelt hij. „De verschillen in ons kerkverband zijn zó groot, dat we geen andere weg kunnen inslaan dan die van afstand van elkaar nemen. Laat het interim-model los, zodat we in alle voorzichtigheid kunnen spreken over een model dat meer recht doet aan onze afspraken. Die weg is onvermijdelijk en noodzakelijk.”
Ds. W.E. Klaver, een van de initiatiefnemers van een alternatief plan, is verbaasd over het optimisme in het commissievoorstel. „Een van de redenen van de impasse in ons kerkverband is dat gemeenten afwijken van de norm. Er is geen enkele aanleiding om te denken dat kerken met vrouwen in het ambt of die homoseksuele relaties accepteren, op hun schreden terugkeren. Ik zie geen reden om optimistisch te zijn.”
Gezien de „fundamentele verschillen in hermeneutiek en visie op de kerk” is het volgens ds. Klaver noodzakelijk om, „met belijdenis van schuld, tijdelijk meer afstand van elkaar te nemen”.
De synode zet de bespreking over de toekomst van het kerkverband voort. Er is nu een tweede ronde, waarin synodeleden vragen mogen stellen.
De synode wees woensdag alle vijftig bezwaren (revisieverzoeken) tegen het besluit om geen vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen, af. Ds. A.C. van der Wekken vraagt wat dit betekent voor het draagvlak voor het plan om gemeenten die vrouwen in het ambt hebben, in interim-classes onder te brengen. „Zijn er dan nog andere opties dan ontvlechting van het kerkverband?” De predikant vraagt ook of een gemeente zonder vrouwelijke ambtsdragers er vrijwillig voor kan kiezen om deel uit te maken van een interim-classis.
Ds. J. Nutma vraagt zich af hoe de synode de kerken het beste kan dienen. Ook hij stelt een vraag over het draagvlak en stelt onder meer voor bij een stemming niet uit te gaan van een meerderheid van 80 procent (zoals het moderamen voorstelt), maar om „met de gebruikelijke meerderheid te werken. Dit raakt aan het vertrouwen en het gezag van de synode, dat alleen in de Schrift en belijdenis ligt.”
De agenda voor vrijdag is helemaal schoongeveegd: de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken spreken de hele dag over de toekomst van het kerkverband. Een van de plannen is om gemeenten die tegen de regels in vrouwelijke ambtsdragers hebben benoemd, in interim-classes onder te brengen. De vraag is hoe veel steun dit krijgt.
Advertentie