Mens & samenlevingColumn

Dag Bovenkerk, ik hoop dat je nooit boekhandel wordt, of hotel

Op onze laatste zondag in de Bovenkerk klom er een kind in de steigers. Een kind dat niet naar de crèche wilde, en dat zich met alle kracht in knuistjes en knieën vastklemde aan de buizen. Ik keek er met welgevallen naar. Alsof er recht werd gedaan aan een tot dan toe nauwelijks gevoelde emotie.

28 December 2024 16:29

Ook in mij zit zo’n kind. Een kind dat niet weg wil uit de Bovenkerk. Maar dat gaat wel gebeuren, nu we ons eigen kerkgebouw na ruim een jaar verbouwen weer hopen te betrekken.

Emoties zijn er in soorten en maten. Soms zijn ze groot, duidelijk en toegestaan, zoals wanneer een dierbare overleden is. Lastiger zijn de kleine vormen van rouw. Je verliest iets, maar het lijkt te onbeduidend om er aandacht aan te besteden. Zodra je zo’n emotie toelaat, staat er vanbinnen een sussende moeder op die zegt: Sssj. Niet huilen. Je weet toch dat dit geen zin heeft? Kom, we gaan weer naar onze prachtige, nieuwe, comfortabele kerk. Bedenk hoeveel werk daar is verzet. Hoeveel offers er voor de dienst des Heeren gebracht zijn. Wees dankbaar.

De afgelopen zondagen probeerde ik soms (h)erkenning te vinden onder het uitstromende kerkvolk. Vindt u het ook zo jammer dat dit binnenkort ophoudt? Nee, want ik zit altijd achter zo’n pilaar. Nee, want die stoelen…Nee, want al die geluiden…

Ook in mij zit zo’n kind. Een kind dat niet weg wil uit de Bovenkerk

Intussen weet ik dat er gelukkig meer missende mensen zijn. En onze ouwe trouwe Poortkerk is mooi geworden, absoluut. Maar toch. Waar moet je heen met je rouw om een tijdelijk kerkgebouw?

Waarover men niet spreken kan moet men schrijven. Dus dag Bovenkerk met je steigers als klimrekken, je zicht belemmerende pilaren, je ongemakkelijke stoelen. Opkijkend naar jouw machtige gewelven verstomden de vragen. Mensen zijn zo klein, God is zo groot.

Ik hoop dat je nooit boekhandel wordt, of hotel. Ik bid dat we met elkaar een manier vinden om je Godshuis te laten blijven, met erediensten en al. Ik bewaar het beeld van onze laatste zondag binnen je muren, op een donkere decemberdag voor Kerst. Het zachte licht van de kroonluchters boven de lange witte tafels. Het gebroken brood, de ingeschonken wijn. Ter gedachtenis van Hem Die al eeuwen in je verkondigd wordt.

Aan het einde van de laatste dienst keek ik nogal dwingend naar het orgel. Dit verhaaltje stond al in de steigers, het had alleen nog een mooi afgerond einde nodig. Daarvoor zou het fijn zijn als nu ”O God, Die droeg ons voorgeslacht” gespeeld werd.

Het werd Psalm 25 van W.H. Zwart. In dit leven is zelden iets rond of af, kind. Het blijft allemaal steigerwerk. O God, wees eeuwig ons Tehuis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer