Robbert Rodenburg wil geen oordeel over zijn liefdesleven: „Niet jezelf kunnen zijn geeft onveilig gevoel”
Boosheid voelt hij richting de kerk, zijn oude middelbare school en „alles wat claimt christelijk te zijn”. Influencer en programmamaker Robbert Rodenburg (26) maakte een persoonlijke documentaire over zijn ervaringen als homo in een reformatorische omgeving.
„Ik heb echt een hekel aan deze school”, zegt Robbert in de documentaire als hij –na een jaar of tien– met de auto langs het Driestar College in Gouda rijdt. Hij vindt het „op heel veel manieren echt een hele verkeerde plek”. Toen hij vanaf zijn ouderlijk huis in Bergambacht naar Gouda fietste, werd zijn tas geregeld van de bagagedrager getrapt. Later kwamen er stinkbommen aan te pas. Een leraar vergeleek homoseksualiteit met pedofilie, herinnert zijn jeugdvriend Nick van Herk zich. Robbert: „De school is gewoon letterlijk geen veilige plek voor mensen zoals ik – toen.”
Zijn ervaringen op school, in de kerk en thuis vormen de rode draad door de documentaire ”God, ik ben gay” van KRO-NCRV, die donderdagavond wordt uitgezonden, aan de vooravond van Paarse Vrijdag. Het COC besteedt er aandacht aan in zijn lesbrief die deze dag verspreid wordt op meer dan duizend scholen in Nederland. Voor veel scholieren is Robbert bovendien geen onbekende. Zijn YouTubekanaal telt 182.000 abonnees, op TikTok scoort hij 6,6 miljoen likes. Publiekstrekkers zijn interviews met mensen als D66-leider Rob Jetten en Eloise van Oranje.
Ongelukkigste jaren
In de documentaire laat Robbert iets zien van zijn jeugd. En hij gaat in gesprek met mensen van vroeger. Zo loopt hij met bonkend hart door de gangen van de Driestar. Hem wacht een warm onthaal door Lute-Geert Verdouw, directeur vmbo, en Corinna de Groot, staffunctionaris leerlingzorg. Ze hebben foto’s opgezocht van vroeger. Maar al snel blijkt dat achter de lachende puber een andere kant schuilde. Jaar 3 en 4 van het vmbo noemt hij de ongelukkigste jaren van zijn leven. „Ik hield thuis boekjes bij hoeveel dagen ik nog moest doorstaan voordat ik hier weg kon.”
Een heftige boodschap voor de docenten. „We verwijten onszelf dat we in het verleden verkeerde keuzes hebben gemaakt”, zegt Verdouw. „Door de sociale veiligheid van leerlingen onvoldoende op het oog te hebben.” Tegelijk wil hij vasthouden aan de opvatting dat een relatie tussen twee mensen van hetzelfde geslacht niet Gods bedoeling is. „Als je voelt dat je niet helemaal jezelf kan zijn, geeft dat een onveilig gevoel”, geeft Robbert aan.
„Als je voelt dat je niet helemaal jezelf kan zijn, geeft dat een onveilig gevoel” - Robbert Rodenburg, presentator
„Vind jij dan dat we daar als school helemaal niet over mogen praten?” wil De Groot weten. „Ik vind het inderdaad niet de plek van een docent of lesmethode om een oordeel te hebben over iemands liefdesleven of relatie”, reageert Robbert. Met stemverheffing: „Ik werd hierheen gestuurd, dus ik heb er niet voor gekozen om opgevoed te worden met dat gedachtegoed. Ik hoef niet te horen van een docent of het goed of fout is hoe ik mijn leven wil inrichten.”
Gedesillusioneerd blijven de docenten achter. De Groot vraagt zich af of de wegen wellicht scheiden in de visie op sociale veiligheid als je de Bijbel als gezamenlijk uitgangspunt verliest.
Aanvaard
Robbert, opgegroeid in de hervormde gemeente van Bergambacht, gaat ook in gesprek met ds. Paul Visser, zijn oud-predikant en een familievriend. „Als je leeft vanuit de Bijbel en de navolging van Jezus, is het niet heel vreemd dat je zegt: Het huwelijk tussen man en vrouw is de geëigende weg. En dat je vragen hebt bij de homoseksuele levenspraktijk”, vindt de predikant. Dat betekent volgens hem niet dat iemand het recht heeft te oordelen over mensen die andere keuzes maken.
Robbert vraagt zich af of ds. Visser met zijn opvatting over het huwelijk toch niet indirect oordeelt over een homoseksuele relatie. Dan wordt de predikant scherp. „Dat vind ik echt te ver gaan, Robbert. Het kan niet zo zijn dat iedereen eerst moet denken zoals jij, voordat jij je aanvaard voelt.” Ds. Visser draait de zaken om en wijst erop dat het oordeel van praktiserende homoseksuele mensen naar orthodoxe christenen soms heel hard is. „Dat vind ik het dwingende, dat ik precies zo moet denken als zij.”
„Het kan niet zo zijn dat iedereen eerst moet denken zoals jij, voordat jij je aanvaard voelt” - Ds. P.J. Visser, hervormd predikant
T-splitsing
Theoloog Arnold Huijgen, christelijk gereformeerd predikant en hoogleraar aan de PThU, legt Robbert uit dat christenen heel verschillend aankijken tegen het praktiseren van homoseksualiteit. De presentator vindt dat lastig. „Als je teruggaat naar de kern, naar het Boek, dan wordt het toch negatief benaderd”, stelt hij. Waarop Huijgen de vergelijking maakt met slavernij: in Bijbelse tijden was dat een gegeven, tegenwoordig zijn ook christenen daar geen voorstander van. „De spannende vraag voor jezelf is: welke weg wijst God mij? Ik zie christelijke homo’s daarin heel verschillende keuzes maken.”
Volgens lhbti±predikant Wielie Elhorst staat Gods weg gelijk aan eigen keuzes. „Als jij op een T-splitsing staat en kiest voor geluk en leven, dan is dat de weg die God wil dat je gaat”, meent hij. Robbert aarzelt. „Dat is misschien niet de weg met God?” vraagt hij. „God is er altijd bij, daar hoef jij je niet druk om te maken”, luidt het antwoord van Elhorst.
Hoe Robbert de gesprekken precies heeft ervaren, blijft wat in het ongewisse. Hij kiest ervoor geen interview te geven aan het Reformatorisch Dagblad om hierop terug te blikken. In de documentaire geeft hij wel aan het onbegrijpelijk te vinden dat voor veel christenen God boven alles en iedereen lijkt te gaan.