De voorzitters van de zeven Amsterdamse stadsdelen en stadsgebied Weesp hebben zich in een brief aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad uitgesproken over de recente gebeurtenissen in de hoofdstad. „Het geweld en de intimidaties van de afgelopen dagen en de berichtgeving erover zijn een voedingsbodem voor verdere verwijdering, tegenstellingen en strijd”, waarschuwen de voorzitters. „De urgentie die wij nu voelen is om te werken aan verbinding en heling in onze stad.”
„De heftige gebeurtenissen hebben hun weerslag op alle bewoners in onze stad, en in het bijzonder de joodse en islamitische Amsterdammers”, merken de voorzitters op. Beide groepen vragen zich volgens de briefschrijvers af „of ze nog veilig zijn als ze herkenbaar zichzelf zijn”. De stadsdeelvoorzitters laten weten zowel antisemitisme als moslimdiscriminatie sterk af te keuren. „In onze stad kan nooit plaats zijn voor gedragingen die ingaan tegen de waarden en principes van onze rechtsstaat.”
De voorzitters vragen in hun brief aandacht voor „de moeilijke taak” die zij hebben „om verbindingen te helpen smeden, waar onbegrip en vervreemding nabij zijn”. Zij vrezen dat de gebeurtenissen van afgelopen week hun werk van voorgaande jaren en de geboekte voortgang teniet zullen doen. „Het gevaar is dat we alleen luisteren naar de luidste roepers aan de uiterste kanten, of ons laten verleiden een kant te kiezen. Terwijl de meeste Amsterdammers en Weespers snakken naar nuance, begrip en ruimte om elkaar te vinden in de dingen die we gemeen hebben.”
Amsterdam heeft volgens de voorzitters dan ook „bakens” nodig die eraan herinneren „wat voor stad wij willen zijn: open, tolerant en veilig. U heeft hierin een betekenisvolle rol”. Ze vragen de bestuurders om voor ogen te houden dat wat zij zeggen, bepalend is „voor het welslagen van het werk dat wij en alle anderen in de wijken en gemeenschappen dagelijks doen”. Afsluitend wensen ze het college en de raad „veel wijsheid in deze gespannen situatie”.