Cultuur & boeken
Kunstenaar Klaas Gubbels: „Ik laat me door alles inspireren”

Hij schildert zijn leven lang tafels en koffiepotten. Verveelt hem dat nooit? Nee.

Teo van den Brink
Klaas Gubbels in zijn atelier. beeld Christian Ouwens
Klaas Gubbels in zijn atelier. beeld Christian Ouwens

Klaas Gubbels (1934) doet soms maanden, zo niet jaren over de „supersaaie stillevens”, zoals hij ze zelf wel eens heeft genoemd. „Het schilderij ”Ma Modele” maakte ik in 1991 en ik wil het nog steeds niet verkopen”. Afgelopen maand werd hij 89 jaar en verscheen er een lijvig boek over zijn oeuvre.

19055706.JPG
Z.T. 1995. beeld nai010 uitgevers / Christian Ouwens

Koffiepotten in zwart-wit en kleur, in alle maten, geschilderd, van brons, metaal, hout en glas. Koffiepot met kopje, op tafel, met of zonder stoel, van dichtbij of tien bij mekaar. De koffieketels, zoals Klaas Gubbels ze zelf liever noemt, hebben meestal de typische v-vormige tuit. Eenmaal gezien gaan ze niet meer uit je hoofd. Gubbels ziet schoonheid in het gewone en is in staat gebleken een handvol dagelijkse gebruiksvoorwerpen te verheffen tot iconen van de Nederlandse kunst. „Ik laat me door alles inspireren, bijvoorbeeld door dit mosterdglas van voor de oorlog”, en hij pakt er een klein dof glas bij. Wat hem raakt is het citaat van August Willemsen: „Wie niets te zeggen heeft bedenkt steeds iets nieuws. Wie iets te zeggen heeft, blijft dat zijn hele leven herhalen.”

19055708.JPG
Interieur 1961. beeld nai010 uitgevers / Christian Ouwens

Gubbels’ atelier, sinds de jaren vijftig gevestigd in een koetshuis van landgoed Lichtenbeek bij Arnhem, staat en hangt vol met de voor hem zo herkenbare taferelen. „Ik ben al een tijd met deze tafel bezig.” Gubbels wijst naar een groot wit doek op de ezel met in zwarte lijnen een eenvoudige houten tafel. „Maar waar ik nou maar niet uit kom: ik heb een schetsje in de jaren 80 gemaakt, hier” 
–hij laat het me zien– „maar de potloodschets toen is beter dan het doek nu. Waar zit ’m dat in, zie jij het?”

Lakschrijver

19055705.JPG
Klaas Gubbels.  beeld Christian Ouwens

De in Rotterdam geboren Gubbels wist op de lagere school alles beter, vertelt hij in het interview met Sara Berkeljon in het zojuist verschenen boek over zijn oeuvre. Hij werd officieel dyslectisch verklaard, bleef twee keer zitten en mocht blij zijn als hij de ambachtsschool zou redden, zei de directeur van de school. Na een opleiding tot huis- en decoratieschilder kreeg hij een baan op het reclame­atelier van de Bijenkorf in Rotterdam. Daan van Golden werkte in de etalage, Klaas schilderde de prijskaartjes: ”lakschrijver” heette die functie – ironisch voor iemand die niet goed met talen is.

19055707.JPG
Na sluitingstijd hommage aan Cézanne, 1966. beeld nai010 uitgevers / Christian Ouwens

Dankzij zijn tweede vader, die in Arnhem woonde, kreeg Klaas Gubbels de mogelijkheid om naar de Academie Kunstoefening te gaan, nu de Arnhemse kunstacademie. „Ik heb de academie wel afgemaakt, hoor, ik heb alleen geen diploma. Omdat ik een onvoldoende stond voor kunstgeschiedenis. Want ik kon niet leren. En dat interesseerde me geen bal. Zoals je hoort sta ik heel spontaan in het leven.”

Calvinist

Een spontaan, maar gedisciplineerd en toegewijd schilder. Klaas Gubbels begint doordeweeks vaste prik om tien uur in zijn atelier en in het weekend om elf uur. Vrijdags gaat hij eerst naar de markt, om bloemen te kopen voor mijn vrouw Heleen. „Ik ben een calvinist, altijd stipt op tijd. In m’n atelier werk ik aan meerdere schilderijen en beelden tegelijk.”

De meeste beelden maakt hij met een decoupeerzaag, in twee halve dagen met hulp van een assistent. „Waar ik nog niet zo lang geleden achterkwam, is dat Albrecht Dürer een lepel gebruikte voor zijn houtsnedes. Het was voor mij een enorme uitvinding en geeft het mooiste resultaat.” Gubbels laat het me zien. Nadat de inkt is aangebracht op de drukplaat, drukt hij een vel papier stukje voor stukje krachtig aan met een eenvoudige eetlepel.

Is het denkbaar dat hij ooit stopt met het schilderen van koffiepotten? „Weet je, ik zie ze niet als ketels. Ik zie ze als iets wat ik goed kan gebruiken of misbruiken, zo je wilt. Het maakt eigenlijk totaal geen verschil. De laatste tijd heb ik één rode ketel vermenigvuldigd, die doeken zijn nog niet allemaal af. Ik weet nooit wat ik van tevoren doe. Zoiets ontstaat ineens, en het verovert mij, ik vind ze fantastisch. En ik zie wel wanneer het weer stopt.”

Boekgegevens

19055710.JPG

”Het ongelijke van hetzelfde”, Christian Ouwens (samenst.); uitg. nai010 publishers en Christian Ouwens Galerie; 300 blz.; € 49,95

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer