Opinie

Technologische vooruitgang dreigt werknemersrechten te ondermijnen

Technologische vooruitgang levert welvaart op en biedt kansen, maar Amerik Klapwijk en Catelijne Muller wijzen ook op een schaduwzijde. De digitale platforms zoals Uber en Deliveroo halen zekerheden bij de werknemer weg en geven er risico’s voor in de plaats.

Amerik Klapwijk en Catelijne Muller
28 June 2018 09:21Gewijzigd op 16 November 2020 13:38
„De wijze waarop sommige platforms hun verdienmodel vormgeven, staat op gespannen voet met de grote verworvenheden uit het verleden.” Foto: Deliveroobezorgers protesteren tegen hun werkomstandigheden in Brussel op 27 januari. beeld EPA, Stephanie Lecocq
„De wijze waarop sommige platforms hun verdienmodel vormgeven, staat op gespannen voet met de grote verworvenheden uit het verleden.” Foto: Deliveroobezorgers protesteren tegen hun werkomstandigheden in Brussel op 27 januari. beeld EPA, Stephanie Lecocq

Een klein stapje terug naar het begin van de 19e eeuw: de eerste industriële revolutie. De start van groeiende welvaart, meer welzijn en een steeds mondigere werknemer. Aan het begin van deze revolutie waren werknemers nog blij met elke soort werk die ze konden krijgen en hier werd grif gebruik (of eerder misbruik) van gemaakt. Lage lonen, lange werkdagen, ongezonde werkomstandigheden en geen bescherming tegen ontslag waren de norm. Het zou nog tientallen jaren duren voordat de eerste stappen naar betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen en bescherming van werknemers gezet werden.

Wat nu als normaal wordt ervaren, was niet zo heel lang geleden nog ondenkbaar. Het stakingsrecht, de cao, loondoorbetaling bij ziekte, ontslagbescherming, zwangerschapsverlof, arbowetgeving – allemaal dateren ze uit de 20e eeuw. De vijfdaagse werkweek is in Nederland in 1960 ingevoerd, het minimumloon pas in 1968. Die verworvenheden hebben van ons land een van de meest welvarende landen ter wereld gemaakt.

Toch dreigen innovatieve oplossingen op de arbeidsmarkt deze zekerheden bij werknemers weg te halen. Platformwerk, met bekende digitale platforms zoals Deliveroo (maaltijdbezorging), Uber (taxidiensten) en Helpling (schoonmaakwerk), heeft in de afgelopen jaren een gestage groei doorgemaakt. Een aantal van deze platforms heeft ervoor gekozen risico’s en kosten zo veel mogelijk af te wentelen op de werkende, waarbij de nadruk gelegd wordt op de vermeende ‘wens’ van werkenden om flexibel te zijn. Voor werknemers is het fijn om de werkuren zo in te delen dat het privéleven goed georganiseerd kan worden, maar niet om dat als argument te gebruiken om zekerheden bij hen weg te halen en er risico’s voor terug te geven.

Vakantiedagen

Veel platforms stellen zich op het standpunt dat ze slechts een ‘intermediair’ zijn tussen vraag en aanbod, en geen werkgever. Dit betekent dat zij geen sociale premies afdragen, geen pensioenpremies betalen en geen ontslagbescherming, betaalde vakantiedagen en (al dan niet betaald) zorg- of zwangerschapsverlof bieden. Hiermee wentelen ze niet alleen kosten af op de platformwerker (die er overigens meestal voor kiest zich niet zelfstandig te verzekeren, noch pensioen op te bouwen), maar leggen ze ook het risico van scherpe concurrentie op prijs en van pieken en dalen in het werkaanbod bij de platformwerker. Risico’s die normaal gesproken tot het gewone bedrijfsrisico horen.

Tijd besteed aan het wachten op werk, het zoeken naar werk op het platform en bijvoorbeeld het ‘leeg’ rijden (zonder passagiers of bestelling) wordt niet vergoed. Deze constructie is feitelijk een vorm van stukloon. Daarmee is zelfs een hernieuwde strijd voor een minimumloon gestart.

Waar een werkgever zich (al sinds 1900) heeft te houden aan veiligheids- en gezondheidseisen op de werkplek en maximumwerktijden, ligt de verantwoordelijkheid in het geval van platformwerk vaak ook volledig bij de werkenden. Werkenden van bezorgplatforms rijden op hun eigen fiets, moeten die zelf onderhouden en zijn vaak niet verzekerd als ze een ongeluk krijgen of arbeidsongeschikt worden. De recente aankondiging van Deliveroo dat hij zijn bezorgers bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid maximaal een maand lang 75 procent van hun brutoverdiensten uit de voorgaande periode betaalt stuit ook op veel kritiek. Niet in de laatste plaats omdat werkgevers verplicht zijn hun werknemers bij arbeidsongeschiktheid twee jaar door te betalen.

Ook de ratingsystemen die door de platforms gehanteerd worden, bieden reden tot zorg op het gebied van arbeidsomstandigheden. Hoe hoger de rating van klanten, hoe beter de positie op het platform en hoe sneller men weer wordt ‘geboekt’ voor een klus. Het weigeren van werk mag, maar verlaagt wel de plek van de werker op het platform. Dit kan ertoe leiden dat werkenden geen of te korte pauzes nemen, werk doen dat niet was afgesproken, maar waar ineens toch om wordt gevraagd.

Zo veel mogelijk klussen

Het verdienmodel van platforms is zodanig ingericht dat werknemers zo veel mogelijk klussen doen in een zo kort mogelijke tijd. Wil een werknemer voldoende inkomen genereren, dan zal hij dus vrijwel elke klus moeten aannemen en hierdoor ook minder tijd hebben om zichzelf te ontwikkelen. Dit maakt het lastig voor werkenden om duurzaam inzetbaar te blijven in een samenleving waarin de roep daarom en de noodzaak daartoe steeds groter worden.

Gelukkig worden er op steeds meer plekken in de wereld initiatieven genomen om de positie van platformwerkenden weer op peil te brengen. Platformwerkenden verenigen zich in vakbonden en beleidsmakers roepen op tot richtsnoeren. Het Europees Parlement heeft opgeroepen tot duidelijke EU-richtlijnen. In New York heeft een vakbond afspraken gemaakt met Uber en in Zweden is zelfs een cao gesloten met platformtaxidienst Bzzt, die chauffeurs gewoon in vaste dienst heeft.

De wijze waarop sommige platforms echter hun verdienmodel vormgeven, staat op gespannen voet met de grote verworvenheden uit het verleden. Technische vooruitgang betekent vaak dat mensen en de samenleving moeten veranderen. Welk beleid is er dan nu nodig?

Veel van ons beleid stelt al de goede randvoorwaarden aan hoe werk georganiseerd moet zijn. In plaats van ons hieraan te onttrekken omdat bepaalde verdienmodellen niet in het plaatje passen, zullen we eerst moeten kijken naar het verdienmodel zelf en naar bestaande wet- en regelgeving. Past de nieuwe technologie binnen de bestaande kaders? Deze kaders zijn er niet voor niets. Ze bieden ons zekerheid en welvaart. Wanneer een technologische innovatie gebruikt of misbruikt wordt om de solidariteit te ondermijnen, moeten we dat niet willen. Het recht van de sterkste heeft ons niet de welvaart gebracht die we nu mogen genieten.

De auteurs werken bij Vakcentrale voor Professionals. Dit artikel is een verkorte versie van het op MeJudice verschenen artikel ”Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind”, door Van Klapwijk en Muller, werkzaam bij VCP. De originele versie is te raadplegen via: http://www.mejudice.nl/artikelen/detail/platformeconomie--houd-rechten-werknemer-overeind. Voor het volledige artikel zie https://vcp.nl/actualiteiten/4936/%E2%80%8Bplatformeconomie-resistance-is-futile/

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer