Als zij nu dit hoorden, berstten hun harten, en zij knersten de tanden tegen hem. Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande ter rechter hand Gods. En hij zeide: Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods. Maar zij, roepende met grote stemme, stopten hun oren, en vielen eendrachtelijk op hem aan; En wierpen hem ter stad uit, en stenigden hem; en de getuigen legden hun klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd Saulus. En zij stenigden Stefanus, aanroepende en zeggende: Heere Jezus, ontvang mijn geest. En vallende op de knieen, riep hij met grote stem: Heere, reken hun deze zonde niet toe! En als hij dat gezegd had, ontsliep hij.
Uitleg
Stéfanus wijst de Joden op hun hardnekkigheid. Dat verdragen ze niet. Ze worden ontzettend boos. Lees maar wat er staat in vers 54. Stéfanus zegt dat ze helemaal geen kinderen van God zijn. Want hun hart is niet vernieuwd. Dit heeft nog nooit iemand tegen hen durven zeggen. Ze willen het ook niet horen. Ze stoppen hun oren dicht. Wat erg als we denken bekeerd te zijn en dat helemaal niet zijn. Zo was het bij deze mensen.
Bij bekering maakt God ons nederig en worden we bang dat we ons zullen bedriegen. Daar hebben deze mensen geen last van. Hun vijandschap is zo groot, dat ze in grote woede Stéfanus gaan stenigen. Maar Stéfanus is onaantastbaar. Hij mag de hemel geopend zien. Hij voelt de stenen die ze werpen niet. Hij verlangt om bij de Heere te zijn. Stervend bidt hij voor zijn vijanden.
Bijna dezelfde woorden die de Heere Jezus aan het kruis bad voor de soldaten, bidt Stéfanus. En toch anders. Stéfanus bidt eerst als een zondaar, of God hem wil aannemen (vers 59) en daarna bidt hij voor zijn vijanden. Wat een groot geloof! Stéfanus mag zo bidden, omdat hij ziet op de Heere Jezus, Die om de zonden, ook van Stéfanus, Zich liet nagelen aan het kruis. Allen als we door het geloof op Jezus mogen zien, dan kunnen we ook bidden voor onze vijanden.
De eerste christengemeente in Jeruzalem groeit snel. Velen komen tot bekering. We zien hier duidelijk dat als de Heilige Geest werkt, er dan wonderen gebeuren. Dan komen zondaren tot bekering. Wil je bekeerd worden? Dan moet je vragen of de Heilige Geest in je hart wil komen. Dan gebeuren er ook in jouw leven wonderlijke dingen.
Tot de gemeente behoren ...
Stéfanus was niet alleen een diaken, maar ook een evangelist. Niet alleen in zijn daden, het zorgen voor de armen maar ook in zijn woorden gaat er veel van hem uit. Hij verkondigt onder de Joden de Heere Jezus. Zij hebben Hem wel verworpen en gekruisigd, maar Hij is de van God beloofde Messias. Stéfanus mag zijn werk ...
Voor het Sanhedrin houdt Stéfanus een rede die we lezen in Handelingen 7: 2-53. Wat een geloofsmoed om zo te getuigen! Stéfanus gaat het Sanhedrin een geschiedenisles geven. Niet zomaar een les. Nee hij begin van Abraham, daarna noemt hij Jozef. Steeds wijst hij erop dat God doet wat Hij beloofd heeft. Dat was zo bij Abraham en bij ...
In het laatste stuk van zijn rede spreekt Stéfanus over de tabernakel en de tempel. De tempel was voor de Joden en het Sanhedrin een heilige plaats, want daar woonde toch de Heere.
God gaf aan het volk Israël een tabernakel en later mocht Salomo de tempel bouwen. Het was de plaats waar de Heere liet zien dat ...
Stéfanus wijst de Joden op hun hardnekkigheid. Dat verdragen ze niet. Ze worden ontzettend boos. Lees maar wat er staat in vers 54. Stéfanus zegt dat ze helemaal geen kinderen van God zijn. Want hun hart is niet vernieuwd. Dit heeft nog nooit iemand tegen hen durven zeggen. Ze willen het ook niet horen. Ze stoppen hun oren dicht. ...
De steniging van Stéfanus had grote gevolgen. De Joden waren niet alleen woedend op Stéfanus, maar werden het ook op de volgelingen van Jezus van Nazareth. Hoe durfden die volgelingen te zeggen dat zij, Gods volk, Mozes en de weten niet eerden.
En bovendien beweerden die volgelingen dat Jezus was opgestaan uit de dood. Dat was toch een ...
Bij de steniging van Stéfanus paste Saulus op de kleren van allen die stenen gooiden. Hij was blij dat die Stéfanus uit de weg werd geruimd. Zijn welverdiende loon! Saulus was toen nog onbekeerd, al dacht hij dat hij God diende, omdat hij zo’n trouwe volgeling was van de Farizeeën. Hij meende ook dat hij God ...
Stervend bidden
Handelingen 7:54-60
Uitleg
Stéfanus wijst de Joden op hun hardnekkigheid. Dat verdragen ze niet. Ze worden ontzettend boos. Lees maar wat er staat in vers 54. Stéfanus zegt dat ze helemaal geen kinderen van God zijn. Want hun hart is niet vernieuwd. Dit heeft nog nooit iemand tegen hen durven zeggen. Ze willen het ook niet horen. Ze stoppen hun oren dicht. Wat erg als we denken bekeerd te zijn en dat helemaal niet zijn. Zo was het bij deze mensen. Bij bekering maakt God ons nederig en worden we bang dat we ons zullen bedriegen. Daar hebben deze mensen geen last van. Hun vijandschap is zo groot, dat ze in grote woede Stéfanus gaan stenigen. Maar Stéfanus is onaantastbaar. Hij mag de hemel geopend zien. Hij voelt de stenen die ze werpen niet. Hij verlangt om bij de Heere te zijn. Stervend bidt hij voor zijn vijanden. Bijna dezelfde woorden die de Heere Jezus aan het kruis bad voor de soldaten, bidt Stéfanus. En toch anders. Stéfanus bidt eerst als een zondaar, of God hem wil aannemen (vers 59) en daarna bidt hij voor zijn vijanden. Wat een groot geloof! Stéfanus mag zo bidden, omdat hij ziet op de Heere Jezus, Die om de zonden, ook van Stéfanus, Zich liet nagelen aan het kruis. Allen als we door het geloof op Jezus mogen zien, dan kunnen we ook bidden voor onze vijanden.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Een nieuwe diaken
De eerste christengemeente in Jeruzalem groeit snel. Velen komen tot bekering. We zien hier duidelijk dat als de Heilige Geest werkt, er dan wonderen gebeuren. Dan komen zondaren tot bekering. Wil je bekeerd worden? Dan moet je vragen of de Heilige Geest in je hart wil komen. Dan gebeuren er ook in jouw leven wonderlijke dingen. Tot de gemeente behoren ...
-Woensdag: Beschuldigd van laster
Stéfanus was niet alleen een diaken, maar ook een evangelist. Niet alleen in zijn daden, het zorgen voor de armen maar ook in zijn woorden gaat er veel van hem uit. Hij verkondigt onder de Joden de Heere Jezus. Zij hebben Hem wel verworpen en gekruisigd, maar Hij is de van God beloofde Messias. Stéfanus mag zijn werk ...
-Donderdag: De rede van Stéfanus (1)
Voor het Sanhedrin houdt Stéfanus een rede die we lezen in Handelingen 7: 2-53. Wat een geloofsmoed om zo te getuigen! Stéfanus gaat het Sanhedrin een geschiedenisles geven. Niet zomaar een les. Nee hij begin van Abraham, daarna noemt hij Jozef. Steeds wijst hij erop dat God doet wat Hij beloofd heeft. Dat was zo bij Abraham en bij ...
-Vrijdag: De rede van Stéfanus (2)
In het laatste stuk van zijn rede spreekt Stéfanus over de tabernakel en de tempel. De tempel was voor de Joden en het Sanhedrin een heilige plaats, want daar woonde toch de Heere. God gaf aan het volk Israël een tabernakel en later mocht Salomo de tempel bouwen. Het was de plaats waar de Heere liet zien dat ...
-Zaterdag: Stervend bidden
Stéfanus wijst de Joden op hun hardnekkigheid. Dat verdragen ze niet. Ze worden ontzettend boos. Lees maar wat er staat in vers 54. Stéfanus zegt dat ze helemaal geen kinderen van God zijn. Want hun hart is niet vernieuwd. Dit heeft nog nooit iemand tegen hen durven zeggen. Ze willen het ook niet horen. Ze stoppen hun oren dicht. ...
-Zondag: Grote gevolgen
De steniging van Stéfanus had grote gevolgen. De Joden waren niet alleen woedend op Stéfanus, maar werden het ook op de volgelingen van Jezus van Nazareth. Hoe durfden die volgelingen te zeggen dat zij, Gods volk, Mozes en de weten niet eerden. En bovendien beweerden die volgelingen dat Jezus was opgestaan uit de dood. Dat was toch een ...
-Maandag: Paulus stond erbij
Bij de steniging van Stéfanus paste Saulus op de kleren van allen die stenen gooiden. Hij was blij dat die Stéfanus uit de weg werd geruimd. Zijn welverdiende loon! Saulus was toen nog onbekeerd, al dacht hij dat hij God diende, omdat hij zo’n trouwe volgeling was van de Farizeeën. Hij meende ook dat hij God ...