Psalmen 22:13-22:14

(22:14) Zij hebben hun mond tegen mij opgesperd, als een verscheurende en brullende leeuw. (22:15) Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands. (22:16) Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods. (22:17) Want honden hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. (22:18) Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen het aan, zij zien op mij. (22:19) Zij delen mijn klederen onder zich, en werpen het lot over mijn gewaad. (22:20) Maar Gij, HEERE! wees niet verre; mijn Sterkte! haast U tot mijn hulp. (22:21) Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame van het geweld des honds. (22:22) Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen. (22:23) Zo zal ik Uw Naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen.

Uitleg

Heb je wel eens een leeuw van dichtbij gezien? Misschien in de dierentuin, of zo. Als een leeuw zijn bek open doet, ziet je zijn enorme kaken. Gelukkig maar dat hij achter het hek zat, maar wat een kracht. Ooit las ik van iemand die vertelde dat je in de vrije natuur het merkt als er een leeuw aankomt. De natuur houdt, bij wijze van spreken, de adem in. Dan moet je je eens voorstellen dat je daar staat en er een leeuw op je af komt. Vreselijk toch? Gelukkig gebeurt dat niet zomaar. David zegt dat het wel zo met de Heere Jezus zal gaan. Er is niet één leeuw, maar ze hebben Hem omsingeld! Hij kan geen kant op. De overpriesters en schriftgeleerden laten Hem gevangen nemen met groots machtsvertoon. Wat een overmacht, geen schijn van kans. Natuurlijk had de Heere Jezus macht om zich los te rukken of zich te verzetten, maar dat lezen we nergens.

Hij was gewillig. Hij wilde het doen. Hij had makkelijk weg kunnen lopen, maar wat dan? Als Hij van het kruis was afgekomen, toen ze riepen dat Hij Zichzelf niet verlossen kon? Het was voor Hem een wenk van Zijn alvermogen, dan was er een wonder gebeurd. Maar dan was de toorn van de Vader niet gestild. Er moest betaald worden voor de schuld. Zie je Zijn gewilligheid? Hij deed het niet voor Zichzelf, maar voor verloren zondaren. Hij was zonder zonde, maar is tot zonde gemaakt om alle zonden van Zijn kerk te dragen. Hij heeft die ondraaglijke smart over de zonden gevoeld. Zal je dat niet vergeten? Het mag je aansporen om tot Hem te gaan, die zo vrijwillig alles volkomen betaald heeft.

Zingen: Psalm 22:8

Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF