Leviticus 16:9-16:10

Dan zal Aaron den bok, op denwelken het lot voor den HEERE zal gekomen zijn, toebrengen, en zal hem ten zondoffer maken. Maar de bok, op denwelken het lot zal gekomen zijn, om een weggaande bok te zijn, zal levend voor het aangezicht des HEEREN gesteld worden, om door hem verzoening te doen; opdat men hem als een weggaanden bok naar de woestijn uitlate. Aaron dan zal den var des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis verzoening doen, en zal den var des zondoffers, die voor hemzelven zal zijn, slachten. Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen. En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve. En hij zal van het bloed van den var nemen, en zal met zijn vinger op het verzoendeksel oostwaarts sprengen; en voor het verzoendeksel zal hij zevenmaal met zijn vinger van dat bloed sprengen. Daarna zal hij den bok des zondoffers, die voor het volk zal zijn, slachten, en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang dragen, en zal met zijn bloed doen, gelijk als hij met het bloed van den var gedaan heeft, en zal dat sprengen op het verzoendeksel, en voor het verzoendeksel. Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden der kinderen Israels, en vanwege hun overtredingen, naar al hun zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen aan de tent der samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden.

Uitleg

In deze lijdensweken horen we vaak over het bloed van Jezus Christus. Dat bloed heeft gevloeid bij Zijn marteling bij Pilatus en bij zijn kruisiging op Golgotha. Maar al in het Oude Testament wordt daarop gewezen. Alles wat er in en rondom de tabernakel gebeurde wees naar Hem. Aaron mocht niet zomaar het Heilige der heiligen ingaan. Dat lezen we in Leviticus 16. Hij was dan wel de hogepriester, maar hij had ook zonden. Hij moest ook voor zichzelf een offer brengen om zo verzoening doen. Nee, een dominee of ouderling is niet zalig omdat hij een ambt heeft. Ook al heb je een ambt, dan nog blijf je zonden doen. Aaron moest een zondoffer en een brandoffer brengen. Die offers wijzen op het werk van Christus. Het zondoffer was voor de zonden die gedaan waren. Zo heeft het bloed van Christus gevloeid tot vergeving van de zonden.

Maar er was ook het brandoffer. Dat moest helemaal verbrand worden. Er mocht niets van over blijven. Zo is Christus de dood ingegaan en in het graf gelegd. Er bleef als het ware niets van Hem over. Hij stond op in een nieuw lichaam. Hij heeft niet alleen de zonden heeft vergeven, maar ook Zijn kinderen gekocht met ziel en lichaam. Met de dood van Christus is de offerdienst van het Oude Testament niet meer nodig. Het waren beelden van het volmaakte offer. Wij mogen weten dat Christus Zijn werk volkomen volbracht heeft. Wat doe jij met die rijke boodschap? Kan jij het al meezingen: ‘Mijn God, Gij hebt Uw wond’ren groot gemaakt’?

Zingen: Psalm 40:3

Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF