Kerkelijk Leven 12 augustus 1999

Ds. H. IJzerman: Hier in Rotterdam speelt het echte leven zich af

Een taaie klus in een oude stadswijk

Door K. van der Zwaag
ROTTERDAM – „Gewoon je klus doen, zonder het Evangelie direct te verkondigen.” Ds. H. IJzerman is ervan overtuigd dat de grote problematiek in de oude stadswijk allereerst meeleven met de bewoners vraagt. „De geestelijke boodschap komt pas na de sociale bewogenheid.” Ds. IJzerman is een van de vrijgestelde predikanten ten behoeve van de oude stadswijken in Rotterdam.

De predikant werkt inmiddels twintig jaar in Rotterdam. Hij werd namens de Gereformeerde Kerken aangesteld in het kader van ”Rotterdam-Zendingsgebied”. Dat project werd mogelijk doordat de Nederlandse Zendingsraad (NZR) gelden had vrijgemaakt voor de zending van de kerk in kwetsbare gebieden in eigen land.

„Aanvankelijk was ik aangesteld als jongerenpastor, later is dat omgezet in het oudewijkenpastoraat. In dat kader zijn er veel contacten ontstaan met mensen en groepen aan de rand van de samenleving.”

Aansluiting
De invulling van het pastoraat is volgens de predikant vooral aansluiting zoeken bij de dagelijkse werkelijkheid van de mensen. „We moeten bij de buurt zelf beginnen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hier in Delfshaven leven meer dan veertig nationaliteiten en er is voortdurend de verleiding van drugs en andere verslavingsvormen. Een andere factor zijn de jongeren. Veel Surinaamse jongeren zoeken hier een plek in de Nederlandse samenleving. Maar je hebt ook de oude buurtbewoners. De leefruimte wordt voor hen steeds vreemder. Dat de progressieve elite hen wel eens beticht van racisme is niet terecht. De buurt in de grote stad is zo veranderd, dat het voor vele ouderen de vraag is of zij hier nog kunnen leven. Maar er is voor hen financieel geen alternatief. Ze leven vaak van een klein pensioen. Alleen de meer welgestelden kunnen iets buiten de stad kopen.”

Veiligheid op straat is iets waarvoor het pastoraat zich volgens ds. IJzerman moet inzetten. „We moeten leren om met elkaar te leven. Laten we over problemen niet alleen nadenken, maar die ook ombuigen naar een oplossing. Er leven hier vele soorten immigranten, met elk weer een andere levensstijl. Voeg daarbij de verslaafden en daklozen. De oorspronkelijke, blanke Nederlanders zijn in de minderheid. Ongeveer 65 procent is immigrant, de overige 35 procent bestaat veelal uit ouderen. Sommigen kunnen niet weg, maar sommigen willen ook niet weg, omdat ze gehecht zijn aan hun wijk.”

Kerk kleiner
In de oude wijken verschijnt de kerk als de plaatselijke gemeente. Die gestalte van kerk-zijn wordt volgens ds. IJzerman steeds kleiner en kwetsbaarder. „De meeste leden zijn een dagje ouder geworden. Daarnaast zoekt het wijkpastoraat naar andere vormen van gemeenschap. Wij zijn tot het inzicht gekomen dat wij niet veel meer kunnen doen dan tekenen van hoop laten zien. Dat het leven soms ook even goed is. We houden geen diensten op zondag, maar door de week, op vrijdagmiddag. We onderhouden contact met de mensen in de buurt en doen veel aan huisbezoek. Dat kan in moskeeën, in thee- en vrouwenhuizen of in de seniorenflat. Daar bieden wij onze diensten aan.”

Kerk-zijn ziet de predikant vooral als „het vermogen netwerken te scheppen”, met als doel allerlei groepen te bereiken. „Velen zijn religieus, vooral onder de moslims. Dat willen we respecteren. Ik ben er niet om het Evangelie te verkondigen. Het gaat erom hoe betrouwbaar we zijn in de gemeenschappelijke klus, namelijk om mensen te helpen in hun dagelijkse moeiten. We proberen in te gaan op concrete vragen en die in verband te brengen met vragen van zingeving en geloof. Ondanks het feit dat velen geen kerkelijke binding hebben, willen wij hun op een of andere wijze van dienst zijn. Wij leiden bijvoorbeeld op hun verzoek begrafenisdiensten. Zo krijg je aansluiting bij hun levensvragen. Ook is er soms behoefte om met elkaar iets te vieren. Dan laat ik het initiatief aan hen over hoe zij zingeving en geloof ter sprake brengen. Ik sta er dan alleen maar bij.”

Negatief beeld
Het leven in een oude stadswijk heeft niet zelden een negatief stempel, concludeert ds. IJzerman. „Het leven is hard en zwaar geweest en dat is het nog steeds. Dat geldt zowel voor de oude Nederlanders als voor de immigranten. Je ontmoet in de Kaapverdische gemeenschap veel ontslagen zeevarenden. Dat levert spanningen thuis op. Hoe ga je daar mee om? Ook de aansluiting op school is soms een lastige hobbel voor immigranten. Het is verleidelijk om snel via de misdaad op straat aan geld te komen.”

Toch zie je vaak een enorme veerkracht in de buurt, zo stelt ds. IJzerman. In de Volmarijnstraat bijvoorbeeld, waar het wijkpastoraat Middelland is gevestigd en waar de huizen nu met sloop bedreigd worden, zie je dat mensen in de hele straat geraniumbakjes ophangen aan hun huis. „Dat betekent: Wij planten iets. En dat is een teken van vitaliteit en monterheid.”

Het echte leven
Ds. IJzerman heeft iets met de oude wijk. „Hier speelt het echte leven zich af. Velen, in andere delen van de samenleving, leven in een bunkercultuur, met de gedachte: Als mijn eigen welvaart maar niet wordt bedreigd. Wij oefenen ons hier in angst en onzekerheid en worden uitgetest in het geloof of het Koninkrijk van God wel echt komt.”

Of hij ook God ter sprake brengt in zijn ontmoetingen met mensen? „Ik breng God alleen ter sprake als mensen dat zelf doen. Verder wil ik betrouwbaar zijn in de klus die de kerk hier heeft te klaren. Meer kunnen wij niet doen. Je komt hier veel Nederlanders tegen die door de kerk in de steek zijn gelaten maar toch geloven in God. Er zijn uiteindelijk maar weinig mensen die absoluut agnost zijn. Nee, ik wil hen niet wegwijs maken naar de kerk, maar wel mét hen zijn in de viering rond dood, leven en ziekte.”

Evangeliseren is niet mijn taak, benadrukt hij. „Ik kwam pas een vrouw tegen die zei dat ik mensen moest aanspreken om in Christus te geloven. Zij zouden anders verloren gaan. Zij vroeg: „Zou jij aan anderen kunnen zeggen dat Christus gestorven is voor zondaren?” Ik heb gezegd dat ik dat wel geloofde, maar dat ik het zo niet zou zeggen. Voor mij is God altijd weer Degene Die het mogelijk maakt dat er liefde tussen mensen opbloeit. Ik kijk liever hoe we in het dagelijks leven een geest van liefde en medelijden laten zien, in plaats van direct met het bestaan van God te komen. Het belangrijkste doel voor de toekomst is dat we met mensen van verschillende leefstijlen een menswaardige samenleving opbouwen, waarin iedereen in zijn uniciteit, zijn unieke waarde, wordt erkend.”


Dit is de elfde aflevering in een serie gesprekken met predikanten die zich op een specifieke doelgroep richten.

Vorige afleveringen:
• Zielzorg in de duistere diepte
• Boodschap voor bajesbewoners
• Een herder tussen zwervende zeelui
• Bij de kwetsbaarheid van het leven
• De legotrein op het kerkelijk erf
• Pastoraat en preken in gebarentaal
• Dominee tussen cockpit en raketten
• Zorgen voor de nestgeur van thuis
• Praatpaal voor theologiestudenten
• „Het laatste woord is aan de Schrift”