Kerkelijk Leven 5 augustus 1999

Academiepastor biedt steun op weg naar de pastorie

Praatpaal voor theologiestudenten

Door M.M.C. van der Wind-Baauw
BUNNIK – Pastorale zorg bieden speciaal aan theologiestudenten. Is dat juist voor zo'n groep, waarvan je nauwe betrokkenheid bij de kerk mag verwachten, wel nodig? „Het is niet alleen nuttig voor mensen met 'grote' vragen die aan je geloofshuis schudden”, aldus een tweedejaars student in een enquête. „Een inloopuurtje is ook goed voor kleine vragen, als de krasjes in een afgelakte vensterbank. Die wil je ook netjes wegwerken.”

Studenten blijken het op prijs te stellen als de kerk aan haar aanstaande predikanten ook eens vraagt: Hoe gaat het met jouzelf? Na langdurig aandringen van hun kant is hij er gekomen: de academiepastor. Per 1 november vorig jaar benoemde de hervormde synode dr. P. van den Heuvel. In principe is hij er voor de studenten van de hervormde predikantsopleidingen in Amsterdam, Groningen, Leiden en Utrecht, maar hij is vooral in Utrecht te vinden. Dat is de grootste van de vier. Door de zware werkbelasting komen de docenten daar minder toe aan persoonlijke zorg voor de studenten.

Verwarring
De Hervormde Kerk is ervan overtuigd geraakt dat het goed zou zijn als er meer aandacht aan haar theologiestudenten werd besteed. Ds. Van den Heuvel: „In de studiefase komen de vragen heel persoonlijk op je af. Die brengen de student soms in verwarring of verlegenheid.”

Een voorbeeld. Op college komt het Evangelie van Lukas aan de orde en er rijzen vragen over de historiciteit van Quirinius. De nodige kritische kanttekeningen worden geplaatst. Een paar dagen later zit de student met Kerst in de kerk. Dan hoort hij de geschiedenis weer. Dat levert spanning op. Als student benadert hij de tekst anders dan bij het persoonlijk bijbellezen. Het is de vraag, aldus ds. Van den Heuvel, hoe je wat je in de wetenschap opdoet, integreert in je persoonlijke relatie tot God en in je persoonlijke geloofsleven.

Dat er behoefte is aan een academiepastor, proeft dr. Van den Heuvel duidelijk. „Tegelijk is het ook zo dat men niet zo gauw uit zichzelf naar mij toekomt. Je lijkt dan meteen zo'n ernstig geval. Het vertrouwen en de bekendheid moeten groeien. Het initiatief zal van mij moeten uitgaan.”

De academiepastor is in ieder geval op vrijdagmorgen van elf tot één uur op zijn kamer in de Uithof te vinden. En meestal is hij er zelfs de hele dag. Een student heeft voorgesteld om een inloopkoffieochtend te houden. „Dat klinkt anders dan een spreekuur.”

Geschikt
Ds. Van den Heuvel kan zich indenken dat studenten zich aangetrokken voelen tot het ambt en toch zitten met de vraag: „Ligt daar een roeping voor mij?” Een problematiek waarmee ds. Van den Heuvel al te maken heeft gehad, is de geschiktheidscommissie. Iedere hervormde student die predikant wil worden, moet tijdens zijn of haar studie driemaal voor zo'n commissie verschijnen. „De leden daarvan plaatsen soms kritische vraagtekens bij de mogelijkheid om straks in het ambt te dienen. Dat kan spanning geven, als je toch je roeping wilt volgen. Het is dan goed dat je je tot iemand kunt wenden die buiten het beoordelingscircuit staat.”

De predikant weet voordat een student bij hem komt overigens niets af van de beoordelingen van de geschiktheidscommissie. Hoewel hij ook docent kerkrecht is, woont hij de bespreking van de uitslagen tijdens het docentenberaad niet bij. „Daardoor ben ik vrij om naast de mensen te gaan staan.”

Met ds. Van den Heuvel een gesprek voeren kan bij hem thuis in Bunnik, op zijn kamer in de Uithof –„Ik kan er zelfs koffie en thee schenken”– of bij de student thuis. Dat laatste is trouwens nog niet voorgekomen. „Iemand had al het vermoeden dat ze dan te veel moeten opruimen.”

Ds. Van den Heuvel is de eerste predikant voor buitengewone werkzaamheden in zijn soort. Structuren voor het werk bestonden niet. Tot een week voor zijn benoeming had hij zelfs van het woord academiepastor nog nooit gehoord. Sinds begin dit jaar is er een tweede. Dr. K. E. Bras vervult dezelfde functie voor de gereformeerde theologiestudenten in Kampen.

Op de keper beschouwd is ds. Van den Heuvel nog bezig aan zijn inwerkperiode. Hij begon pas toen de colleges al volop aan de gang waren en moest zelf ook direct college geven. De pastor bekijkt vooral langs welke route hij de studenten kan bereiken. Hij bezocht inmiddels alle disputen en de studiedagen voor eerste- en tweedejaars op Hydepark. Hij overweegt om met de nieuwe eerstejaarsstudenten een afspraak te maken en zo met iedereen persoonlijk contact te leggen.

Het is niet de bedoeling van dr. Van den Heuvel om met de eigen wijkpredikant van de student te concurreren. „Wat ik doe, is aanvullend. Je hoort bij een gemeente. Daar is je geestelijke basis. Maar sommigen zijn nu eenmaal vaak van huis. En soms hangen de vragen zo specifiek samen met de studie, dat iemand die daarin meewandelt, het beter aanvoelt.”

Als studenten met vragen zitten die het geloof raken, met wie praten ze er dan over? De eigen jaargenoten scoren het hoogst, zo leerde de academiepastor uit een vragenrondje onder de tweedejaars. Dat kan hij zich ook goed voorstellen, want zij staan het dichtst bij zulk soort vragen. De leden van hetzelfde dispuut en familie en vrienden bieden ook regelmatig een luisterend oor. De docenten blijken veel minder vaak gesprekspartner. Ds. Van den Heuvel denkt erover om een gesprekskring over de verhouding tussen geloof en wetenschap op te zetten.

Spiritualiteit
Vanuit de studenten is er niet alleen behoefte aan een stukje pastorale zorg. Zij willen hun opleiding ook graag een bepaalde spiritualiteit meegeven. De academiepastor zou een meditatieve samenkomst kunnen bieden, opperden de tweedejaars. Nu gebeurt zoiets al wel in kleine groepjes op eigen initiatief. Een vaste vorm ontbreekt.

Ds. Van den Heuvel ziet het zelf zo één, twee, drie nog niet zitten. Om te beginnen is het Willem C. van Unnikgebouw, waarin de theologische faculteit huist, een betonnen kolos. De Katholieke Theologische Universiteit heeft daar weliswaar een stiltecentrum, maar een kapel, zoals op het seminarie Hydepark in Doorn, ontbreekt.

Bovendien maken andere technische problemen het ds. Van den Heuvel moeilijk. Op welke tijd zou hij zo'n moment van bezinning en gebed moeten organiseren? Iedereen heeft op andere tijden college en dat verschilt ook nog eens per collegeblok. De een zit in Utrecht op kamers, de volgende komt uit Wilnis en de derde uit Veenendaal. Iedereen arriveert op verschillende tijden. „Als je, zoals in Engeland, met zijn allen op een ”college” zou wonen, zou het anders zijn.”


Dit is de negende aflevering in een serie gesprekken met predikanten die zich op een specifieke doelgroep richten.

Vorige afleveringen:
• Zielzorg in de duistere diepte
• Boodschap voor bajesbewoners
• Een herder tussen zwervende zeelui
• Bij de kwetsbaarheid van het leven
• De legotrein op het kerkelijk erf
• Pastoraat en preken in gebarentaal
• Dominee tussen cockpit en raketten
• Zorgen voor de nestgeur van thuis