Kerkelijk Leven | 13 juli 1999 |
Koopvaardijpredikant Van Dijken wil Evangelie niet opdringenEen herder tussen zwervende zeeluiDoor K. van der Zwaag
De koopvaardijvaart is een hard bestaan, erkent ds. Van Dijken. Zeelui zijn negen tot twaalf maanden van huis. Als ze thuiskomen, moeten ze zelf het initiatief nemen om via een koppelbaas weer een volgend zeeschip te vinden. Zij moeten maar zien waar ze terechtkomen. Ik heb grote bewondering voor hun vrouwen. Zeemanshuwelijken zijn over het algemeen erg sterk, van scheidingen hoor je weinig. Maar je hebt het dan wel over een situatie waarin spanningen kunnen optreden. Contract Maar het is niet alleen maar kommer en kwel, vervolgt Van Dijken. Als pastor voer je soms goede gesprekken en maak je mooie dingen mee. We waken ervoor om diensten op te dringen, maar bieden onszelf allen maar aan. Ik vergelijk het met een goede herder. Ik kom bij hen, meer in een houding van: Stoor ik? Kan ik ergens van dienst zijn? Hebt u even tijd om te praten, ik bedoel, van mens tot mens. Moet een koopvaardijpredikant evangeliseren? Ds. Van Dijken: Ik ben in dienst van de SoW-kerken. Binnen de SoW-kerken heb je verschillende opvattingen. Er zijn evangelische collega's die vinden dat je het Evangelie moet brengen en lectuur moet verspreiden. Die geluiden vind je ook in de International Christian Maritime Association (ICMA), waarbinnen je echter ook andere visies tegenkomt. De evangelische stichting voor koopvaardijpastoraat Lumen Maris in Terneuzen zet zich nogal af tegen de ICMA, omdat die zich volgens hen niet genoeg profileert. Ik deel de visie niet om op koopvaardijschepen het Evangelie te verkondigen. Ik wil niet de indruk wekken dat de ander alleen interessant is als ik iets bij hem kan achterlaten. Ik wil niet aan proselitisme doen, al deel ik geen zwarte piet uit aan hen die dat wél willen doen. Breed beoefend Als doel van het pastoraat ziet hij het verhelderen van bestaansvragen van zeevarenden, voorzover die vragen te maken hebben met normen en waarden, religie en geloven. Pastoraat is een vorm van delen in elkaars geloof. Dit houdt in dat ik zelf het initiatief neem om zeevarenden op te zoeken, aan boord of in zeemansclubs. De ander beslist zelf of hij mij als zijn pastor wil, of niet. Gelijkwaardigheid en respect voor de ander zijn voor mij fundamentele waarden. Mijn aandacht is primair gericht op de ander als uniek individu, als schepsel van God. Er wordt weinig om kerkdiensten gevraagd, is de ervaring van ds. Van Dijken. We hebben wel elke zondag een oecumenische dienst in het Zeemanshuis in Rotterdam. Die diensten worden georganiseerd door pastores uit uiteenlopende geloofsgemeenschappen. Terughoudend Verkondiging van het Evangelie vind ik een onhandige term. Dan vraag ik: Wat doet u met die verkondiging in uw eigen leven, met mensen in uw straat en familie? Het Evangelie gaat over de essentiële dingen van het leven. Je praat over geloof met iemand met wie je vertrouwd bent. Evangelieverkondiging is één bepaald model voor overdracht, het preekmodel, tegen iemand aanpraten. In de zeevaart werkt dat vaak minder. Dat pastoraat zonder nadrukkelijke evangelieverkondiging vooral een sociale gebeurtenis lijkt, ervaart ds. Van Dijken als een compliment. Het menselijk contact is essentieel in de harde wereld van de zeevaart. Maar het feit dat ik een pastor ben, betekent ook een meerwaarde vergeleken met een welzijnswerker. Voor velen ben je toch zoiets als de man Gods. |
Dit is de derde aflevering in een serie gesprekken met predikanten die zich op een specifieke doelgroep richten.
Vorige afleveringen:
|