Kerkelijk Leven 13 juli 1999

Koopvaardijpredikant Van Dijken wil Evangelie niet opdringen

Een herder tussen zwervende zeelui

Door K. van der Zwaag
ROTTERDAM – „Mensen hebben nogal eens een verkeerd idee van een koopvaardijpastor. Ze denken dat je thuis zit te wachten op een telefoontje om direct ergens aan boord te komen. Ik heb donderdag als vaste dag om eropuit te gaan. Via de computer kun je precies zien welke schepen er in de haven liggen. Dan kijk ik waar ik opaf zou kunnen gaan.”

Drs. B. van Dijken
Drs. B. van Dijken heeft een enerverende baan als koopvaardijpredikant in Rotterdam. Koopvaardij, dat is wat vroeger heette de ”grote vaart”, de grote en lange transporten over zee. „Er is veel misverstand over deze groep van zeevarenden”, zegt Van Dijken. „Mensen associëren hen met getatoeëerde, ruige zeelui, die zich te buiten gaan aan drank en vrouwen. Maar dat beeld klopt niet met de werkelijkheid en is erg grievend voor zeevarenden. Zeelui op de koopvaardij zijn gewone mensen, vriendelijke huisvaders, die zijn gaan varen om de kost te verdienen. Ze komen veelal uit de derde wereld, nu ook steeds meer uit de tweede wereld. Uit economische en sociale noodzaak hebben zij voor deze baan gekozen, vaak uit bittere noodzaak.”

De koopvaardijvaart is een hard bestaan, erkent ds. Van Dijken. „Zeelui zijn negen tot twaalf maanden van huis. Als ze thuiskomen, moeten ze zelf het initiatief nemen om via een koppelbaas weer een volgend zeeschip te vinden. Zij moeten maar zien waar ze terechtkomen. Ik heb grote bewondering voor hun vrouwen. Zeemanshuwelijken zijn over het algemeen erg sterk, van scheidingen hoor je weinig. Maar je hebt het dan wel over een situatie waarin spanningen kunnen optreden.”

Contract
De situatie van de Nederlandse zeevarenden is over het algemeen goed geregeld. Wereldwijd zijn er echter grote verschillen, zegt ds. Van Dijken. „De meeste rederijen in de wereld zijn betrouwbaar, maar er zitten ook verkeerde tussen, reders die slecht voor mensen zorgen en die maar één doel hebben: snel rijk worden. Soms tekenen mensen een contract, maar krijgen ze een ander, veel slechter contract onder hun neus gedrukt als ze aan boord komen. Of ze worden niet uitbetaald. Soms wordt een schip aan de ketting gelegd vanwege de schuldeisers. Dat soort verhalen is de zeevaart op zijn slechtst en dat komt in de krant.”

Maar het is niet alleen maar kommer en kwel, vervolgt Van Dijken. „Als pastor voer je soms goede gesprekken en maak je mooie dingen mee. We waken ervoor om diensten op te dringen, maar bieden onszelf allen maar aan. Ik vergelijk het met een goede herder. Ik kom bij hen, meer in een houding van: Stoor ik? Kan ik ergens van dienst zijn? Hebt u even tijd om te praten, ik bedoel, van mens tot mens.”

Moet een koopvaardijpredikant evangeliseren? Ds. Van Dijken: „Ik ben in dienst van de SoW-kerken. Binnen de SoW-kerken heb je verschillende opvattingen. Er zijn evangelische collega's die vinden dat je het Evangelie moet brengen en lectuur moet verspreiden. Die geluiden vind je ook in de International Christian Maritime Association (ICMA), waarbinnen je echter ook andere visies tegenkomt. De evangelische stichting voor koopvaardijpastoraat Lumen Maris in Terneuzen zet zich nogal af tegen de ICMA, omdat die zich volgens hen niet genoeg profileert. Ik deel de visie niet om op koopvaardijschepen het Evangelie te verkondigen. Ik wil niet de indruk wekken dat de ander alleen interessant is als ik iets bij hem kan achterlaten. Ik wil niet aan proselitisme doen, al deel ik geen zwarte piet uit aan hen die dat wél willen doen.”

Breed beoefend
Koopvaardijpastoraat in Nederland wordt breed beoefend, door protestanten, rooms-katholieken, maar ook buitenlandse instanties hebben hun eigen inbreng: Duitsers, Britten, Noren, Denen, Finnen en Zweden, ze zijn allen in Nederland actief. Dat betekent dat het koopvaardijpastoraat ook op hen afgestemd moet worden. Van Dijken is tevens coördinator van Protestants Koopvaardij Werk Nederland.

Als doel van het pastoraat ziet hij het verhelderen van bestaansvragen van zeevarenden, voorzover die vragen te maken hebben met normen en waarden, religie en geloven. „Pastoraat is een vorm van delen in elkaars geloof. Dit houdt in dat ik zelf het initiatief neem om zeevarenden op te zoeken, aan boord of in zeemansclubs. De ander beslist zelf of hij mij als zijn pastor wil, of niet. Gelijkwaardigheid en respect voor de ander zijn voor mij fundamentele waarden. Mijn aandacht is primair gericht op de ander als uniek individu, als schepsel van God.”

Er wordt weinig om kerkdiensten gevraagd, is de ervaring van ds. Van Dijken. „We hebben wel elke zondag een oecumenische dienst in het Zeemanshuis in Rotterdam. Die diensten worden georganiseerd door pastores uit uiteenlopende geloofsgemeenschappen.”

Terughoudend
Delen in elkaars geloof staat bij Van Dijken centraal. „Dat betekent dat ik terughoudend ben in het aanspreken van mensen. Ik ga niet met het Evangelie lopen leuren en respecteer ook moslims en hindoes. Ik begrijp goed dat ik een westers christendom vertegenwoordig van 2000 jaar waarin kolonialisme en godsdienstoorlogen schering en inslag waren. Je kunt dan niet zeggen tegen een Indiase zeeman: Ik wil jou het Evangelie verkondigen. Zij zien dat Evangelie te veel door een westerse bril. De ander moet je niet zien als object van bekeringsdrift, want die ander kan jou ook wat te vertellen hebben. God is ook in die andere landen aanwezig en mensen buiten het christendom hebben eveneens signalen van Hem opgepikt en hebben weet van de tien geboden.”

„Verkondiging van het Evangelie vind ik een onhandige term. Dan vraag ik: Wat doet u met die verkondiging in uw eigen leven, met mensen in uw straat en familie? Het Evangelie gaat over de essentiële dingen van het leven. Je praat over geloof met iemand met wie je vertrouwd bent. Evangelieverkondiging is één bepaald model voor overdracht, het preekmodel, tegen iemand aanpraten. In de zeevaart werkt dat vaak minder.”

Dat pastoraat zonder nadrukkelijke evangelieverkondiging vooral een sociale gebeurtenis lijkt, ervaart ds. Van Dijken als een compliment. „Het menselijk contact is essentieel in de harde wereld van de zeevaart. Maar het feit dat ik een pastor ben, betekent ook een meerwaarde vergeleken met een welzijnswerker. Voor velen ben je toch zoiets als de man Gods.”


Dit is de derde aflevering in een serie gesprekken met predikanten die zich op een specifieke doelgroep richten.

Vorige afleveringen:
• Zielzorg in de duistere diepte

• Boodschap voor bajesbewoners