Aan het ziekbed worden zo veel woorden vermorst
Bij de kwetsbaarheid van het levenDoor J. van 't Hul 's-HERTOGENBOSCH Dagelijks spreekt hij mensen die zojuist van de dokter hebben gehoord: Mevrouw, meneer, we kunnen niets meer voor u doen. Om de twee dagen staat hij aan een sterfbed. Een ziekenhuispredikant leeft aan de zelfkant van het leven, zegt ds. L. van Wingerden. Als ik niet zou weten dat God met mij is, zat ik iedere dag met de handen in het haar. Ds. Van Wingerden is predikant van Ziekenhuis Bosch Medicentrum. Een in 1990 in gang gezette fusie met het Grootziekengasthuis in de Brabantse hoofdstad knaagt aan de van oorsprong protestants-christelijke instelling. Het confessionele karakter van dit ziekenhuis staat op de tocht, zegt ds. Van Wingerden. Er zitten bij de fusiestukken wel allerlei identiteitsverklaringen, maar het is de vlag die de lading moet dekken. Dat neemt niet weg dat het van oudsher familiaire Willem-Alexander nog steeds hét ziekenhuis is van mensen uit de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena. Van Wingerden groeide op in een gedegen gereformeerdebondsgezin in de Alblasserwaard, studeerde aan een ouderwetse ulo en werd boekhouder. Maar de theologiestudie trok ook. Zonder dat ik spreken kan van een paulinische aanwijzing, kreeg ik verlangen om de kerk te dienen. Grootvader Lodewijk Verheul was naast timmerman ook godsdienstonderwijzer in Brakel. Als kind speelden we thuis al domineetje. Op de een of andere manier heeft het er altijd al ingezeten. Contacten met ds. W. L. Tukker, toen predikant te Sirjansland, zetten zijn schreden vaster in het spoor. Van Wingerden studeerde samen met jongens uit Giessendam en Werkendam theologie in Utrecht en was actief in de studentenvereniging Voetius. Met hoogachting spreekt hij over hoogleraren als Van der Linde, Graafland, Quispel en Van Unnik. Maar een vaderlijk woord van een eenvoudige dominee raakte pas echt doel: Jongens, wat is geloof? Stel je voor: een klein kind zit boven op een kast. Vader zegt: Spring maar; ik vang je op. En dat kind springt, in blind vertrouwen. Dat is geloof. Cardioloog In 1980 betrok ds. Van Wingerden de pastorie te Zijderveld. Als ik terugdenk, dan bekruipt me wel eens de gedachte van: O, wat heb ik die mensen daar toch allemaal voorgehouden! Je meende toen nog dat je in iedere preek alles moest zeggen. Daar klopte nog mijn boekhoudersbloed: alles moest kloppen. Later heb ik geleerd van een preek geen uitpuilende worst te maken. Sprang werd in 1984 de tweede gemeente. Vijf jaar later kwam de predikant met hartklachten in het Willem-Alexander Ziekenhuis terecht. U moet stoppen met de gemeente, zei de cardioloog. Kom maar bij ons, wij hebben net een dominee nodig. Predikant zijn in een ziekenhuis, weet ds. Van Wingerden inmiddels, is duizendmaal anders dan gemeentepredikant zijn. Ik heb mijn principes behouden, maar ook een ontwikkeling doorgemaakt. Waar ik vroeger een punt zette, komt nu wel eens een komma te staan. Ik zie hier wel collega's binnenkomen die aan het ziekbed allemaal bekende zinnen uitspreken, een stukje uit de Bijbel lezen en een gebed doen, maar die geen ogenblik geluisterd hebben. Dan denk ik: Beste broeder, dat is helemaal mis. Pastoraat is voor 95 procent luisteren, luisteren naar het levensverhaal van zieke mensen. Er worden aan ziek- en sterfbedden zo veel woorden vermorst. Coram Deo Ik maak ook fouten, knotsen van fouten, maar het is zo gemakzuchtig om in het pastoraat allerlei stichtelijkheden voort te brengen en vervolgens te vertrekken. Dat doet me denken aan een dominee die met zijn auto voorrijdt, het raampje half omlaag draait en roept: Hoort, hoort des Heeren Woord. Daarna doet hij het raampje weer dicht en vertrekt. Die man heeft wel een waarheid uitgesproken, maar toch niet in de roos geschoten. In het ziekenhuispastoraat ben je, samen met de lijdende of stervende mens, coram Deo bezig, voor Gods aangezicht. Dat betekent luisteren, meelijden en zoeken naar een woord van bemoediging, een woord van troost en kracht. Ja, zoeken, want ik heb geen troostrijke woorden in mijn achterzak. Zo zie ik de Heere Jezus voor me, hoe echt pastoraal, hoe echt herderlijk Hij was. Ik mag, staande in Zijn dienst, nazeggen wat Hij heeft voorgezegd. Een geestelijk verzorger staat te midden van de kwetsbaarheid van het leven. Soms sta je aan het sterfbed van mensen die hun hele leven in de kerk hebben gezeten, die het zo goed zouden kunnen weten. Als ik dan zeg: Mevrouw, of meneer, nu bent u door alle plafonds heengezakt; wat is nu uw enige troost, in leven en in sterven?, dan blijft het zo vaak stil. Wat erg is dat. Dat doet me denken aan Luther: Een christen bekeren is inderdaad een heidens werk. Vacatures Recent bleek dat vacatures geestelijke verzorging in zorginstellingen vooral reacties opleverden van gemeentepredikanten. Het zou een signaal zijn van een stuk onvrede onder predikanten omtrent hun functioneren in de gemeente. Ziekenhuispastoraat zou meer overzicht bieden, meer structuur. Ds. Van Wingerden: Ook onder predikanten vind je veel stress en burn-out. Toch is het onjuist om te stellen dat een ziekenhuispredikant het zoveel gemakkelijker heeft. Het werk hier is wel gestructureerder, dat is waar. Maar evengoed blijft het geen sinecure om dagelijks om te gaan met lijden en sterven. Ziek-zijn is een gevecht, en wie in bed komt te liggen, denkt in stilte wel eens: Nu gaat het fout. Ook in gereformeerde kring ontmoet je zo weinig overgave aan God. Als Abraham sterft, mag hij het leven goedsmoeds teruggeven aan Hem van Wie hij het leven ontvangen had. Maar om je heen hoor je van vrijwel iedereen: Dokter, is er nog wat aan te doen? Dokter, u heeft vast nog wel een kuurtje in de kast liggen dat me helpen kan. Ik heb diep respect voor echte, oprechte bevindelijk gereformeerde mensen, voor mensen die kunnen zeggen: Hoort wat Gód mij deed ondervinden, maar je komt ze zo sporadisch tegen. Ik beluister zo weinig verwondering, zo weinig oprechte godsvrucht. Wel veel woorden, veel teksten, veel stichtelijkheid. Basaal Ds. Van Wingerden preekt zondags ook wel eens in omliggende dorpen. Hij komt evengoed in Wijk en Aalburg als in Best. Tien jaar ziekenpastoraat heeft me geleerd heel basaal te preken, zonder veel omhaal recht op het doel af te gaan. Aan ziekbedden moet je geen lange verhalen houden. Ik heb kleine kinderen dood in mijn handen gehouden, ik zie bijna dagelijks oude mensen het leven verlaten. Dat maakt op de preekstoel erg nuchter. Wat de boodschap dan moet zijn? Mevrouw, meneer, God is er! Ook al ziet u Hem niet. Psalm 23! Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, Gij zijt met mij. Dat geeft verwondering, dat geeft vertrouwen, dat geeft houvast, houvast dat niet door mensenhanden is weggegrist vanaf de bovenste plank. |
Dit is de vierde aflevering in een serie gesprekken met predikanten die zich op een specifieke doelgroep richten.
Vorige afleveringen:
Zielzorg in de duistere diepte
Boodschap voor bajesbewoners
Een herder tussen zwervende zeelui
|