Grondiger Bijbelse doordenking landbouw nodig
Nederlandse boeren hebben het zwaar. Een doordenking van landbouw in Bijbels perspectief helpt om van die nood een deugd te maken, schrijft ds. M. van Reenen.
Opnieuw een noodsignaal vanuit de landbouwsector. Landbouwadviseurs schrijven dat de voorgestelde nieuwe fijnstofwetgeving niet alleen onhaalbaar, maar ook oneerlijk is (RD 6-6). Zij ervaren de overheid als onbetrouwbaar, als zij maatregel op maatregel stapelt.
Dit is maar één van de vele klachten die bij boeren leven. Ze hebben het gevoel in deze maatschappij te zitten in de hoek waar de klappen vallen. Regelmatig staat het voortbestaan van de sector of in elk geval van het eigen bedrijf op het spel. De administratieve druk neemt alsmaar toe en de benodigde investeringen rijzen de pan uit. Jongeren willen geen boer meer worden, landbouwgrond wordt steeds soortenarmer. Enzovoorts.
Bovendien zijn verschillende problemen elkaars tegenhanger. Los je het ene op, dan wordt het andere groter. Bevordering van dierenwelzijn betekent weer verzwaring van milieulasten, bijvoorbeeld. De oplossing wordt nu nog vaak gezocht in schaalvergroting, zoals ook in genoemd artikel. Technisch en economisch is dat begrijpelijk. Als we echter verder kijken, zien we dat verschillende van de hiervoor geschetste zorgen daarmee juist toenemen. Ik wil daarin nog een stap verder gaan. Leiden deze ontwikkelingen ook niet tot meer afstand van een Bijbelse visie op landbouw?
Vooraf wil ik benadrukken dat geen enkel landbouwsysteem exclusief Bijbels is. Maar er is wel één Bijbelse visie op landbouw. Landbouw in Bijbels licht is namelijk niet hoofdzakelijk een economische, maar een theologische bezigheid.
Hoge roeping
Boeren zijn in onze samenleving weinig in aanzien, maar hebben in feite een hoge roeping. Hun beroep vloeit rechtstreeks voort uit de opdracht aan Adam om Gods aarde te bebouwen en de door Hem geschapen dieren te regeren. Daarom noem ik hun vak theologisch: het gaat om Gods aarde, om Gods dieren, om Gods lucht die wij inademen, met als doel Gods voedsel te kunnen uitreiken aan door God geschapen medemensen. Het genadewonder is dat dit, ondanks de zondeval en de daaropvolgende vloek (zweet, doornen en distelen), zo gebleven is. Aandacht voor liefdevol, eerbiedig en voorzichtig landgebruik is een rode lijn in de Bijbel, denk aan Noach en de wetten van Mozes. Steeds is daar het besef: „De aarde is des Heeren, mitsgaders haar volheid.”
Recent verscheen de brochure ”Boeren met ontzag” van christenagrariër W. Schippers, waarin hij ertoe oproept om nieuwe wegen in te slaan in de landbouw. Hij benadrukt terecht dat een boer ten principale niet een gewone ondernemer is. Terwijl in ons land de boer juist steeds meer de richting van manager wordt opgeduwd. De oorzaak ligt niet alleen in nieuwe wetgeving, maar ook in de landbouwsector zelf. Daarmee dreigt het zicht op de hoge roeping van God en de heerlijke gave om werkzaam te zijn in Zijn schepping, te verdwijnen achter cijfers, doelen en machines.
Verblijden
Ik besef dat ik dit schrijf als predikant, niet als agrariër. De zorgen en ontwikkelingen merk ik niet van binnenuit, maar slechts als betrokken buitenstaander. Maar juist als predikant meen ik dat het nodig is om aandacht te vragen voor de véle dingen die de Bijbel te zeggen heeft over de landbouw. Er is oefening nodig om dat toe te passen. Zo is de gedachte dat megastallen prima zijn omdat Abraham en Job ook ‘megaboer’ waren echt misplaatst.
We zullen ons moeten afvragen wat het betekent om het plekje in te nemen dat God ons geeft met oog voor het vee, de bodem, de vogels en de medemensen die alle van Hem zijn en niet van ons. Dat behelst aspecten zoals rust voor de grond (Lev. 25:4, 26:34), zorg voor de natuur (Deut. 22:6; Matth. 6:26-30), welzijn van het vee (Deut. 22:10, Spr. 12:10), mededeelzaamheid jegens behoeftigen (Lev. 23:22) en afkerigheid van verkwisting (Deut. 20:19, Matth. 14:20).
Tegen de druk van wetgeving en markteconomie geeft de Bijbel een heilzaam perspectief. In het houden van Gods geboden is grote loon, ook als het gaat om de landbouw. Omdat de Schepper alwijs is, heb ik gegronde hoop dat door in deze lijn te boeren een stuk van de last die veel boeren ervaren, wordt weggenomen. Ik wens het landbouwers van harte toe dat zij zich in verantwoording aan God mogen verblijden in hun werk in Zijn schepping.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Oldebroek-’t Harde.