Eenheid gewenst in lhbt-debat
In het debat over homoseksualiteit is niet alleen uiterste zorgvuldigheid gewenst, maar ook helderheid en beslistheid, bepleiten ondergetekenden. Laten we met elkaar een hecht front én een getuigende gemeenschap vormen in een wereld waarin dat wat God ons heeft gegeven steeds meer als willekeurige menselijke constructies wordt gezien.
Juist wanneer we denken dat het dieptepunt zo ongeveer zal zijn bereikt, blijkt het altijd nog gekker te kunnen. Op de Nederlandse TV was onlangs een programma te zien waarin een Engelse arts, Javid Abdelmoneim –bekend van Artsen zonder Grenzen en van verschillende optredens in de media– duidelijk maakte dat er „geen verschillen tussen jongens en meisjes” zijn. Wij ouders en leraren leggen kinderen een bepaalde identiteit op, maar die is cultureel bepaald.
Dr. Abdelmoneim mocht zijn gang gaan om het Engelse schoolklasje ”genderneutraal” te krijgen, en ja hoor, binnen enkele weken waren de „kinderen m/v” al „zelfbewuster en ruimdenkender”.
Het is de zoveelste stap in het debat over onze geslachtelijke en seksuele identiteit, samengevat als het lhbt-debat. Wat er in deze discussie op het spel staat, gaan we pas goed zien wanneer we deze zien in het perspectief dat C. S. Lewis heeft beschreven. In zijn boek ”De afschaffing van de mens” beschreef Lewis de ontwikkeling van de ene wereld naar een nieuwe. In de eerste wereld werd God erkend als Schepper. Als onze Schepper gaf Hij ons ook Zijn wet, die ons leven heilzaam begrenst. Hij schiep ons als man en vrouw en schonk ons het huwelijk als een veilige plaats voor onze seksuele behoeften en verlangens. Wat God schonk was een heilzaam gegeven, en de mens voegde zich daarin.
Die wereld heeft plaats gemaakt voor de nieuwe wereld, waarin al die vroegere gegevenheden menselijke creaties en constructies zijn geworden, die we naar eigen believen kunnen definiëren en herdefiniëren.
Wat een man of vrouw is, staat niet meer (definitief) vast. Wat een huwelijk is, kunnen we gemakkelijk een nieuwe inhoud geven: niet alleen meer voor één man en één vrouw, maar ook ”opengesteld” voor ”personen van gelijk geslacht”.
Eigen natuur
Ten diepste gaat het hier dus om het niet willen erkennen van onze eigen natuur als door God geschapen en gegeven. De nieuwe wereld is on- en tegennatuurlijk. Abraham Kuyper beschreef deze ontwikkeling in zijn Stonelezingen over het calvinisme als volgt: „Het modernisme rust niet voordat het van de vrouw een man, van de man een vrouw heeft gemaakt, en, alle onderscheid nivellerend, het leven doodt door het onder de ban van de eenvormigheid te leggen.” Paulus plaatst deze ontwikkeling nadrukkelijk in eschatologisch perspectief (Rom. 1:31; 2 Tim. 3:1-5).
Wanneer we de huidige discussie in dit licht zien, heeft dit onzes inziens twee consequenties. De eerste is niet echt nieuw, maar verdient wel meer dan voorheen onze uitdrukkelijke aandacht. Het gaat hier om de manier waarop we omgaan met mensen die in hun leven geconfronteerd worden met het gegeven dat zij anders geaard zijn. Zij onderkennen hun homoseksuele gevoelens en worstelen daarmee. Omdat niet alleen het ”doen” zondig is, maar ook het ”zijn” het directe gevolg is van de gebrokenheid van deze wereld na Genesis 3. Als gevolg daarvan is er veel verdriet, strijd en eenzaamheid in hun leven.
Het behoeft, als het goed is, nauwelijks te worden gezegd, maar ons gedrag, onze woorden, onze toon en onze hele houding tegenover deze medemensen kan alleen maar voortvloeien uit diepe bewogenheid en zorg. Dit des te meer wanneer wij ons herinneren dat hier ook zaken van de laatste ernst aan de orde zijn, als het van ”zijn” tot ”doen” komt: Paulus schrijft immers dat onder andere „zij die bij mannen liggen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven” (1 Kor. 6:10).
Publieke debat
De tweede consequentie betreft het publieke debat. We moeten daar niet naïef in zijn. Activisten uit de lhbt-gemeenschap zullen niet rusten voordat de christelijke, afwijzende houding tegenover homoseksualiteit en genderneutraliteit zal zijn overwonnen en ieder mens ieder ander mens, hoe geaard ook, als gewoon een andere, gelijkwaardige mogelijkheid erkent. En activisten uit deze hoek weten ook dat ze deze strijd met steeds kleine stapjes vooruit moeten winnen. Daarom moeten we hier beslist en ondubbelzinnig zijn. Want uiteindelijk gaat het hier ook om onze verhouding tot de Bijbel. Als we de Bijbel dankbaar als het Woord van God ontvangen, en als gezaghebbend op alle terreinen van het leven (en Bijbel en Woord Gods dus niet gaan onderscheiden, om de mogelijkheid te creëren om wat de Bijbel over bepaalde onderwerpen zegt –zoals schepping en homoseksualiteit– als tijdgebonden te zien), dan kunnen en mogen we niet anders.
Praktisch betekent dit dat wij niet willen meegaan in de tendens om te stellen dat er vanuit een eenheid des geloofs verschillende visies op homoseksualiteit mogelijk zijn. We willen waarschuwen voor de tendens om van een afwijzing de stap eerst naar pastorale oplossingen te zetten en ten slotte naar de volledige aanvaarding van homoseksuele relaties. We kunnen en willen dus ook niet meegaan in de gedachtegang dat er in het geloof niets mis mee kan zijn als twee mensen van hetzelfde geslacht, twee mannen, twee vrouwen, van elkaar houden. Ook onze liefde wordt immers door Gods wet genormeerd. Een homo-”huwelijk” is geen huwelijk, en we moeten dat dus ook niet zo willen noemen. Net zo min als twee partners die een ”homohuwelijk” met elkaar aangaan echtgenoten worden en zo zouden kunnen worden genoemd. Waar het Woord van God zo helder spreekt, mogen wij geen verhullende formuleringen hanteren.
Ruis
Ondergetekenden hechten eraan deze visie eensgezind en publiekelijk te onderstrepen omdat er in het recente verleden enige ruis is ontstaan. Die ruis was het gevolg van de nog vers in het geheugen liggende ophef rond de folder van de stichting Gezin in Gevaar die eind maart als bijlage bij het RD werd verspreid. In de discussie die daarop allerwegen volgde, een heel voorjaar en een hele zomer lang, heeft de hoofdredacteur van het RD dingen gezegd, en hebben anderen daar weer op gereageerd, in de krant, in kerkelijke bladen, op weblogs.
Daarbij ging het, uiteindelijk, om het spanningsveld tussen duidelijkheid en zorgvuldigheid. In het RD heeft de hoofdredacteur een briefwisseling gevoerd en zijn artikelen verschenen waarin sterk de nadruk lag op zorgvuldigheid en bewogenheid in het omgaan met jongeren met homoseksuele gevoelens. Daardoor kan –ongewild en onbedoeld– de indruk zijn ontstaan dat het RD tegenwoordig een meer tolerante positie inneemt ten opzichte van homoseksualiteit dan in het verleden. Ds. De Vries vond dat de gekozen verwoording misverstanden opriep en miste daarin de vereiste duidelijkheid. De grote zorgen over verschuivingen binnen de gereformeerde gezindte, waarbij er steeds meer acceptatie is van deze relaties, brachten hem tot een aantal scherpe uitspraken hierover.
Inmiddels hebben alle betrokkenen bij elkaar gezeten, elkaar in de ogen gekeken, treurnis over gekozen formuleringen uitgesproken, en alle kwesties open en eerlijk tegenover elkaar uitgesproken. Aan het einde van de avond was er geen enkele twijfel meer, bij wie dan ook, over de intenties van de uitspraken en de reacties, en over de diepe eensgezindheid waarin we in deze discussie staan en over de lijn die we in dit debat moeten volgen.
Onverschrokken
En zo willen we met elkaar verder. Niet alleen in de eerlijkheid en openheid van de omgang met elkaar, maar ook in het met elkaar vasthouden aan de waarheid van het Woord van God over ons leven. Op het belangrijke front van het lhbt-debat willen we waakzaam, duidelijk en onverschrokken zijn, schouder aan schouder. We hopen van harte dat ouders, scholen, kerken en andere media met ons van de relevantie en urgentie van deze strijd overtuigd zijn, evenmin concessies zullen willen doen, en naast de duidelijkheid die in het publieke debat nodig is ook de voorzichtigheid, liefde en zorgvuldigheid aan de dag zullen leggen in onze omgang met medemensen. In het diepste besef dat ook wij slechts overeind blijven als we met ons volle gewicht steunen op de Bijbel, op het Woord van God.
Dr. Steef de Bruijn, hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad; Mr. Diederik van Dijk, lid van de Eerste Kamer voor de SGP; Dr. Bart Jan Spruyt, docent cultuur en maatschappij, Driestar hogeschool; Dr. Piet de Vries, docent Bijbelse theologie en hermeneutiek, seminarium Hersteld Hervormde Kerk; Dr. Wim de Vries, commissaris Erdee Media Groep.