Russisch-Duitse baptisten zijn spiegel voor de gereformeerde gezindte
Door zijn levensgang staat Hans Pieterman op de grens van Reformatie en doperdom. Hij is bevriend met verschillende predikanten uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte, maar kerkt in een gemeente van Russisch-Duitse baptisten. „De gereformeerde gezindte kan heel veel van deze gelovigen leren.”
Onder reformatorische christenen kregen Hans en Aletta Pieterman bekendheid door hun woning Huize Sola Gratia in Mürlenbach. Twee etages verhuurden ze als vakantiewoning aan gezinnen die ook in de vakantie willen leven bij Gods Woord. Hun woonplaats is veranderd, maar het nieuwe huis, met nu nog één vakantiewoning, draagt dezelfde naam. Ze sloten zich aan bij de Russisch-Duitse baptistengemeente van Olsberg.
Hoe beoordeelt u de beslissing van teruggekeerde Russisch-Duitse baptisten om in Duitsland eigen gemeenten te stichten?
„Bij veel van deze christenen vind je het hartelijke verlangen om in gehoorzaamheid aan Gods Woord te leven. In het begin hebben ze contact gezocht met bestaande Duitse gemeenten, maar de wereldsgezindheid die ze daar aantroffen maakte het voor hen onmogelijk om zich daarbij aan te sluiten. Wel zijn er nog altijd zeer hartelijke contacten met de uit Rusland teruggekeerde mennonieten. Over en weer wordt bij elkaar gepreekt. Dat is iets waar de gereformeerde gezindte van kan leren. Niet de naam van een verband, maar de inhoud van de prediking is bepalend. Wanneer er geestelijke herkenning is, vallen kerkmuren voor hen weg. Ze zijn ook bijzonder hartelijk en gastvrij voor gasten die uit een totaal ander milieu komen.”
U gaat zelf geregeld voor in de diensten. Hoe wordt dat door de hoorders beleefd?
„Ze zijn heel dankbaar dat iemand uit een ander land hetzelfde geluid laat horen. Dat laat de jonge generatie zien dat die boodschap niet typisch Russisch is, maar voluit Bijbels. Dezelfde houding hebben ze in hun zendingswerk onder puur heidense volken in de voormalige Sovjet-Unie. Als mensen daar tot bekering komen en door hun leven tonen dat ze de Heere liefhebben, beschouwen ze die voor honderd procent als broeders en zusters. Ook al verschillen de culturele gewoonten enorm.”
U staat achter de Bijbelse verkiezingsleer, die bij de Russisch-Duitse baptisten weinig aandacht krijgt. Levert dat geen spanning op?
„In mijn prediking verkondig ik eenvoudig wat er in de Bijbel staat. Ik sta achter de leer van de verkiezing, maar leg die niet als een schema over elke tekst. Als Christus zegt dat de rank die in Hem niet blijft verbrand zal worden, betekent dit dat er een zekere binding met Christus kan bestaan die verbroken wordt. Paulus spreekt over de mogelijkheid schipbreuk te lijden van het geloof. De Russisch-Duitse broeders zeggen: „Hoe kun je schipbreuk lijden van iets wat je niet hebt?” We vinden elkaar in de diepe overtuiging dat onze redding enkel en alleen uit genade is.
Reformatorische christenen zijn soms meer met hun theologie bezig dan met Gods Woord zelf. Dat is een verhindering om de boodschap van de Bijbel eenvoudig als Gods stem te horen. Opvallend in de bekeringen die wij hier mogen meemaken, is de eenvoud in het komen tot Christus en het aanvaarden van de genade. Het gaat niet alleen om waarheden, maar vooral om Hem die de Waarheid is. Het redeneren over de leer en theologische haarkloverijen brengt veel zoekende zielen in verwarring.”
Hoe verklaart u dat de afval der heiligen voor de Russisch-Duitse baptisten en mennonieten zo’n belangrijk punt is?
„Onder andere door de praktijk waarmee ze in Rusland zijn geconfronteerd. Er zijn voorgangers geweest die met grote zegen hebben gepreekt en voor hun overtuiging jarenlang gevangenisstraf hebben verdragen, maar uiteindelijk de druk niet konden weerstaan en voor het oog als ongelovigen zijn gestorven. Ik heb geleerd om voorzichtig om te gaan met theologische kwesties waarover godvrezende dienstknechten van God totaal verschillende standpunten hebben verkondigd. Wel is het voor mij moeilijk om aan te nemen dat iemand die wedergeboren is en verzegeld met de Heilige Geest, verloren kan gaan. Bijzondere verlichtingen door de Heilige Geest zijn nog geen bewijs van waarachtige wedergeboorte. Maar belangrijker dan de verwoording is de eenheid in Christus en de beleving van het sola gratia.”
Komt de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze bij Russisch-Duitse baptisten niet wat in de verdrukking door hun grote nadruk op heiligheid?
„Dat is niet mijn ervaring. Het najagen van heiligheid zullen ze nooit aan een onbekeerde voorhouden. Dat is de heilige roeping van Gods gemeente, waaronder zij terecht de ware gelovigen verstaan. Spreken ze ongelovigen aan, binnen en buiten de gemeente, dan roepen ze die op tot bekering en geloof in het Evangelie. Wel kan het voorkomen dat het streven naar heiliging wettische tendensen krijgt, en vergeten wordt dat Christus niet alleen onze gerechtigheid is, maar ook onze heiliging, door genade en geloof alleen.”
Wat bracht u ertoe om afscheid te nemen van de gemeente van Gerolstein?
„De stroming die daar naar vernieuwing streefde, werd steeds sterker. Daardoor vertrokken families die vast wilden houden aan de Bijbelse vreze des Heeren, wat het proces nog versnelde. Dat is een ontwikkeling die we helaas bij veel Russisch-Duitse gemeenten zien. Elke samenleving kent het generatieconflict tussen jongeren en ouderen, maar bij de Rusland-Duitsers komt daar nog bij dat hun kinderen in totaal andere omstandigheden opgroeien dan die waarin ze zelf zijn groot geworden. Terwijl de ouders in Rusland nauwelijks enige opleiding konden kregen omdat ze christen waren, gaan hun zoons en dochters nu naar de universiteit. Die kloof is enorm.”
Hoe daarmee om te gaan?
„Belangrijk is dat de oudsten van de gemeente oog hebben voor de wereld waarin de jongeren leven, maar tegelijk een vaste koers blijven houden. Waar dat niet het geval is, zie je gemeenten soms in een paar jaar tijd totaal veranderen. Er staat ineens een drumstel op het podium en de piëtistische gezangen worden ingewisseld voor charismatische liederen. De Broederschap van niet-geregistreerde baptisten is in 1961 ontstaan als gevolg van een geestelijke opwekking. Die leidde tot het verlangen om de gemeente van Christus als een reine bruid voor Hem toe te bereiden, te meer nu Zijn wederkomst nadert. We zien dat de Heere in de gemeenten die in deze weg van heiliging en reiniging voortgaan, het meest krachtig werkt.”
Welke theologische invloeden hebben de Russisch-Duitse baptisten ondergaan?
„In de eerste plaats die van Menno Simons, maar ze zijn ook beïnvloed door Luther en het piëtisme. Dat zie je heel duidelijk terug in hun liederen. En dan is er de invloed geweest van opwekkingen, de Vergadering van Gelovigen en de Keswick-beweging.”
Wat kunnen reformatorische christenen leren van de behoudende Russisch-Duitse baptisten?
„Onze Nederlandse gasten worden getroffen door wat ze in de diensten horen en zien. De boodschap is Bijbels, eenvoudig en direct. Jong en oud zijn bij de dienst betrokken door verschillende bijdragen, zoals een gedicht, een lied of een getuigenis. Er is ook veel gebedsleven, in combinatie met vasten. Elk nieuw jaar beginnen deze gemeenten met zeven avonden van gebed, met inleidende predikaties.
Een ander opvallend kenmerk is de gemeenschap onder elkaar en de drang om anderen te winnen voor het Evangelie. Wat mij bijzonder ontroert, is de ootmoedige gezindheid. Zo hebben we verschillende malen meegemaakt dat een oudste onder tranen voor de gemeente beleed waarin hij tekortgeschoten was in zijn dienst.
Het laatste wat ik wil noemen, is het verlangen naar toewijding aan de Heere, iets wat onder reformatorische christenen in Nederland weinig aandacht krijgt. Terwijl de Bijbel er toch duidelijk over schrijft. Als de Heere werkelijk álles voor ons heeft gedaan en gegeven, zouden wij dan niet alles van ons aan Hém geven?”
Wat kunnen Russisch-Duitse baptisten leren van reformatorische christenen?
„Ik vind het jammer dat ze geen psalmen zingen. Hun gezangen zijn prachtig, maar het zou goed zijn als ze aan hun liederenschat de psalmen toevoegden. Daarnaast missen ze een goede catechismus voor het onderwijs van de waarheid, zoals de Heidelbergse Catechismus. Daarin komen de hoofdzaken van de leer op een systematische wijze aan de orde.”
Hoe ziet u de toekomst voor de Russisch-Duitse gemeenten?
„Ik ben niet hoopvol gestemd over gemeenten die de weg van heiliging hebben verlaten. Die zullen zich ontwikkelen zoals de meeste kerken in West-Europa. Er is wel toekomst, zelfs in de donkerste tijden, voor gemeenten die op de oude paden blijven gaan. Zo hebben we een grote gemeente leren kennen waar 24 uur lang door verschillende groepen is gebeden voor een evangelisatiedienst, vanuit een diep besef dat alleen Gods Geest de harten kan veranderen. Toen wij een halfuur voor het begin van de dienst een plek zochten, was de tegenwoordigheid des Heeren bijna tastbaar aanwezig. Voordat de prediking begon, kwamen mensen al huilend naar voren om hun zonden te belijden. Nog weken daarna was Gods Geest krachtig in de samenkomsten werkzaam. De binnen de gereformeerde gezindte spreekwoordelijke doperse wereldmijding is in werkelijkheid vaak niets anders dan een eenvoudig navolgen van dat wat de Heere in Zijn Woord van ons vraagt. De smalle weg van afzondering van de wereld en navolging van Christus. Als dat dopers is, was Paulus het ook.”
Dit is het slot van een vierdelige serie over Bijbelgetrouwe protestanten in Duitsland. De vorige delen verschenen 21 maart, 29 maart en 5 april.
Hans Pieterman
Hans Pieterman (1949) groeide op in een Nederlands hervormd gezin, met ouders die afkomstig waren uit de Vergadering van Gelovigen. In zijn tienerjaren nam hij afscheid van het christelijk geloof en verdiepte hij zich in oosterse religies, maar als student kwam hij tot bekering. Hij sloot zich aan bij de gesloten Vergadering van Gelovigen. Op de Evangelische Bijbelschool in Doorn leerde hij Aletta kennen, afkomstig uit de synodaal Gereformeerde Kerken. Ook zij was na een periode waarin ze verstrikt raakte in oosterse filosofieën tot geloof gekomen. In 1975 traden ze in het huwelijk. Kerkelijk raakten ze steeds meer geïsoleerd. Hun vier kinderen gaven ze thuisonderwijs.
Vanaf 1990 leerde Pieterman de puriteinen kennen. Contacten met reformatorische thuislezers brachten hem in aanraking met Nederlandse oudvaders. Via hen kwam hij bij de reformatoren terecht. Incidenteel ging het gezin kerken bij predikanten uit de gereformeerde gezindte. Aansluiting bij een reformatorisch kerkverband was voor het echtpaar een stap te ver, vanwege de belijdenispraktijk. Ook de wereldse levensstijl binnen veel reformatorische gemeenten was een hindernis.
Vanuit het verlangen naar een opwekking richtte Pieterman de stichting Herleving op, die bekendheid kreeg door de website Revival Site Holland. Onder de paraplu van deze stichting hield dr. Joel Beeke in 2007 op een aantal plaatsen in Nederland lezingen over onder andere huisgodsdienst. Twee jaar later verhuisde het echtpaar vanuit Arnemuiden naar Mürlenbach, een dorp in de Duitse Vulkaaneifel. Ze sloten zich aan bij de Russisch-Duitse baptistengemeente van Gerolstein, waar ze eindelijk een kerkelijk thuis vonden. Al snel kreeg Pieterman het verzoek om ook voor te gaan in de prediking. Niet alleen in Gerolstein, maar ook in gemeenten van Russisch-Duitse baptisten elders in het land en daarbuiten. Vorig jaar verhuisde het echtpaar naar Winterberg-Altenfeld in Hoog-Sauerland (huizesolagratia.net). Ze sloten zich aan bij de behoudende Russisch-Duitse baptistengemeente van Olsberg.
Het echtpaar Pieterman heeft vier kinderen en verwachten het achtste kleinkind. De kinderen sloten zich allemaal aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Dochter Abigaïl is gehuwd met ds. S. W. Janse, predikant van de gereformeerde gemeente te Rijssen. Ruth Pieterman werd bekend door haar vertaalwerk. Ze vertaalde onder meer de brieven en het dagboek van de Engelse Ruth Bryan in het Nederlands.