Prof. G. van den Brink: Denk genuanceerd over evolutie
Berust de evolutietheorie op een geloof? Of heeft God de wereld geschapen via evolutie? De meningen liepen vrijdag uiteen tijdens een congres in Nijkerk over ”evolutionaire schepping”.
Aanleiding voor de studiedag was het boek van prof. dr. G. van den Brink: ”En de aarde bracht voort” (uitg. Boekencentrum). De dag was in vier thematische blokken verdeeld. Het eerste themablok ging over de vraag: hoe sterk staat de evolutietheorie precies? „Het gaat om een samenstel van deeltheoriën die voor bepaalde gebieden nuttig kunnen zijn. Maar als geheel berust de theorie op een geloof”, aldus de Wageningse bijzonder hoogleraar christelijke filosofie prof. dr. ir. Henk Jochemsen. Hij onderstreept dat noch de macro-evolutie, noch de oorsprong van het leven wetenschappelijk zijn bewezen. De theorie van de oerknal noemt hij „volstrekt ongefundeerd en niet overtuigend.”
De Delftse biofysicus prof. dr. Cees Dekker concludeert daarentegen „dat God via de evolutie heeft geschapen. Ik ben fantastisch bemoedigd door het boek van Van den Brink. Het orthodoxe geloof blijft volledig overeind staan.” Dat de aarde veel ouder is dan zesduizend jaar staat volgens hem vast. „De bewijzen daarvoor zijn volstrekt overtuigend. Kijk naar de radioactieve datering van fossielen en de bewijzen uit de astronomie.” Ook voor gemeenschappelijk afstamming is volgens hem „uitputtend bewijs.”
Prof. Van den Brink krijgt reacties van mensen die zeggen dat ze door zijn boek in verwarring zijn geraakt, vertelt hij. „Het gaat vooral om gewone gemeenteleden die met de discussie in aanraking komen, en dan zeggen: Ik weet niet hoe ik erover moet denken, maar ik voel wel dat het knaagt aan de fundamenten van mijn geloof. Ik wil zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor die verwarring, en daar geef ik mij wel rekenschap van. Dat komt ook nu aan de orde. U hoort van twee gerenommeerde wetenschappers, prof. Jochemsen en prof. Dekker, twee tegenstrijdige verhalen. Ik kan me goed voorstellen dat u als niet-wetenschapper zegt: wie moet ik nou geloven?”
Volgens prof. Van den Brink is het daarom goed om over de evolutietheorie genuanceerd te denken. Op het scherm voorin de kerkzaal projecteert hij een schaal van 0 tot 100. „Er zijn dingen die we absoluut zeker weten, daar zijn we van overtuigd. Een prachtige uitspraak in de Bijbel is die van Job, die midden in zijn ellende zegt: Ik weet, mijn Verlosser leeft. Dat is de onaantastbare zekerheid van het geloof. Er zijn ook dingen die wij niet zo zeker weten, maar wel bijna zeker. Ik weet bijna zeker dat ik vanmorgen ontbeten heb. Dat zegt mij geheugen mij namelijk. Het is mogelijk dat mijn geheugen mij bedriegt, maar ik weet het bijna zeker. Er zijn ook dingen waarvan je zeker weet dat ze niet waar zijn. Dan zit je op nul.”
De hoogleraar geloof en wetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam vertelt over een mevrouw die zijn boek had gelezen en reageerde: „Nog nooit is die evolutietheorie zo dicht bij mij gekomen als nadat ik uw boek gelezen had. Ze schrok er ook zelf van; ze raakte ervan in verwarring. Maar, zei ze, gelukkig heb ik daarna het boek van prof. dr. Paul gelezen, en dat stelde mij weer gerust. Toen ze mijn boek las zat ze zeg maar op 80 procent, toen ze zijn boek las zat ze op 20 procent. U zult ook allemaal wel ergens op die schaal zitten.” Prof. Van den Brink hoopt dat lezers zijn studie oppakken als een boek dat „ontspanning” wil geven. „Ook al zou de evolutietheorie voor 100 procent waar zijn, dat betekent dan nog niet dat het christelijk geloof omver valt.”
In het tweede blok ging de Apeldoornse oudtestamenticus prof. dr. H. G. L. Peels in op de vraag naar het creatuurlijk lijden en het karakter van God. Als lijden en dood al lang aanwezig waren in Gods goede schepping voordat de mens op het toneel kwam, botst dat dan niet met het Bijbelse godsbeeld? Prof. Peels concludeert met prof. Van den Brink „dat de werkelijkheid van een zeer oude aarde met daarop tevens leed en dood niet per se in tegenspraak is met het Bijbelse beeld van God. Hij, de goede God, voltooit Zijn werk ook via dalen van diepe duisternis. Gevoelsmatig blijft het in de geloofspraktijk wel schuren.”
Dr. Almatine Leene ging in op de verhouding tussen God en de dieren en op de vraag of dieren kunnen zondigen.
Lees hier meer artikelen over geloof en wetenschap.