In de kathedraal van Calvijn gaat een wissel om
Genève is de stad waar voormannen van de Reformatie hebben gewoond. Johannes Calvijn en Theodorus Beza bijvoorbeeld. De kathedraal van de stad is een gereformeerd bedehuis. Komende zaterdag gaat in de Saint-Pierre een historische wissel om.
Het is voorjaarsvakantie in Genève. Op de trappen van de Saint-Pierre, de kathedraal van de Zwitserse stad, genieten groepjes toeristen op maandagmiddag van de voorjaarszon. Er is genoeg te doen in de stad. Ook de kerk kondigt op spandoeken tientallen activiteiten aan. Maar niets wijst erop dat er zaterdag iets spectaculairs te gebeuren staat in de kolossale kathedraal.
De gebeurtenis van grote historische betekenis staat in een paar regels beschreven op een klein papier dat op een prikbord in de kathedraal hangt. In deze protestantse kerk, ooit het centrum van waaruit de prediking van Calvijn de wereld over ging, wordt op schrikkeldag 2020 voor het eerst in bijna 500 jaar een rooms-katholieke mis gehouden.
De mis zal worden geleid door de bisschoppelijke vicaris voor Genève van het bisdom Lausanne, Genève & Fribourg, Pascal Desthieux. Kardinaal Kurt Koch, de uit Zwitserland afkomstige voorzitter van de pauselijke raad ter bevordering van de eenheid van de christenen, noemde de aanstaande plechtigheid in „een hoofdstad van het protestantisme” eerder deze maand een belangrijk symbool van de eenheid van christenen.
Stoel
In de Saint-Pierre zijn de sporen van Calvijn niet ver te zoeken. Een stoel waarop de reformator heeft gezeten neemt een prominente plek in. De geschiedenis is tastbaar aanwezig. Hoewel, niet letterlijk. Het aanraken van de stoel is streng verboden, aldus het bordje op het koord dat eromheen hangt.
Calvijn preekte ruim twintig jaar in de kathedraal. Maar hij was niet degene die ervoor zorgde dat de Geneefse kathedraal overging naar de Reformatie. Dat was namelijk mede de verdienste van Willem Farel. In augustus 1535 gaat hij tegen het verbod van de magistraten van de stad in door een gereformeerde preek te houden. Nog diezelfde middag vindt er in de kerk een soort beeldenstorm plaats; alle voorwerpen die in strijd zijn met de gereformeerde leer, worden uit de kerk verwijderd.
Verkoper
Wie de toren van de kerk wil beklimmen, kan een kaartje kopen. De verkoper –een man van rond de veertig– zit achter een bureau, tegenover de stoel van Calvijn. Hij heeft ook gehoord dat er zaterdag een mis gehouden zal worden. „Voor het eerst sinds vijftienhonderd-en-nog-wat, geloof ik.” Of er veel reacties op zijn gekomen? „Wel een paar. Maar daarvoor moet u bij de kerkelijke gemeente zijn.” Hij is niet van plan zijn eigen mening te geven.
Het valt ter plaatse niet mee om iemand van de kerk te spreken te krijgen. De predikant, ds. Emmanuel Fuchs, is er deze dag niet. Hij laat dinsdag desgevraagd alsnog van zich horen, door per mail een document toe te sturen met „veelgestelde vragen” over de mis in de kerk van Calvijn. Blijkbaar zijn er dus meer vragen over gesteld dan de kaartverkoper in de kerk vermoedde.
In de reactie wijst de protestantse kerk van Genève erop dat zij zelf het initiatief heeft genomen om een mis in de Saint-Pierre mogelijk te maken. Zij ziet het als een manier om „heel duidelijk” te laten zien dat de contacten tussen de protestanten en de rooms-katholieken in Genève in de afgelopen veertig jaar sterk zijn verbeterd. „Er is sprake geweest van broederschap en wederzijdse herkenning”, zo luidt het.
Getuigenis
Het is volgens de kerk van belang om in een seculiere samenleving als protestanten en rooms-katholieken een gezamenlijk getuigenis te laten klinken. Maar is ze zich er dan niet van bewust dat een mis in de Saint-Pierre „toegewijde protestanten kan choqueren”, zo luidt een van de veelgestelde vragen. Het antwoord: „Zeer zeker, en dat respecteren wij.”
Maar de kerk voegt er wel aan toe door te willen gaan met het evenement, „met voorzichtigheid én vertrouwen, omdat dit initiatief niet alleen als storend kan worden ervaren, maar ook nieuwe wegen kan openen in de zoektocht naar eenheid met betrekking tot ons gezamenlijke getuigenis ten dienste van het Evangelie.”