Christenen in Gazastrook mogen tijdens Kerst niet naar Israël
De ongeveer honderd christenen in de Gazastrook die toestemming hebben om tijdens Kerst te reizen, mogen niet naar familieleden of heilige plaatsen in Bethlehem of Jeruzalem gaan.
Het is de christenen wel toegestaan naar het buitenland te reizen. Dat gebeurt via de Allenbybrug tussen de Westelijke Jordaanoever en Jordanië. Cogat, de organisatie die zich namens het Israëlische ministerie van Defensie bezighoudt met het verstrekken van de vergunningen, zou veiligheidsredenen hebben om karig te zijn met de reisvergunningen.
Om voor een reisvergunning in aanmerking te komen, moeten aanvragers minstens 45 jaar oud zijn. Ruim negenhonderd christenen hebben een vergunning aangevraagd. Vorig jaar gaf Israël zevenhonderd van de duizend christenen in Gaza toestemming.
Gewoonlijk kunnen christenen de Gazastrook helemaal niet uit, maar tijdens Kerst en Pasen maakt Israël een uitzondering. Israël heeft in het verleden gezegd dat veel Palestijnse christenen op de Westoever blijven als ze toestemming hebben gekregen de Gazastrook te verlaten.
Veiligheidsredenen
De krant Israëlische Haaretz schreef maandag in het hoofdcommentaar dat Israël veiligheidsredenen aanvoert „om met de Palestijnen te doen wat het maar wil.” Daaronder vallen het beperken van bewegingsvrijheid en godsdienstuitoefening en het recht op een gewoon gezinsleven.
Cogat kondigde maandag aan de quota te zullen verhogen. Dat gebeurde nadat er veel kritiek was gekomen op het besluit. Enkele uren later trok Cogat de toezegging echter weer in.
Deze gang van zaken duidt volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie Gisha op „het willekeurige en onvoorspelbare karakter van het besluitvormingsproces van Israël.” Het systematisch beperken van de bewegingsvrijheid van Palestijnen zou bovendien niets te maken hebben met veiligheid.