Cultuur & boeken
Reisverslag: alles achterlaten en emigreren naar Suriname

„Goedemiddag, u spreekt met Wim Keesmaat. Ik ben 35, zit thuis met een burn-out, heb nog nooit examen gedaan in Engels of Nederlands, maar ik wil graag vertaler worden.” En als daverende slotzin: „En ik denk dat ik dat wel kan.”

Anne-Minke Hakvoort
27 March 2018 13:57Gewijzigd op 16 November 2020 12:55
Binnen zes weken tijd emigreerde de familie Keesmaat naar Suriname.  beeld iStock
Binnen zes weken tijd emigreerde de familie Keesmaat naar Suriname. beeld iStock

Dit telefoontje verandert het leven van de familie Keesmaat. Wim wordt vertaler en nieuwe verlangens komen tot leven. Na de burn-out volgt er een emigratie naar Suriname, waar ”Vogels moeten vliegen” verslag van doet. In 65 korte stukjes geeft Anja Keesmaat als moeder en echtgenote een inkijkje in het proces van emigratie en wat eruit voortvloeit. In twee weken tijd wordt er een bouwval gekocht en binnen zes weken vertrekt het gezin.

Anja schrijft voluit realistisch met een lach en een traan. De illustrerende foto’s maken het verhaal kleurrijk en boeiend. Wim en Anja kiezen geen eigen weg, maar vertrouwen op Gods leiding. Wim schrijft: „Morgen zal ik mijn ogen weer opslaan naar de hemel, om te zeggen: ”Vader, hoogverheven en trouwe God, hier is mijn leven. Geef me de kracht om uit te blijven zien naar uw weten. Naar uw doel met ons. U bent er. U zult er altijd zijn.””

Eenmaal in Suriname blijkt het allemaal niet zo rooskleurig: er is geen stromend water, geen elektriciteit, geen inboedel, geen wasmachine en geen koelkast. Wel een heleboel soorten dieren, die het huis bijna onbewoonbaar maken.

Anja laat zien dat er ontzettend veel creativiteit loskomt om het allemaal leefbaar te maken. Je kunt als mens prima zonder luxe, het leven stopt niet, maar gaat gewoon door, zo vertelt de oudste dochter.

De kinderen gaan naar school in Suriname en je hoort hen in het hele boek maar bar weinig klagen. Vooral de zonzijde van het dagelijkse leven wordt belicht en met de nodige droge humor verwoord.

De schrijfster schildert cultuurverschillen, andere soorten van geloof en nieuwe gerechten om te eten. Ook het geloof moet gevoed worden. „Om geestelijk niet helemaal te versloffen, gaan we op zoek naar een gemeente. God heeft gelukkig overal filialen. Al functioneert het ene wat beter dan het andere, maar dat ligt meer aan het grondpersoneel”, zo begint het hoofdstukje over de kerk. Ze zoeken Gods leiding in het nemen van beslissingen en kennen daar ook hun strijd in.

Dochterlief gaat terug naar Nederland om te studeren. „Haar rugzak zit helemaal volgepropt met geloof, opvoeding, alle liedjes van Elly en Rikkert en heel veel wijze raad.” En zo vliegen alle kinderen uit en trekken Wim en Anja verder met een 4x4. „We zijn wereldburgers geworden. Overal snel gewend, maar nergens meer thuis. De enige vastigheid die we alle vijf hebben, is ons geloof in de Almachtige en in Zijn Zoon, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. En dat is vastigheid genoeg.”

Een boek met een evangelische inslag, zo puur en heerlijk nuchter geschreven dat het je laat glimlachen en relativeren. De schrijfstijl is vermakelijk, maar tegelijkertijd worden er diepgaande thema’s aangeboord in een leven buiten de gebaande paden, maar wel achter God aan.

Boekgegevens

Vogels moeten vliegen, Anja Keesmaat-Pott; uitg. Gideon, Hoornaar, 2018; ISBN 978 90 599 9119 4; 208 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer