De titel klinkt pretentieus: psychologisch handboek. Dan verwacht je te lezen over onderzoeken, theorieën en stoornissen. In zekere zin vind je dat alles in dit boek ook terug, maar dan wel op de huis-tuin-en-keukenmanier.
Helaas blijft ”Psychologisch handboek voor de niet zo perfecte vrouw” van Lisette Wevers en Francisca Kramer daarmee wel wat aan de oppervlakte steken. Het niveau is doorgaans laagdrempelig, maar soms ook ineens niet. Weet een gemiddelde lezer bijvoorbeeld wat een „bias in cognitieve processen” is? Kramer is journalist, wat te merken is aan de vlotte schrijfstijl. Wevers heeft een coachingpraktijk en is trainer op het gebied van mindfulness.
Dit boek past in de huidige tendens om niet perfect te hoeven zijn. In plaats van maar te doen alsof alles voor de wind gaat, geven de auteurs woorden aan wat er in het leven minder goed kan gaan. Daarmee is het een boek dat inzoomt op negatieve thema’s als: je hebt je huishouden niet op orde, je relatie loopt spaak, je kampt met spanning, je hebt een burn-out, je wordt depressief, je hebt last van schuldgevoelens, je bent onzeker in contacten of met betrekking tot je werk.
De boodschap van het boek is dat we niet weg moeten lopen voor dingen die niet goed gaan en ons er ook niet voor hoeven schamen. Dat is een mooie insteek, want wegduwen kan tot allerlei klachten leiden. De auteurs geven het voorbeeld met allerlei onthullingen uit hun eigen leven. Dit is illustratief, maar op een gegeven moment wat veel van het goede.
Lastig is dat er soms onjuistheden in het boek staan. Bij een echte depressie zal het bijvoorbeeld niet vaak voorkomen dat iemand „knetterverliefd” wordt; het gaat dan eerder om een bipolaire stoornis.
De teneur van het boek is behoorlijk ik-gericht. De auteurs schrijven dat wanneer je een levenslange relatie aangaat, je ook bereid moet zijn om de offers te brengen die daarbij horen. Het bevreemdt me daarom dat een vrouw met relatieproblemen wordt aangemoedigd om te luisteren naar de innerlijke stem die haar uiteindelijk de weg zal wijzen. Dan denk ik: hoe kan dat, je hebt toch trouw beloofd, levenslang nog wel?
Die ik-gerichte houding is er ook als het gaat om een kinderwens. „Ook al ben je single, denk dan niet te snel dat je dan geen moeder kunt worden.” Helaas gaat de schrijver hier volledig voorbij aan het belang van het kind dat als enig kind opgroeit zonder een vader onder hetzelfde dak.
Als lezer krijg je mee dat single zijn fijner is dan een relatie hebben. „In mijn huwelijk ging ik voor het collectief. (…) Ik zette mezelf op het tweede plan, al deed ik dat uit liefde. (…) Na mijn scheiding is mijn zelfliefde groter geworden.” En die grotere zelfliefde wordt dan neergezet als verbetering. Wat mij betreft is het jammer dat er geen pleidooi wordt gehouden voor de andere kant, voor het onderhouden van stabiele relaties zodat kinderen kunnen opgroeien in een compleet gezin. Gelukkig staan er in het boek ook voorbeelden van goede huwelijken.
Mooi van dit boek is dat dingen helder op een rijtje worden gezet en recent onderzoek aan de orde komt. Zo wordt genoemd dat het zelfgevoel door de tijd heen behoorlijk stabiel is en dat daar niet zo heel veel aan te veranderen valt. Maar hoe zit het dan met de tips die met verve genoemd worden om het gevoel van eigenwaarde te verbeteren?
Wat ik aan het boek waardeer is de relativerende toon met betrekking tot moeilijke perioden. „Maak je niet te snel zorgen als je een tijdje niet blij bent met je leven of met jezelf. Niemand is altijd gelukkig. Ieder leven kent lastige fasen en er is lang niet altijd professionele hulp nodig om erdoorheen te komen.” Als christen ben ik blij met de dimensie die de auteurs nergens noemen, namelijk dat God een Toevlucht en Sterkte is in benauwdheid. We hoeven het niet alleen te doen.
Boekgegevens
”Psychologisch handboek voor de niet zo perfecte vrouw”, Lisette Wevers en Francisca Kramer; uitg. Brandt, Amsterdam, 2017; ISBN 978 94 920 3755 8; 243 blz.; € 18,50.