Kinderboeken over dino’s zijn er volop. De meeste gaan echter uit van een on-Bijbels wereldbeeld waarin miljarden jaren en evolutie de hoofdrol spelen. Met het kleurrijke boek ”Dinosaurussen voor kids” roeit de Veenendaalse uitgeverij Grace Publishing House echter tegen die stroom in.
De Amerikaanse auteur Ken Ham neemt de zesdaagse scheppingsweek uit Genesis 1 voluit serieus. „Sommige mensen beweren dat de dino’s miljoenen jaren nodig hebben gehad om te evolueren, maar dat is niet het ware verhaal. God schiep elke dinosoort op de zesde dag, dezelfde als waarop Hij Adam en Eva schiep. Dat betekent dat mensen en dinosaurussen in dezelfde tijd hebben geleefd.”
De wereld waarop dino’s en mensen waren geschapen, was aanvankelijk „zeer goed” (Genesis 1:31). Ham: „Er bestaat geen ziekte. Mensen en dieren zijn niet bang voor elkaar. Ze eten allemaal plantaardig voedsel.”
Met de ongehoorzaamheid van Adam en Eva doen zonde en dood hun intrede in de volmaakt goede wereld. „De zonde heeft alles in het heelal aangetast, en dus ook de dinosaurussen. Na ongeveer 1500 jaar leefden alle mensen, op een gezin van acht personen na, in opstand tegen God!”
God verdierf die wereld door de zondvloed. Alleen Noach met zijn gezin en allerlei soorten dieren, waaronder dinosaurussen, overleefden die wereldwijde vloed in de ark, schrijft Ham.
„De wereld kort na de zondvloed was voor dieren heel chaotisch. Geologische gebeurtenissen zoals vulkaanuitbarstingen, de ijstijd, ziekten, hongersnoden en dramatische klimaatveranderingen hebben uiteindelijk tot het uitsterven van dinosaurussen geleid.”
Botten, huidafdrukken en zelfs zachte weefsels van deze dieren worden tegenwoordig overal ter wereld gevonden, geprepareerd en tentoongesteld.
Met uitlegkaders, weetjes en prikkelende opmerkingen weet Ham te boeien. Maar de auteur scheept de –jonge– lezer de eerste hoofdstukken wel met een raadsel op: wat is de evolutietheorie waar hij zo tegen is? Die komt pas in hoofdstuk 7 aan bod.
Ronduit jammer is dat Ham het hele boek door Bijbelse feiten en creationistische wetenschap onvoldoende onderscheidt. Daardoor wekt de auteur geregeld de suggestie dat de Bijbel creationistische theorieën leert; Gods Woord is echter Godsopenbaring en geen natuurwetenschappelijk boek.
Het taalgebruik verraadt soms helaas geen eerbiedige omgang met Gods Woord. Zinsneden als: „Wauw, wat een God!” veroorzaken vervreemding. De theologische opvattingen van de auteur zal niet elke lezer onderschrijven – „Toen stierf Hij aan het kruis voor onze zonden.” Zijn opvatting over geloof en bekering zal ook niet iedereen voor zijn rekening nemen – „Het goede nieuws is dat alle mensen die berouw hebben en hun vertrouwen en geloof op Jezus Christus vestigen als Degene die voor hen is gestorven en voor hun zonden betaald heeft, die Hem in hun leven toelaten, voor altijd bij Hem zullen leven.”
Ondanks deze kanttekeningen is het een verademing een dinoboek te lezen dat onomwonden de Bijbel en niet de algemeen gangbare evolutietheorie als uitgangspunt gebruikt. Het geeft kinderen heldere handvatten om de dino’s een plaats te geven binnen een Bijbels kader en een Bijbelse tijdlijn.
Boekgegevens
Dinosaurussen voor kids, Ken Ham; uitg. Grace Publishing House, Veenendaal, 2017; ISBN 978 94 922 3430 8; 64 blz.; € 12,50.