Avontuur à la Tonke Dragt
De „grote ziekte” die je zomaar te pakken kan krijgen. Die rent en springt en kruipt. Daar is Janis bang voor. Maar is die ziekte inderdaad de grootste bedreiging voor de hoofdpersoon in ”Lepelsnijder”? In het nieuwste boek van Marjolijn Hof weet je al snel niet meer wat waar is en wat niet, wie goed is en wie slecht.

”Lepelsnijder” is een meeslepend klassiek avonturenverhaal, van een heel ander soort dan Hofs eerdere boeken. Die waren realistisch van toon – en Hof liet erin zien dat ze de psyche van mensen scherp én met humor kan schetsen. Haar laatste boek, ”De regels van drie” verscheen in 2013. Een veelschrijver is ze niet, maar als ze wat aflevert, dan is het iets bijzonders. Met haar eerste jeugdroman ”Een kleine kans” won ze onder meer de Gouden Griffel, voor ”De regels van drie” kreeg ze de Woutertje Pieterse Prijs. ”Lepelsnijder” werd in maart ook genomineerd voor de prijs, maar viste achter het net.
Hoewel de setting in ”Lepelsnijder” heel anders is dan in eerder werk, en het verhaal wijdlopiger, herken je in dit boek Hofs gave om een heel eigen sfeer te scheppen. Ook weeft ze het verhaal kunstig ineen. En ze zet, voor het oog met het grootste gemak, mooie zinnen neer. Dat maakt het extra jammer dat er toch enkele meer of minder verbasterde vloeken in het boek terecht zijn gekomen.
”Lepelsnijder” is een verhaal over een jongen, een hond en een ezel. Over uitgestrekte wouden, konijnen en herbergen. Over vertrouwen en verraad. Voeg daarbij de middeleeuwse sfeer die in het boek hangt, en het verbaast niet dat ”Lepelsnijder” wordt vergeleken met het werk van Tonke Dragt.
Hoofdpersoon Janis is opgegroeid bij Frid, hoog op een berg, afgesloten van de bewoonde wereld. Frid is op ruiltocht, zoals wel vaker: hij gaat weg met kruidendrank en door Janis gemaakte lepels met houtsnijwerk en komt terug met eten.
Dit keer niet. In plaats van Frid staat de vreemde Schenkelman voor de deur. Moet Janis hem geloven? Bestaat de grote ziekte niet? Heeft Frid Janis gestolen toen hij nog een dreumes was? Als Janis onder de mensen komt, ontdekt hij dat veel van wat Frid hem voorhield inderdaad niet klopt.
Maar er blijkt veel meer aan de hand te zijn. Frid hield hem niet voor niets weg van de buitenwereld. Hij zei dat Janis een „heelmaker” was. „Dan moet je een beetje oppassen. Niks stukmaken, daar komt het op neer. Heelmakers mogen niks stukmaken en stukmakers kunnen niks heelmaken.” Waarom hij daar zo op hamerde, daar kom je tegen het einde van het boek achter. Het is niet handig de reden hier te noemen –de plot moet z’n verrassing behouden–, maar Janis blijkt speler te zijn in een stevig familieconflict en is zijn leven niet zeker.
Boekgegevens
Lepelsnijder, Marjolijn Hof; uitg. Querido; 294 blz.; € 15,99.