Soms lijkt de kerk overal op tegen te zijn. Of er wordt voortdurend aan allerlei zekerheden geknaagd.
Zeventien predikanten en een ouderling uit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) schreven daarom het boek ”Uw gunst, Uw trouw, Uw Woord”. Ds. W. L. van der Staaij: „Het is een soort getuigenis: hier staan we voor en hier ligt ons hart.”
Het was emeritus predikant ds. K. Hoefnagel die tijdens een bestuursvergadering van de behoudende christelijke gereformeerde stichting Bewaar het Pand het idee opperde een bundel samen te stellen. Veertig jaar geleden was het uit deze kringen afkomstige boek ”De kerk een wonder” verschenen, en sindsdien is er heel wat in kerk en samenleving veranderd. In Barendrecht werd zodoende vrijdag ”Uw gunst, Uw trouw, Uw Woord. Houvast in een veranderende kerk en samenleving” gepresenteerd.
„Er is veel kerkelijke strijd vandaag”, zegt eindredacteur ds. Van der Staaij in de pastorie van de christelijke gereformeerde kerk in ’s-Gravenhage-Scheveningen. „De aandacht die dat krijgt, kan zomaar ten koste gaan van aandacht voor de grote waarde van het heil en het waardevolle wat onze kerken hebben.”
Het lijkt er soms op, vindt de predikant, dat de kerk overal op tegen is. „Tegen liturgische vernieuwingen, tegen de vrouw in het ambt, tegen kinderen aan het avondmaal. Dat zijn wezenlijke thema’s. Maar we zijn niet zozeer tegen van alles en nog wat. We zijn vóór het behoud van datgene waarmee we getroost kunnen leven en sterven. We zijn ervan overtuigd dat het heilzaam is voor onszelf en voor de kerken als we trouw blijven aan Schrift en belijdenis. En dat willen we zeker onze jongeren graag voorhouden.”
De CGK verkeren in een crisis, onder andere door de discussies over vrouw en ambt. Ziet u de kerk nog steeds als een wonder?
„De kerk is en blijft een Godswonder. Als predikant mag je iedere zondag met verwachting de kansel op gaan. Hij heeft Zich een gemeente ten eeuwigen leven verkoren. Van dat wonder moeten we het hebben.
In de vier jaar dat ik in Den Haag-Scheveningen sta, wordt dat wonder al groter. Er zijn in deze stad nog steeds kerken waar God Zijn Woord laat verkondigen. Met Halloween worden in sommige wijken de doodskisten door de straten gedragen. Kinderen zijn bang om te gaan slapen. De macht van de dood is dan zo zichtbaar. Wat een wonder dat God in deze duistere wereld nog steeds Zijn Licht laat verkondigen.
Het voortbestaan van onze kerken wordt helaas bedreigd door verdeeldheid en verwarring op allerlei thema’s, waardoor jongeren en ouderen afhaken. De kerk in Nederland kraakt en piept aan alle kanten. Maar we hoeven gelukkig niet enkel te somberen en te klagen. De titel van het boek zegt het al: ”Uw gunst, Uw trouw, Uw Woord”. We moeten het hebben van Gods trouw in en door Jezus Christus.”
„We zijn zelf de weg van afwijking ingeslagen”, schrijft ds. J. M. J. Kieviet. Wat is er aan de hand?
„Hij schrijft in zijn bijdrage over trouw aan het Woord. Ds. Kieviet wijst erop dat we als kerk van de Afscheiding ook zelf het spoor der vaderen hebben verlaten. Wat eeuwenlang voor vast en bondig werd gehouden, komt steeds meer op de helling: de feitelijkheid van schepping en zondeval, de verhouding van vrouw en ambt, de praktijk van homoseksualiteit en gendertransitie en de visie op de hel. Eigenlijk geldt dit voor alle kerken in Nederland: als het bij de buurman regent, drupt het bij mij ook.”
De remedie, denkt ds. Van der Staaij, is wat er in Richteren 10 staat. „Nodig zijn de vier b’s: het belijden van onze zonden, buigen voor God en Zijn Woord, bidden om verlossing en ons bekeren tot God. Als de kerk die boodschap eensgezind uitdraagt, mogen we grote dingen verwachten. Ik weet het, dat klinkt natuurlijk prachtig. Mensen verwachten van een dominee dat hij deze dingen zegt, maar kunnen ze aan mij zien dat dit bij mij leeft? Leven we inderdaad bij het wonder dat er nog een kerk is, dat het Woord harten en levens vernieuwt en houvast biedt?”
De bundel onderstreept de noodzaak van tradities. Waarom zijn die belangrijk?
„Vaak wordt traditie vereenzelvigd met traditionalisme, wat gelijkstaat met oubolligheid en ingezonkenheid. Het woord heeft een negatieve klank, terwijl tradities belangrijk zijn. Ze verbinden ons aan elkaar, maar ook aan ons verleden. Tradities maken ons deelgenoot van een rijke erfenis. We hoeven niet opnieuw het wiel uit te vinden.
Neem kinderen aan het avondmaal. Soms wordt de suggestie gewekt dat dit een nieuwe vraag is, waarover echt eens goed moet worden nagedacht. Terwijl je als je even zoekt, ontdekt dat er al veel over gesproken en geschreven is. Ik begrijp dat je sommige vragen opnieuw moet doordenken, maar de traditie van Reformatie en Nadere Reformatie helpt ons juist om zaken in het heden in perspectief te plaatsen. Ze bewaart voor allerlei eenzijdigheden en werpt ons steeds weer terug op het Woord van God.”
Staat die traditie in de gereformeerde gezindte onder druk?
„We zijn kinderen van onze tijd en ademen allemaal het individualisme en het postmodernisme in. We accepteren niet zomaar het gezag van de overheid, van ouders of ambtsdragers. In het verlengde daarvan accepteren we ook niet meer het gezag van bepaalde vertegenwoordigers uit onze traditie. Of het nu Calvijn is, Hellenbroek of Wisse, áls we hen nog kennen, dan halen we onze schouders op. De rijkdom van onze traditie heeft niet meer de waarde die ze verdient, waardoor we in een blijvende gespreksronde blijven, waarin verschillende visies waar kunnen zijn. Niemand heeft meer gelijk.
Natuurlijk, we mogen onze kerkelijke wortels niet beschouwen als het einde van alle tegenspraak. Maar wat houd je over als we onze wortels doorsteken? Ontwortelde bomen hebben over het algemeen niet zo’n lange levensduur meer.
De teloorgang van de tweede dienst op zondag, de leerdienst, zie ik als een voorbeeld van het onder druk staan van de gereformeerde traditie. Waar die wordt afgeschaft, gebeurt dat niet altijd met pijn en verdriet, maar spreekt men rustig van een bloeiend geestelijk leven. Daar zet ik grote vraagtekens bij.”
In de Christelijke Gereformeerde Kerken klonk in 1953 een door prof. G. Wisse opgestelde kanselboodschap, waarin werd gewaarschuwd tegen inzinking en vervlakking. Is zo’n kanselboodschap opnieuw nodig?
„Ik betwijfel of kanselboodschappen veel zin hebben. Maar misschien zou het hoe dan ook niet gek zijn om in 2023, na zeventig jaar, eens een kanselboodschap op te stellen met het thema ”trouw”. Omdat God de Getrouwe is. Zijn trouw rust zelfs op het late nageslacht. Ik word vaak bemoedigd door gesprekken met belijdeniscatechisanten. Daarom zou zo’n boodschap enerzijds bedoeld moeten zijn om kerkgangers een hart onder de riem te steken. In een tijd vol verwarring zijn er nog zo veel zaken waarvoor we dankbaar mogen zijn, die het waard zijn om te koesteren.
Zo’n boodschap zou anderzijds moeten aansporen. Dat we vandaag de dag ons houvast niet in het gevoel moeten zoeken, maar in het ”Alzo spreekt de Heere”. Als ik soms zie wat er bijvoorbeeld op Twitter en cvandaag allemaal langskomt, dan word ik daar niet warm van. Ik kan me niet indenken dat een buitenstaander daar echt door getrokken wordt.”
Wordt de rijkdom van de gereformeerde traditie ondergewaardeerd?
„Ik vrees van wel. Onderwaardering blijkt onder meer uit het niet meer bestuderen van het gedachtegoed uit vroeger eeuwen. Dat blijkt uit een verwaterde boodschap in prediking en pastoraat, waarbij het accent steeds meer komt te liggen bij allerlei discussies. Over het klimaat of het vluchtelingenvraagstuk bijvoorbeeld, hoe belangrijk die thema’s ook zijn. Als we het goud van onze traditie zien als datgene wat rechtstreeks uit de Schrift is opgedolven, zou dan bijvoorbeeld de evangelische traditie niet minder aantrekkingskracht uitoefenen? Traditie bewaart ook voor een rusteloos meedeinen op de golven van de tijdgeest.”
Ds. A. A. Egas verwacht vervolging van christenen vanwege hun visie op homoseksualiteit en genderideologie. Ziet u daar tekenen van?
„Nou, ga maar na wat zich de afgelopen tijd heeft afgespeeld rond ds. Olaf Latzel in Duitsland, de politica Päivi Räsänen in Finland en ds. A. Kort in Nederland. Christenen liggen onder een vergrootglas, zeker vanwege de gevoelige thema’s. Tegelijk moeten we daar ook niet al te benauwd over doen.”
Ds. Van der Staaij pakt zijn Bijbel, bladert wat. „Op Bijbelstudieavonden in Scheveningen en Nieuwkoop behandelen we de Filippenzenbrief. Het trof me wat Paulus daarin schrijft in het eerste hoofdstuk: „En ik wil dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering des Evangelies gekomen is. Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis en aan alle anderen, En dat het meerderdeel der broederen in de Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken.”
Natuurlijk, ik wil het liefst verdrukking en vervolging vermijden. Maar als je je houvast vindt in het Woord van God, dan hoeven we ons niet te schamen. Blijkbaar werkt de Heere op deze manier, dwars door alles heen. Hij heeft de wereld overwonnen.”
De verwachting van de wederkomst wordt weleens de thermometer voor het geestelijk leven genoemd. Hoe hoog staat het kwik in de gereformeerde gezindte?
„Hoe hoog dat staat, durf ik niet te beoordelen. Maar we zijn wel kerk, onderweg naar de grote toekomst. „We verwachten die dag met een groot verlangen”, zegt de belijdenis. Dat mag ons kerkelijk leven stempelen. Als we ons als kerkmensen alleen maar druk maken over tijdelijke zaken, dan missen we iets wezenlijks. We hebben met de Schrift en de confessie goud in handen. Daarin vinden we houvast, onze enige troost in leven en sterven.”
Boekgegevens
Uw gunst, Uw trouw, Uw Woord. Houvast in een veranderende kerk en samenleving, ds. W. L. van der Staaij (red.); uitg. Den Hertog; 173 blz.; € 19,90