Een Bijbel waarin de oerknal, evolutie, orgaandonatie en gender ter sprake komen; dat is geen alledaagse kost. „Het was ook best spannend”, erkent prof. dr. Gijsbert van den Brink, initiatiefnemer van de zogeheten Wetenschapsbijbel die vanaf dinsdag in de winkel ligt.
De Amsterdamse hoogleraar theologie en wetenschap aan de Vrije Universiteit mocht voor de financiering van een onderzoeksproject ook iets doen voor een breed publiek. „Dat was een voorwaarde om geld te krijgen van de Amerikaanse Templeton Foundation. We stelden voor om een Bijbel uit te geven met toelichtingen, onder meer vanuit de hedendaagse wetenschappelijke inzichten.”
Is zo’n Bijbel nodig?
„Ze is in elk geval behulpzaam. We leven vandaag in een andere cultuur dan die waarin de Bijbel tot stand is gekomen. Hoe overbrug je die kloof?
Samen met het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, het NBG, hebben we een Bijbel samengesteld die verder gaat dan een eenvoudige doelgroepenbijbel. We wilden een nieuwe uitgave op de markt brengen. Alles bij elkaar heeft het vijf jaar gekost. Inmiddels heeft het Britse Bijbelgenootschap belangstelling getoond voor een soortgelijke uitgave.”
U hebt gebruikgemaakt van de Nieuwe Bijbelvertaling. Waarom niet van de Statenvertaling of de Herziene Statenvertaling?
„Voor het NBG is deze uitgave ook belangrijk. Het Bijbelgenootschap heeft onlangs een nieuwe versie van de NBV uitgebracht, de NBV21, die een heel stuk brontekstgetrouwer is dan de vorige versie. De Wetenschapsbijbel kan behulpzaam zijn om die extra onder de aandacht te brengen.”
Er hebben zestig scribenten meegewerkt aan de toelichtende teksten. Waarop werden zij geselecteerd?
„We hanteerden drie criteria. De eerste was liefde voor de Bijbel; de bijdragen moesten immers gerelateerd zijn aan de Bijbel. Ook keken we naar hun expertise. Ten slotte wilden we scribenten hebben uit een breed kerkelijk spectrum. Miljoenen mensen lezen de Bijbel immers; niet alleen orthodoxe protestanten, maar ook rooms-katholieken.”
Kunt u kort toelichten hoe deze Bijbel is opgebouwd?
„De Bijbel kent drie soorten kanttekeningen. Onderaan de pagina staan korte toelichtingen op een specifieke tekst; deze zijn geschreven door theologen die expert zijn op hun vakgebied. Hier en daar besteden we aandacht aan meer dan één Bijbeltekst over een onderwerp. We noemen zo’n paginagrote bijdrage een topic. En dan hebben we nog twintig thematische pagina’s over onderwerpen die de Bijbel als geheel raken, en die vandaag de dag geregeld ter discussie staan. Om daaraan recht te doen, is wat meer ruimte nodig. Zo’n thema beslaat enkele pagina’s.”
De thema’s zijn meestal niet theologisch van aard. Hoe hebt u voorkomen dat de theologie is ondergesneeuwd?
„De redactie bestond uit vier theologen, die alle binnenkomende teksten hebben gelezen. De meeste bijdragen zijn door theologen geschreven. Onze zorg was enerzijds: hoe relateren de scribenten hun bijdrage aan de theologie? En anderzijds: hoe relateren de Bijbeldeskundigen hun bijdragen aan de wereld van nu? Beide ging in het algemeen best goed. Vervolgens gaven we feedback aan de auteur, die daarna een herziene versie instuurde.”
Wat is de meerwaarde van de wetenschappelijke uitleg van de thema’s?
„Het is belangrijk om de Bijbel te verbinden met het dagelijks leven en de wereld- en mensbeelden van nu. Als de Bijbel ons alleen ’s zondags wat te zeggen heeft en door de week niet meer, seculariseren we; we laten de Bijbel dan steeds verder los.”
Is het nodig om de uitleg eerst te lezen om de Bijbel te begrijpen?
„Ik ben protestant genoeg om nee te zeggen. De uitleg hangt niet boven de Bijbel, maar leidt mensen juist door naar de Bijbel; neemt ze bij de hand.”
Sommige bijdragen lijken de Bijbeltekst inhoudelijk te weerspreken. Bijvoorbeeld de schepping van de mens, die volgens de thematische bijdrage is ontstaan via een evolutieproces.
„Het is erg belangrijk om het genre van de tekst in het oog te houden. De Bijbel kent allerlei genres, zoals historische en verkondigende teksten, en ook poëzie en proza. De exegese van verhalende tekst is anders dan die van een gedicht.
Bij Genesis 1 is sprake van kunstproza. In Genesis 1-3 lezen we motieven terug uit de omgeving van Israël, zoals Babylonische scheppingsmythen. Daarmee moeten we bij de uitleg rekening houden.
Als ik Genesis goed lees, kan ik Genesis 1 en 2 niet opvatten als letterlijke historie. De volgorde van het scheppingsverhaal in beide hoofdstukken is bijvoorbeeld omgekeerd: in Genesis 1 wordt de mens als laatste geschapen en in het tweede hoofdstuk de dieren. Ik kan de hoofdstukken dus niet zomaar op een doorlopende historische lijn plaatsen; ze hebben elk een eigen strekking. We moeten Genesis 1 en 2 zien als een vertelmodel dat ons leert dát God de Schepper is.
De moderne wetenschap heeft zo veel materiaal ontdekt. Daaraan moeten we ook recht doen.”
In hoeverre is er dan nog sprake van schepping?
„Naar mijn mening is er sprake van het klassieke scheppingsgeloof zoals verwoord in de Apostolische Geloofsbelijdenis: „Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde.” Over hoe God schiep en hoe lang Hij erover deed, wordt zowel in de kerkgeschiedenis als vandaag verschillend gedacht. Dat stond voor ons dus op het tweede plan.”
Een bijdrage vanuit het jongeaardecreationisme staat er niet bij.
„Het accent lag op het bieden van behulpzame informatie, niet op het voorschrijven van hoe de lezer moet denken. Maar elke auteur heeft wel de ruimte gekregen om de eigen visie op een respectvolle manier te verwoorden. Zo heeft Henk Jochemsen (emeritus hoogleraar ethiek in de zorg, BvdD) een voluit prolifestandpunt verwoord in zijn stuk over beginnend leven.”
Er staan allerlei lezenswaardige stukken in de Wetenschapsbijbel, zoals die over duurzaamheid, moraal, toeval en over het Godsbestaan. Sommige zijn echter ook beladen, zoals het thema waarin een lans wordt gebroken voor homoseksuele relaties.
„Als redactie zijn we gevoelige onderwerpen niet uit de weg gegaan. Maar dit thema doet wel recht aan de cultuur van nu, en die is een andere dan de cultuur waarin de Bijbel is ontstaan. De scribent, Marco Derks, verwoordt daarbij op zijn eigen manier hoe hij de brug naar vandaag wil slaan. De lezer kan hierover vervolgens zelf een mening vormen.”
Bij het thema ”gender” wordt de vraag gesteld: Hoe mannelijk was Jezus? Komt dat niet aanstootgevend over?
„Nee, de scribent, Anne-Mareike Schol-Wetter, laat het onderscheid tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid voluit staan. Maar ze stelt vragen bij de ideeën die wij eraan koppelen. Ze bedoelt dat Jezus Zich verzette tegen het heersende ideaal van mannelijkheid in die tijd, waarin geen ruimte was voor emoties. Jezus koos juist voluit voor kwetsbaarheid, en zette daarmee het toenmalige wereldbeeld op z’n kop.”
Bij de vrouw in het ambt geeft de scribent, zelf een vrouwelijke predikant, wel duidelijk haar eigen mening: „Het is niet niks om de helft van de mensen omwille van hun geslacht buiten te sluiten.”
„Nee, ook zij is juist zeer terughoudend. Alleen in deze éne zin geeft ze een aandachtspunt mee dat ze van groot belang acht. Maar haar eigen mening komt pas nadat ze alle teksten die daarover gaan, zoals de zogeheten zwijgteksten, zorgvuldig heeft gewogen.”
Komt er ooit van uw hand een parafrase van de hele Bijbel op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten?
Prof. Van den Brink glimlacht. „Een beetje zoals de Jeffersonbijbel? Die man was rationalist en schrapte alles uit de Bijbel wat hem niet zinde. Dat moet je van mij niet verwachten.”
Nee, meer zoiets als het boek ”Oer” waaraan u ook hebt meegewerkt?
Serieuzer: „Ook dat verwacht ik niet. Ik wil daar heel voorzichtig mee zijn: je loopt dan het risico om alles te wegen vanuit je eigen wereldbeeld. Het viel ons juist op hoe vaak juist het Bijbelse wereldbeeld nog altijd belangrijke lessen bevat voor vandaag. Maar het wereldbeeld van nu is wel van belang voor de hedendaagse Bijbellezer. We moeten de Bijbel constructief kunnen verbinden met onze eigen cultuur en leven.”
Wie gaan de Wetenschapsbijbel kopen?
„We mikken op een vrij brede doelgroep; van doorgewinterde Bijbellezers tot seculiere mensen die de Bijbel een kans willen geven. We richten ons nadrukkelijk op studenten en andere jongvolwassenen. De teksten zijn toegankelijk geschreven.
Tegen sceptici zou ik willen zeggen: Pak de Wetenschapsbijbel en kijk nog eens vanuit de thematische artikelen, de topics en de korte toelichtingen naar de zogeheten ‘schurende’ teksten. Ik vindt het bijvoorbeeld heel mooi hoe Eric Peels (hoogleraar Oude Testament TUA, BvdD) de geweldsteksten in de Bijbel in perspectief heeft gezet.
Je moet niet vergeten dat breed in de samenleving de Bijbelkennis hard terugloopt. Deze uitgave kan mensen helpen om de Bijbel nog eens ter hand te nemen.”
Bijbel met bijdragen over geloof, cultuur en wetenschap, Koert van Bekkum, Gijsbert van den Brink, Anne-Mareike Schol-Wetter en Arie Zwiep (red.); uitg. Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap; 1670 blz; € 58,00