Prof. Moehn speurt naar bronnen van Guido de Brès
Guido de Brès raadpleegde voor zijn publicaties tal van bronnen. Er zijn plannen om een website te lanceren waarop alle teksten en wetenswaardigheden over de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en zijn publicaties te lezen zullen zijn.
Dit kwam naar voren tijdens de tweedaagse digitale conferentie ”The Staffe of the Christian Faith and the making of the Belgic Confession”, die donderdag van start ging. De Engelstalige conferentie gaat over twee publicaties van Guido de Brès, namelijk ”Le Baston de la foy chrestienne” (De Staf des Geloofs) en de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB). Het is ook een herdenkingsconferentie, omdat Guido de Brès 500 jaar geleden werd geboren.
Voordat De Brès de NGB, die buiten Nederland ”Belgic Confession” wordt genoemd, opstelde, had hij eerst ”Le Baston de la foy chrestienne” gepubliceerd. In dit boek wordt de Reformatie met vele citaten uit de Bijbel en van kerkvaders verdedigd. Het werd een bestseller met twintig herdrukken in tien jaar. De laatste editie van 1565 werd door De Brès herzien en uitgebreid.
Prof. dr. W. H. Th. Moehn, bijzonder hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam, gaf een inkijk in het onderzoek naar de bronnen die Guido de Brès voor zijn kerkvadercitaten gebruikte. Dankzij de digitalisering van hele bibliotheken, kan prof. Moehn de meest zeldzame oude boeken raadplegen en zo de bronnen van bijna alle citaten uit ”Le Baston” opsporen.
Verrassend
Dit levert nog steeds verrassende resultaten op, vertelde dr. Moehn. „Nog niet zo lang geleden ontdekte ik dat De Brès zelf bronnen in het Latijn raadpleegde en gebruikte, zoals een voor mij onbekend boek ”Conciliatio”, een verzameling uitspraken van theologen, kerkvaders en concilies. Uit dat speurwerk blijkt verder ook hoe goed Guido de Brès op de hoogte was van in zijn tijd recente publicaties zoals die van Pierre Viret, de reformator van Lausanne.”
De verworven inzichten van dit specialistische onderzoek verwerkte prof. Moehn in een heruitgave van ”Le Baston” in een „kritische editie” die hij in samenwerking met kerkhistoricus prof. dr. E. A. de Boer publiceerde. Nog niet alles is al achterhaald, aldus Moehn. Er blijft onderzoek over, zoals de receptiegeschiedenis. In de toekomst zal een website worden gelanceerd waarop alle teksten en wetenswaardigheden over De Brès en zijn publicaties te lezen zijn.
Prof. dr. H. J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), kon zich aanvankelijk wel vinden in de uitspraak van Abraham Kuyper die de ”Staf des Geloofs” typeerde als „een aaneenrijging van citaten uit de kerkvaders”. Bij nadere bestudering ontdekte Selderhuis dat het boek toch meer is dan een verzameling van losse citaten.
Kerkvisie
Dat Guido de Brès zelf en zijn theologische visies wel degelijk in het werk present zijn, kon de kerkhistoricus aantonen door iets van een kerkleer uit de citaten te construeren, hoewel de ”Staf des Geloofs” onvoldoende basis biedt voor een complete kerkvisie.
Het is dr. Selderhuis opgevallen dat als De Brès over de kerk spreekt, hij herhaaldelijk en bij voorkeur de term ”Christus’ grote liefde voor Zijn gemeente” gebruikt. Deze geestelijke liefdesrelatie wordt dan allereerst bewezen met citaten uit het Oude en vervolgens uit het Nieuwe Testament. Daaruit blijkt volgens Selderhuis dat De Brès de kerk van de schepping tot het einde als één ziet. Er is sprake van één kerk, één Christus, één Woord van God.
„Voor Guido de Brès is de kerk geen abstract instituut, maar een levende gemeenschap van uitverkoren gelovigen”, zo betoogde de TUA-hoogleraar. „Ondanks dat accent op de eenheid van de kerk erkent hij het bestaan van variëteit en verscheidenheid tussen de gelovigen. De wederzijdse liefde van christenen voor elkaar is wel een kenmerk van de ware kerk.”