Maatschappij van Welstand: armoede is er nog steeds, ook bij boeren
Melkveehouders die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, gezinnen die elk dubbeltje moeten omdraaien. Wat de Maatschappij van Welstand in huizen en boerderijen aantreft, lijkt verrassend veel op de situatie van 200 jaar geleden, toen de vereniging werd opgericht.
Een vereniging. Een vermogensfonds. Een goededoelenorganisatie. De Maatschappij van Welstand is het alle drie. Jaarlijks verdeelt zij een budget van 2,5 miljoen euro over allerhande maatschappelijke en kerkelijke projecten.
Wat in 1822 begon met de materiële en geestelijke ondersteuning van protestantse boerengezinnen in Brabant is nu een vermogensfonds dat zich richt op kwetsbare mensen, kerkvernieuwing, levensbeschouwelijk onderwijs en verduurzaming van landbouw.
In de afgelopen jaren gingen er subsidies naar onder meer de Tiny Church op de Floriade in Almere, de restauratie van het Van Dam-orgel in de Oude Kerk in Ede en een missionair project van de Haagse Bethlehemkerk.
Daarnaast stelt de Maatschappij van Welstand accommodaties ter beschikking aan mensen die een zorgbehoefte hebben, zodat zij op vakantie kunnen gaan, en biedt zij scholieren uit achterstandswijken een plek om op adem te komen.
De vereniging geeft ook nu nog geestelijke ondersteuning. Welke precies?
Directeur René van de Kieft: „Niet zo letterlijk als ooit bedacht door onze oprichter, de predikant Jacob van Heusden. Vooral indirect, door te zorgen dat kerken en diaconale organisaties hun rol kunnen vervullen. We denken ook mee over de uitwerking van projecten. Protestantse kerken in het Brabantse land zijn nog steeds heel kwetsbaar. Dat is niet anders dan 200 jaar geleden. We ondersteunen bijvoorbeeld vijf gemeenten in de Brabantse Kempen bij initiatieven die hun aantrekkingskracht moeten vergroten. Zo zijn we in heel het land betrokken bij christelijke nood die er is.”
U richt zich vooral op protestants-christelijke projecten, toch?
„Dat klopt. De meeste fondsen in filantropisch Nederland richten zich niet op een bepaalde kerkelijke groep. Wij vinden het juist mooi dat we iets kunnen betekenen voor kerken en organisaties die van protestantse huize zijn. Statutair zijn we gelinkt aan de Protestantse Kerk in Nederland, maar in de praktijk steunen we kerkelijk Nederland in de breedte. Een voorbeeld hiervan is dat we de Christelijke Gereformeerde Kerken hielpen bij het opzetten van een pioniersplek. We zijn dus veelkleurig en breed.”
Wat is daarbij de drijfveer?
„Het christelijk geloof. Wij kunnen veel doen, maar we geloven dat we Jezus Christus nodig hebben om daadwerkelijk aan het Koninkrijk te kunnen bouwen. In ons logo zie je de vijf broden en twee vissen terug, uit het Bijbelverhaal over het wonder van de vermenigvuldiging. Daar komt ook onze slogan ”Ruimte om te delen” uit voort. We geloven dat God groter kan maken en kan zegenen wat wij delen aan kennis, netwerk en geld. Er is zo veel kwetsbaarheid om ons heen. Mensen missen onderdak en eten. Wij voelen ons geroepen daarin van betekenis te zijn.”
De armoede in Nederland neemt toe. Lijkt deze tijd op de beginperiode van uw vereniging?
„De volledige naam van onze vereniging was voorheen ”Maatschappij ter bevordering van welstand van landlieden”. Bij boeren zie je nu precies hetzelfde gebeuren als toen. Voordat de melkprijs omhoog ging, verdienden melkveehouders 30.000 tot 40.000 per jaar. Daar moesten ze alles van doen. Bij veel boeren zien we aan de keuken en het huis dat ze geen geld hebben om iets op te knappen. Alles wat ze verdienen, gaat naar het boerenbedrijf. De stikstofcrisis maakt de situatie er niet gemakkelijker op.”
En de armoede als gevolg van de inflatie en energiecrisis?
„Die ervaren wij ook. Gisteren hoorde ik nog enorm schrijnende verhalen van mensen die hun maandelijkse vaste lasten niet meer kunnen betalen, zelfs als ze een baan hebben. Zij steken zich daardoor steeds dieper in de schulden. Wij geven zonder onderscheid individuele steun als mensen hulp nodig hebben. Dan krijgen ze een geldbedrag om de verwarming te repareren, de tandartsrekening te betalen of een sociale huurwoning in te richten. Het enige criterium is dat iemand het echt nodig heeft.”
Aan welke criteria moet een kerk voldoen om subsidie te krijgen?
„We zeggen niet zo snel nee, maar steunen alleen nog projecten die langdurige impact hebben. Eenmalige initiatieven als een paasontbijt komen niet meer in aanmerking voor subsidie. Bepalend is vooral of een plan goed in elkaar zit en of er genoeg mensen zijn die de kar kunnen trekken. Wel kijken we of het geld echt nodig is. Als een kerk een behoorlijk groot vermogen heeft, gaan wij niet ook nog eens een bedrag betalen voor de restauratie. Stop daar eerst maar eens eigen geld in.”
Twee en een half miljoen euro is veel geld. Waar gaat dat allemaal aan op?
„We ondersteunen niet alleen kleine, maar ook grotere initiatieven. Een mooi voorbeeld is het platform Groene Kerken, waarvan wij partner zijn. We helpen financieel, maar zetten ook samen met Kerk in Actie de koers uit. Als we grotere bedragen doneren, zijn we altijd ook inhoudelijk betrokken.”
Waarbij de Maatschappij van Welstand haar bestuurlijke ervaring deelt?
„Ja, daarmee willen wij het verschil maken. Geld is op heel veel plekken te krijgen. Doordat wij veel plannen te zien krijgen, weten we wat er wel en niet werkt. Die kennis en ervaring stellen we, evenals onze netwerken, ter beschikking.”