Veehouders Kees de Weerd en Gerrit Dekker putten moed uit opstelling kabinet
Intensieve veehouders dichtbij kwetsbare natuur zitten in onzekerheid: wat staat ons te wachten? Twee van hen reageren op de kabinetsreactie op Remkes.
„Het kabinet lijkt vast te houden aan vrijwilligheid bij de aanpak van piekbelasters. Dat is het beste, want dwang werkt niet bij een boer. Ik vind dat de overheid moet kiezen voor maatwerk: wat wil de betrokken boer en hoe is zijn situatie, want die is voor iedereen anders.
Ik realiseer me wel dat de kalverhouderij moet verduurzamen. Maar ik weet niet waar ik nu goed aan zou doen. Aan stoppen denk ik niet zozeer, daarvoor ben ik vijf jaar geleden niet in de maatschap met mijn vader gestapt. Maar mijn stallen zijn gedateerd, ze zijn van het traditionele Veluwse type, gebouwd in de jaren 80. De stallucht gaat ongefilterd naar buiten.
Investeren in nieuwbouw in combinatie met luchtwassers die de ammoniak afvangen is voor mij op dit moment niet haalbaar. De kosten zijn nu veel te hoog en ik betwijfel of de bank er wel aan mee wil werken, want ik zit dicht tegen de heide. En het is ook maar de vraag of de rechter een emissiebeperkende techniek in de toekomst niet onderuit haalt, zoals met stalvloeren in de melkveehouderij is gebeurd.
Of ik een piekbelaster ben, weet ik niet. Het ministerie van Landbouw heeft geen lijstje, hebben we deze week gehoord. Maar als je met 800 kalveren zo dicht op de beschermde natuur zit als ik, lijkt de kans me wel groot. Ik weet niet hoe groot de stikstofneerslag van mijn bedrijf op die heide precies is. Ik heb vorige week, na de presentatie van Remkes, contact gezocht met een adviesbureau om er eens aan te laten rekenen, want ik vind dat ik moet weten waar ik met mijn bedrijf sta.
Verplaatsen lijkt me in mijn geval lastig. Andere provincies zitten niet te wachten op nieuwvestiging van kalverhouders, dus dan zou ik alleen een bestaand bedrijf kunnen overnemen.”