Mens & samenlevingDepressie
Joanne heeft een chronische depressie: een zwarte hond die er altijd is

Als een zwarte hond. Zo ervaart Joanne (23) haar chronische depressie. Hoewel ze ermee leerde leven, heeft de somberheid grote impact.

Joanne. beeld RD, Anton Dommerholt
Joanne. beeld RD, Anton Dommerholt

Naar school gaan lukt Joanne –liever zonder achternaam– al jaren niet meer. Werken ook niet. Ze woont op een woonvorm in Dordrecht en doet een paar keer per week vrijwilligerswerk in een lunchroom, met mensen met een beperking. Ook krijgt ze traumabehandeling.

De eerste signalen van de depressie komen aan het licht als Joanne vijftien jaar is. De eerste twee jaren van de middelbare school kan ze goed meekomen, maar in de derde klas krijgt ze sombere gevoelens. „Ik had moeite met toetsen leren, kwam mijn bed niet uit, wilde niet naar school. Ik voelde me leeg en futloos.”

Haar moeder voelt aan dat er iets mis is en schakelt de schoolmaatschappelijk werker in. Die stuurt Joanne al snel door naar een psycholoog. Gesprekken volgen, waarin ze samen onderzoeken waar de depressieve gevoelens vandaan komen. „Ik heb een heel intensieve jeugd gehad waarin veel is gebeurd. Bovendien komt depressie meer voor in de familie; ik zal dus ook aanleg hebben.”

Hoewel de gesprekken met de psycholoog een tijdlang helpen, blijft de depressie hardnekkig. Ook komen er andere gebeurtenissen uit het verleden naar de oppervlakte. Als ze in het eerste leerjaar van het mbo zit, wordt Joanne daarom enkele maanden opgenomen in een jeugdkliniek.

Inmiddels is duidelijk dat de somberheid waarschijnlijk niet weggaat. Joanne krijgt de diagnose chronische depressie. „Deze zal onderdeel blijven van mijn leven. Het is iets dat bij mij hoort.” Dat wil niet zeggen dat ze altijd somber is. Er zijn perioden dat ze zich best prima voelt. „Maar mijn psycholoog zei: Je bent nu al zolang aan het tobben dat we niet meer de illusie hebben dat het over zal gaan.”

Gebroken been

De Wereldgezondheidsorganisatie vergelijkt een depressie met een zwarte hond, die ongenood opduikt en ruimte opeist. Joanne herkent zich in dat beeld. „Die hond moet ik overal mee naartoe nemen. Zelfs de kleinste dingen als boodschappen doen, afspreken met familie en vrienden kosten me energie. Constant voer ik strijd met het zwarte deel in mij.”

Er zijn ochtenden dat ze het liefst in bed zou blijven liggen. Inmiddels heeft ze geleerd dat dit de depressieve gevoelens alleen maar verergert. Dus komt ze dan toch haar bed uit, voert ze haar dagplanning uit, gaat ze sporten. „Beweging helpt. Ik ga er elke dag een halfuurtje opuit.”

Ze hoopt door haar verhaal te doen meer openheid te creëren over mentale problemen. Volgens haar ligt er nog een taboe op depressie. „Een gebroken been zie je meteen, maar je ziet niet aan de buitenkant dat iemand ziek is in zijn hoofd. Daarom is het zo lastig erover te praten.”

Bovendien hebben mensen vaak een oordeel over depressie. „Mensen begrijpen het niet altijd als ik afspraken –soms op het laatste moment– moet afzeggen.” Volgens Joanne is het belangrijk om onbevooroordeeld te luisteren naar iemand die depressief is, en begripvol te zijn. Bovenal: wees trouw. „Ik besef dat het belangrijk is om te investeren in sociale relaties; het is geen onwil als mij dit niet altijd lukt. Ik kan soms in mijn eigen cocon leven. Stuur dan toch af en toe een appje. En oordeel niet.”

Joanne ervaart dat ze het niet alleen hoeft te doen. „De Heere geeft kracht naar kruis. Ook mocht ik uit Zijn hand een lieve vriend ontvangen, met wie ik volgend jaar hoop te trouwen.”


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Psychologie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer