Stikstofadvies Remkes op komst; geen ommezwaai verwacht
Boeren, burgers en politici kijken reikhalzend uit naar woensdag: wat gaat gespreksleider Remkes adviseren? Eén ding is helder: een radicale ommezwaai zit er niet in.
Nadat de uitwerking van het stikstofbeleid in juni van dit jaar voor grote beroering zorgde, werd VVD-coryfee Johan Remkes begin juli aangesteld als „onafhankelijk gespreksleider” – het kabinet ging de term bemiddelaar uit de weg. Het duurde even, maar uiteindelijk kwamen ook de luidst protesterende boerenorganisaties naar de gesprekstafel. Daar bleef het echter niet bij; ook met natuurorganisaties, banken, de bouw, ondernemersorganisaties en overheidsinstanties werd gesproken.
Intussen zal voor menigeen het thema stikstof wat naar de achtergrond zijn verschoven – door de zomerperiode, het luwen van de boerenprotesten, de opvangcrisis in Ter Apel en de torenhoge energieprijzen.
Gaandeweg verschoof het moment waarop Remkes zijn eindrapport zou opleveren. Aanvankelijk hoopte hij eind augustus zijn reflecties te kunnen delen. Later noemde hij de tweede helft van september. Al met al wordt het dus oktober; woensdag om 13.00 uur presenteert hij zijn bevindingen en aanbevelingen. Aangenomen wordt dat het kabinet die ten minste in grote mate overneemt.
Tijdpad
Boerenorganisaties merkten in het laatste gesprek „een positievere houding bij het kabinet”, maar stelden dat er op diverse punten nog „grote twist” was. Of het resultaat een breed gedragen compromis zal zijn, is dan ook maar zeer de vraag. Een uiterst heikel punt is het tijdpad; de coalitiepartijen spraken in de formatie af het stikstofdoel voor 2035 te vervroegen naar 2030. Om dat te bereiken zou een halvering van de stikstofuitstoot nodig zijn.
Het kabinet heeft een- en andermaal duidelijk gemaakt niet te willen tornen aan de doelstelling voor 2030. Ook het inmiddels beruchte kaartje wordt niet ingetrokken. Premier Rutte zegde na het eerste gesprek met onder meer boerenorganisatie LTO toe dat het kabinet gaat toelichten waarom een halvering van de uitstoot in 2030 nodig is – iets wat Remkes het kabinet in 2020 adviseerde. De VVD-coryfee stelde dat het kabinet „begrijpelijkerwijs” vasthoudt aan dit jaartal. Een compromis vinden zonder aan het jaartal dat het kabinet wettelijk wil vastleggen te sleutelen, lijkt lastig.
Een ander belangrijk punt is het gebruik van de kritische depositiewaarde (KDW) om te bepalen of natuurgebieden met een overmaat aan stikstof te kampen hebben. Het is veel boeren een doorn in het oog dat deze maatstaf zo’n centrale plaats inneemt. Boerenorganisaties signaleerden eind augustus „ruimte op het weg bewegen van de KDW naar de natuurdoelen.” Sjaak van der Tak, voorman van boerenorganisatie LTO, stelde begin augustus dat er sprake was van een beweging van neerslag van stikstof (waar ook de KDW’s over gaan) „richting emissie, naar staat van de natuur.” Of het écht verschil maakt? Er kan weliswaar voor worden gekozen om met de agrarische sector alleen te spreken over vermindering van stikstofuitstoot, maar het uiteindelijke doel blijft geënt op stikstofneerslag.
Hoewel het kabinet wil dat er nieuwe indicatoren komen, is het zeer de vraag of Remkes met concrete aanbevelingen voor een alternatief komt. En of het kabinet op korte termijn harde toezeggingen kan doen over het minder belangrijk maken van de KDW. Stikstofminister Van der Wal maakte in juni echter nog duidelijk dat er in juridisch opzicht geen alternatief voor de KDW is.
Op het gebied van innovatie zou het voor boeren waardevol zijn als inzichtelijk wordt welke technieken écht juridisch houdbaar zijn. Maar Remkes kan zo’n lijst niet uit zijn mouw schudden. De sectororganisaties concludeerden na het laatste gesprek dat er „meer ruimte, budget en juridische borging voor brede innovaties” in zicht is.
Een ander aangelegen punt zijn de zogeheten PAS-melders. Versneld legaliseren van deze boeren is politiek eenvoudig te verkopen; mogelijk ziet Remkes hier kansen.
Dankbaar
Zeker is dat de gespreksleider aanbevelingen zal doen die perspectief moeten bieden aan boeren die blijven. De nieuwe landbouwminister, CU’er Piet Adema, zal daar dankbaar gebruik van maken.
Een belangrijke vraag is hoe concreet Remkes’ aanbevelingen zullen zijn. Het is hoogst onzeker dat zijn rapport –en de opvolging die het kabinet daaraan geeft– voor het gros van de boeren énige mate van tevredenheid zal opleveren. Daarmee is niet gezegd dat ontevredenheid meteen tot grootschalige nieuwe boerenacties zal leiden.
Remkes’ interventie heeft in elk geval opgeleverd dat er tijd is gekocht; tijd om de emotie bij het stikstofkaartje wat te laten zakken. De komende weken kan zomaar blijken dat er voor boeren geen snelle, concrete aanpassingen in zitten, maar er wel hoopvolle stippen op de horizon komen. Onbevredigend, maar wellicht voldoende om een herhaling van grote boerenacties te voorkomen. Een reëel scenario is dat boerenorganisaties verdeeld zullen denken over nieuwe acties.