BinnenlandOmgang met crises
Beatrice de Graaf: We leven in een afrekencultuur

Burgers die steevast met de beschuldigende vinger naar de overheid wijzen en een regering die haar burgers wantrouwt; prof. dr. Beatrice de Graaf is kritisch op de wijze waarop Nederlanders omgaan met rampen.

Mensen verzamelen hooi voor vee dat de watersnoodramp heeft overleefd. In de nasleep van de ramp klonk er nauwelijks kritiek op de regering, vertelt historica Beatrice de Graaf.  beeld ANP
Mensen verzamelen hooi voor vee dat de watersnoodramp heeft overleefd. In de nasleep van de ramp klonk er nauwelijks kritiek op de regering, vertelt historica Beatrice de Graaf.  beeld ANP

In het essay ”Crisis!” beschrijft historica De Graaf hoe mensen in de afgelopen 200 jaar om zijn gegaan met crises. Het boekje ligt vanaf deze week in de boekhandels. Het thema van de Maand van de Geschiedenis is dit jaar ”Wat een ramp!”.

Waarom koos u dit onderwerp?

De Graaf: „Ik doe onderzoek naar politiek getinte conflicten en incidenten. Door de coronapandemie raakte ik benieuwd naar hoe mensen vroeger in bredere zin crises beleefden. Want het kan toch niet zo zijn dat het leven een paar honderd jaar geleden, toen er nog geen penicilline of waterkering bestond, zoveel beter was dan nu.”

Wat is uw conclusie?

„Dat we aan de ene kant dankbaar mogen zijn voor veel ontwikkelingen, maar dat er ook een keerzijde is. Zo’n 200 jaar geleden hoefden burgers bij een ramp niet te rekenen op hulp van de overheid. Verwachtingen richting de centrale regering ontstonden pas in de loop van de 20e eeuw. Bij een overstroming was je rond 1800 op jezelf aangewezen, of op je familie, de kerk of je gilde.

„We leven in een afrekencultuur, waarbij we al snel naar de overheid als verantwoordelijke wijzen” - Beatrice de Graaf, historica

Langzaam maar zeker begon de overheid voor haar burgers te zorgen, puin te ruimen na een ramp. Ik ben blij dat de overheid nu investeert in crisisbestrijding. Vooral mensen aan de onderkant van de sociaal-economische ladder –die vaak het meest de dupe zijn van een crisis– zijn daarbij gebaat.”

Welke keerzijde ontdekte u?

„Dat mensen bozer worden op de overheid, ondanks het feit dat we steeds meer onder controle hebben. We dekken de risico’s zoveel mogelijk af, maar als er dan eens iets ergs gebeurt, raken we in paniek.

Nog niet eens zo lang geleden zagen mensen een ramp als iets wat niet te voorkomen was, bijvoorbeeld omdat hij uit de hand van God kwam. Een erge gebeurtenis werd gezien als een straf of als een beproeving.

Tegenwoordig is dat totaal anders voor de meesten. We leven nu in een afrekencultuur, waarbij al snel naar de overheid gewezen wordt als verantwoordelijke. We denken recht te hebben op compensatie. Hoe meer de overheid te hulp schiet, hoe hoger de eisen van de burger worden.”

U noemt de Watersnoodramp als een kantelpunt. Waarom?

„Tijdens en na de Watersnoodramp was er nauwelijks sprake van kritiek op de regering, er werd helemaal niet naar een schuldige gezocht. Koningin Juliana gaf een prachtige speech waarin ze dit gevoel eigenlijk ook verwoordt. Zo stelt ze dat „zelfs onze superieur ontwikkelde techniek” machteloos was om de ramp af te wenden. Later in de speech zegt ze: „Het raadsel van het waarom is alleen bekend aan Hem, Die weet wanneer Hij elke van Zijn kinderen tot zich roept, en Die weet welke beproeving, welke krachtmeting, wij kunnen verdragen, elk afzonderlijk en allen te samen.” Dit soort reacties vinden we na 1953 niet meer.”

„Mensen schelden te vaak de regering de huid vol, ook christenen” - Beatrice de Graaf

U bent in uw essay kritisch op de overheid. Wat doet die fout?

„Allereerst ben ik heel dankbaar dát de overheid investeert in crisisbestrijding, want die tempert de pijn en zorgt voor een eerlijker verdeling van de lasten dan in vroeger tijden, toen er geen uitkeringen en compensatieregelingen bestonden. Wel zie ik dat er in crisistijd altijd een enorme dadendrang ontstaat en dat de overheid vaak over de schreef gaat en te veel in een keer doet.

Hierin volg ik mijn collega, crisisonderzoeker Arjen Boin. Hij stelt dat in Nederland in de coronacrisis de economie voorrang kreeg. Er werd een veel te stellig geloof gehecht aan snel en veel vaccineren en aan de coronapas, terwijl er met een snellere, slimmere lockdown en een fijnmaziger aanpak voor mensen die zich niet durven of willen laten vaccineren, wellicht meer was gewonnen. Een overheid zou gecontroleerd, voorzichtig en met een langetermijnvisie te werk moeten gaan, maar in een crisissituatie delven juist vaak het extra debat, de reflectie en de controle het onderspit.”

Ook de burger moet het ontgelden in uw essay.

„Ja, want burgers vinden tegenwoordig dat ze overal recht op hebben. Het draait om mij en mijn emoties. Die emoties hebben een uitlaatklep nodig, en dus wordt de schuld bij de overheid gelegd.

„Hoe meer de overheid te hulp schiet, hoe hoger de eisen van de burger worden” - Beatrice de Graaf

Om het verschil duidelijk te maken tussen hoe middeleeuwers en postmoderne mensen met rampen omgaan, laat ik in mijn colleges weleens twee plaatjes zien. Aan de ene kant een processie in de middeleeuwen tijdens de pest. Mensen geselen zichzelf als vorm van boetedoening en ze zamelen geld in voor hun medemens. Daarnaast een plaatje van demonstranten in de coronatijd. Ze schreeuwen van alles over premier Rutte en stellen dat de overheid een dictatuur is.

Wat een verschil. Ik vind dat de overheid te vaak de huid vol gescholden wordt, ook door christenen. Dan denk ik: begin nu eens bij jezelf. Ben ik niet ook medeverantwoordelijk voor al die gebrokenheid, voor deze crisis? En: welk gezicht laat ik in crisistijd zien naar de ander? Doe ik genoeg aan naastenliefde?”

Al bij de eerste nationale maatregelen tegen de verspreiding van ziektes in de 19e eeuw was er protest, schrijft u in uw essay. Is er in die zin wel wat veranderd?

„Het spanningsveld tussen aan de ene kant het aanbod van zorg en aan de andere kant het behoud van de soevereiniteit in eigen kring is er altijd geweest. Neem bijvoorbeeld de bestrijding van cholera. In het begin van de 19e eeuw wist men nog niet dat vervuild drinkwater deze ziekte veroorzaakt. Er was een theorie die veronderstelde dat je de ziekte opliep door een onzedelijk en onhygiënisch leven. In het Utrechts Archief vond ik bijvoorbeeld verslagen van politieagenten en verpleegkundigen die de huizen van patiënten binnenkwamen om te kijken of er geen fles jenever op tafel stond, of de kinderen er wel netjes bij liepen en of de vloer geveegd was. Alleen dan kregen ze een aalmoes en zorg. Respect voor privacy was er niet. Dat ging wel wat verder dan de QR-code.”

Wat is een goede houding voor een christen ten tijde van crisis?

„We moeten als christengemeenschap niet meedoen aan het geschreeuw, maar vooral kijken wie het onderspit delft. Die mensen kunnen we helpen. Natuurlijk mag je kritisch zijn op de overheid. Maar dan wel binnen de regels van het spel, dus niet door bijvoorbeeld Kamerleden te bedreigen en je eigen emoties te botvieren op anderen.

Neem de discussie over vaccinatie. Als mensen zich niet laten inenten omdat ze op God vertrouwen, dan moet daar ruimte voor zijn. Maar kom niet aan met apocalyptische complotverhalen. Is zo’n houding niet juist een teken van een gebrek aan Godsvertrouwen? Moeten we crisis niet meer als een beproeving en een roep tot inkeer zien, in plaats van als een kans om weer eens goed tekeer te gaan?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Naastenliefde

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer