Mens & samenleving
Grijs zijn is vechten tegen polarisatie

In een polariserende samenleving is het grijze midden van onschatbare waarde. Dat is de groep mensen die zich er niet toe laat verleiden om zich aan te sluiten bij roeptoeterende leiders van tegenover elkaar staande groepen. De afgelopen jaren verschenen er meerdere boeken over polarisatie, en dus ook over dat grijze midden.

15 November 2021 10:01
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

1. Het grijze midden bestaat

Wij-zij-denken doet het goed in Nederland. De boeren hebben het aan de stok met de overheid. Provincialen voelen zich niet begrepen door Randstedelingen. FvD’ers staan tegenover GroenLinksstemmers. Liefhebbers van Zwarte Piet gruwen van de roetveegpiet.

In zijn boek ”Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij-denken” (2016) schrijft filosoof Bart Brandsma: „In een polarisatie worden tegenpolen benoemd: wij tegenover zij. We hebben daarbij te maken met een gedachteconstructie.” Polarisatie is er alleen in de hoofden van mensen, betoogt Brandsma die door velen als polarisatie-expert wordt gezien. Als trainer en consultant adviseert hij bijvoorbeeld publieke omroepen, gemeenten en grote bedrijven over hoe om te gaan met polarisatie.

Bij polarisatie is sprake van vijf rollen, stelt Brandsma in zijn boek. De eerste rol is die van de ”pusher”. Dat is de roeptoeter, de duwer. Er zijn altijd ten minste twee duwers, twee polen. Thierry Baudet is bijvoorbeeld een pusher in de polarisatie over racisme. Hij vindt dat iedereen die bezwaar heeft tegen Zwarte Piet zielig doet. Sylvana Simons is de andere pusher, de tegenpool die Baudet als fascist wegzet.

Tussen die polen bevindt zich de massa. De pushers doen alsof iedereen in die massa moet kiezen: ben je niet voor mij, dan ben je tegen mij. De druk die duwers op de massa uitoefenen, noemt Brandsma polarisatiedruk.

Door de polarisatiedruk ontstaat de tweede rol; die van de ”joiners”, de volgers. Dat zijn sympathisanten van de duwers. Volgers hebben hun keuze gemaakt, maar roepen niet zo hard als de pushers. „Die Thierry Baudet, ik ben het niet met hem eens, maar hij heeft wel een punt”, is een typische uitspraak van een joiner.

Tussen de groepen volgers in bevindt zich “the silent”, het stille midden. Mensen in deze groep maken geen keuze tussen zwart of wit, maar blijven grijs. Ze vormen een stabiele groep die rust geeft. Bij weinig polarisatie is dit grijze midden de grootste groep. Maar hoe groter de polarisatiedruk, hoe meer mensen uiteindelijk toch een kant kiezen – en hoe kleiner dat grijze midden wordt. Ze waren aanvankelijk niet voor of tegen Zwarte Piet, maar nu de strijd zo hoog oploopt, kiezen ze toch een kant.

Grijze muizen die kleur bekennen, dat is precies waar duwers op uit zijn. Het lijkt soms alsof Thierry Baudet zijn pijlen vooral op Sylvana Simons richt, maar het gaat hem in wezen om het grijze midden. Brandsma: „Voor de pusher is de tegenpool het onderwerp van gesprek, terwijl het midden voor de pushers de daadwerkelijke doelgroep is.”

In veel polarisaties is er iemand die probeert de tegenpolen met elkaar te verzoenen; de ”bridge builder”, de bruggenbouwer. Hij vervult de vierde rol in het polarisatiemodel van Brandsma. Hij wil de tegenpolen met elkaar in gesprek brengen. Het moet toch mogelijk zijn verschillen te benoemen en overeenkomsten te zoeken? Door bijvoorbeeld een dialoogsessie te beleggen, denkt de bruggenbouwer polarisatie tegen te gaan. Maar tegenpolen hebben helemaal geen behoefte aan een gesprek, wel aan een podium. Dialogen zullen ze alleen maar gebruiken om een monoloog te houden en zich duidelijker te positioneren tegenover de tegenpool. Daarom laat Geert Wilders bij verkiezingsdebatten óf verstek gaan, óf hij gebruikt het podium om zijn verwijten richting opponenten te herhalen.

Bij verregaande polarisatie wordt de bruggenbouwer vaak de ”scapegoat”, de zondebok. Dat is de vijfde rol in het polarisatiemodel. Beide duwers zien de bruggenbouwer dan als verrader, als iemand die de kant van de tegenpool kiest.

2. Het grijze midden krimpt

De grijzen staan dus te midden van pushers, joiners, bruggenbouwers en zondebokken. In Nederland wordt dat grijze midden kleiner, beschrijft econoom Sjoerd Beugelsdijk in zijn boek ”De verdeelde Nederlanden” (2021). In 2019 was Beugelsdijk medeverantwoordelijk voor het rapport over nationale identiteit van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Al jaren doet de hoogleraar aan de faculteit economie en bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzoek naar de oorzaken van toenemende polarisatie.

De ondertitel van Beugelsdijks boek is onheilspellend: ”Hoe een perfecte storm een klein land dreigt te splijten (en wat we daaraan kunnen doen)”. Die perfecte storm is ontstaan door twee grote ontwikkelingen: globalisering en individualisering. Hierdoor zijn de sociale en politieke verhoudingen in Nederland de afgelopen decennia drastisch veranderd en is er een voedingsbodem voor polarisatie ontstaan.

Bij polarisatie gaat het altijd om identiteit, betoogt zowel Brandsma als Beugelsdijk. Wij zijn anders dan zij; vrienden staan tegenover vijanden.

Die perfecte storm waarin Nederland is verzeild geraakt, wordt volgens Beugelsdijk gevormd door vier spanningen die de samenleving kenmerkt. En die hebben alle vier met identiteit te maken: hoe kijk je aan tegen de nationale identiteit van het land?

Ten eerste is er de spanning tussen universalisten en traditionalisten. Traditionalisten identificeren zich met Nederland op basis van symbolen en tradities – Koningsdag, dodenherdeking, sinterklaas. Universalisten stellen vooral burgerlijke vrijheden voorop – vrijheid van meningsuiting, gendergelijkheid, het recht op demonstratie. Dat zijn vrijheden die niet per se uniek zijn voor Nederland; in veel meer landen zijn ze in de grondwet verankerd. Die rechten zijn universeel. Vandaar de naam, universalisten.

Ten tweede is er een spanning voelbaar tussen globalisten, die de toegenomen economische verwevenheid van landen toejuichen, en nationalisten, die met argusogen naar de macht van multinationals kijken en vooral de nadelen van de intensieve internationale handel zien. Globalisten zien glunderend hoe de wereld steeds welvarender wordt, terwijl nationalisten met lede ogen aanzien hoe Nederland steeds minder voorstelt op het wereldtoneel.

Ten derde is er de spanning tussen mensen die individualisering omarmen, en zij die veel waarde hechten aan de lokale gemeenschap. Door de toegenomen welvaart zijn Nederlanders sinds de Tweede Wereldoorlog veel minder afhankelijk geworden van een sociaal netwerk. De kerk werd de rug toegekeerd, het contact met de buren verliep incidenteler, hechte familiebanden werden minder noodzakelijk. We konden onze zaakjes nu zelf regelen. En dat werd volop uitgeleefd. „Dat bepaal ik zelf wel”, werd het motto.

Maar inmiddels klagen veel mensen over de doorgeslagen individualisering. Dit bezorgde deel van de samenleving hecht aan een sterke lokale gemeenschap; het andere deel vindt dat maar kneuterig en identificeert zichzelf liever als onafhankelijke wereldburger.

Traditionalisten zijn vaak nationalisten die hechten aan een lokale gemeenschap. Universalisten zijn vaak globalisten die zich als individuele wereldburger zien. De spanning tussen deze twee groepen heeft een sterke invloed op de politiek. De discussie gaat niet langer over links en rechts, maar tussen open en gesloten. „Het gaat dus niet langer om meer of minder overheid, en wel of niet liberaliseren van de Nationale Spoorwegen. De onderwerpen van debat zijn de Europese Unie en migratie. Precies die onderwerpen waar de grenzen van de gemeenschap letterlijk en figuurlijk een cruciale rol spelen”, schrijft Beugelsdijk. Deze politieke tegenstelling benoemt hij als vierde spanningsveld in de polarisatiestorm.

Deze vier elementen (nationale identiteit, globalisering, individualisering en nieuwe politieke oriëntaties) grijpen op elkaar in en vormen samen de diepere oorzaak van de cultuurstrijd en de polarisatie van de samenleving.

Pushers als Geert Wilders, Sigrid Kaag en Thierry Baudet doen alsof er gekozen moet worden. Gekozen tussen open of dichte grenzen, progressief of conservatief, meer of minder EU. Dat veel mensen onder deze polarisatiedruk bezwijken, blijkt bijvoorbeeld uit het steeds kleiner wordende aandeel van het CDA in de Tweede Kamer. Deze middenpartij sleepte bij de laatste verkiezingen slechts vijftien zetels in de wacht. Het politieke midden wordt kleiner; het grijze midden krimpt.

17681358.JPG
beeld Sjaak Verboom

3. Het grijze midden is belangrijk

Een groot grijs midden is essentieel voor een samenleving. Het gaat polarisatie

tegen. En dat is belangrijk, omdat polarisatie kan leiden tot radicalisering, wat in een uiterst geval tot geweld leidt.

Karim Amghar is docent omgangskunde op een mbo in Rotterdam en zag op zijn school hoe polarisatie tussen moslims en niet-moslims tot radicalisering kan leiden. Over hoe je polarisatie en radicalisering kunt herkennen en tegengaan, schreef Amghar het boek ”Van radicaal naar amicaal” (2019).

„Hoe meer een samenleving polariseert, des te groter de kans dat mensen radicaliseren. Radicaal denken wordt namelijk gevoed door polarisatie en vice versa. De ideeën van de pusher worden namelijk gevoed door radicaliserende ideeën van de tegenpool”, betoogt Amghar.

Behalve dat een grijs midden radicalisering tegengaat, is de stille groep essentieel om gewoon vreedzaam te kunnen samenleven. Dat grijze midden is betrouwbaar en vormt als het ware de lijm van een samenleving. Hoogleraar Beugelsdijk schrijft: „Al jaren scoort Nederland in de top vijf van landen met het hoogste maatschappelijke vertrouwen. Vertrouwen is de lijm die de samenleving bij elkaar houdt. (…) Polarisatie is desastreus voor dat maatschappelijk vertrouwen.”

De hoogleraar noemt in zijn boek het sterk gepolariseerde Amerika regelmatig als voorland. „De Verenigde Staten hebben vier jaar Donald Trump gehad, Nederland heeft al tien jaar Mark Rutte. Het verschil is groot. En toch vertonen de onderliggende maatschappelijke stromen in de Verenigde Staten overlap met de cultuurstrijd in Nederland.”

Ook in Amerika vind je globalisering en individualisering. Een zakenman uit Los Angeles en een boer uit Texas hebben waarschijnlijk een behoorlijk verschillende visie op de identiteit van hun land. Dat heeft, in combinatie met andere factoren, tot stevige polarisatie geleid, waardoor er van een Amerikaans grijs midden haast geen sprake meer is. Wil Nederland geen Verenigde Staten in het klein worden, dan zal het grijze midden groot en sterk moeten blijven of worden.

Voor liefhebbers van de waarheid is polarisatie problematisch. In een gepolariseerde samenleving doen feiten er namelijk niet meer toe. Beide partijen beroepen zich vaak wel op feiten, maar de feiten die de tegenstanders gebruiken zijn van weinig of geen waarde. Een beroemde pusher noemde de feiten van de tegenstander voor het gemak „alternatieve feiten.”

Als je een duwer er met feiten van probeert te overtuigen dat de tegenpool ook gelijk heeft, wuift hij dat weg en herhaalt simpelweg de feiten die zijn eigen gelijk staven. „Het denken in vijanden en vrienden is hardnekkig en bestand tegen harde bewijzen”, schrijft Brandsma.

17681357.JPG
beeld Sjaak Verboom

4. Het grijze midden is kleurrijk

Ben je in het midden een grijze muis? Zitten er in die stille groep alleen maar kleurloze, saaie personen zonder mening? Absoluut niet, al zijn er mensen die uit onverschilligheid grijs zijn, schrijft Brandsma. „Niet iedereen luistert naar de woorden van de pushers, niet iedereen wordt erdoor geraakt, of ziet een belang op het spel staan dat voldoende weegt.”

Maar soms blijven mensen juist neutraal uit betrokkenheid op de kwestie die tot polarisatie leidt. Voor of tegen de brexit? Meer of minder Brussel? Wel of geen vluchtelingen toelaten? Mensen in het grijze midden kunnen besluiten om geen kant te kiezen, omdat ze inzien dat het debat juist behoefte heeft aan nuance.

Een derde reden waarom iemand er volgens Brandsma voor kiest grijs te zijn, is neutraliteit. Voor velen is het beroepshalve geboden om in het midden te staan. De ambtenaar, de rechter, de politieagent, de burgemeester, de priester of predikant. Het ambt vraagt om een afgewogen neutrale positie.

In het midden staan is een keuze. Grijzen bieden weerstand aan de polarisatiedruk. En hoe sterker de polarisatie, hoe meer moed en karakter daarvoor nodig zijn. Een grijsaard hoeft zich geen identiteit te verschaffen door zwart of wit te kiezen; hij is iemand zonder dat hij luid van de daken hoeft te schreeuwen wie hij is.

5. Het grijze midden in de kerk

Wij-zij-denken, dat stopt niet bij kerkdeuren. Ook binnen één kerkelijke gemeente kunnen er kiemen van polarisatie zijn. Wij de vromen, zij de onverschilligen; wij de deugers, zij de dwalers.

In de geschiedenis is het soms tot een uitbarsting gekomen, inclusief pushers, joiners, bruggenbouwers en zondebokken. Met als eindresultaat: een kerkscheuring, scherven. Soms om het behoud van de rechte leer, soms om het behoud van ’s mensen eer.

Kun je dan als kerkganger ook bij het grijze midden blijven? Gewoon, geen kant kiezen?

Uiteraard niet als het écht om de waarheid gaat. Dan is lauw zijn geen optie. Onze verhouding tot God mag niet lijden onder een goede verstandhouding met mensen: „Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.”

Christenen zijn dus geen grijze muizen. Hun Herder heeft hen gezonden als schapen in het midden van de wolven. Die woorden klinken haast polariserend: schapen versus wolven. Maar Jezus geeft er meteen een bevel bij dat, in termen van polarisatie, best grijs is: „Zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.”

Een christen moet ook in een gepolariseerde samenleving voorzichtig en oprecht zijn. Een kant hoeft hij niet te kiezen, want hij hoort al bij een kant: Gods kant.

Beatrice de Graaf schreef vorige week zaterdag (6-11) op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad: „Wat zou Jezus doen? Hoe ging Hij om (…) met politieke polarisatie en met een kerkelijke en wereldlijke overheid die er een volstrekt antichristelijke staatsleer op nahield? Heel simpel: Jezus stond eigenlijk nogal onverschillig tegenover de politiek. Hij had het er nauwelijks over. Hij werd pas boos als de Naam en de eer van Zijn Vader in het geding waren, zoals met de handel in de tempel.”

Voorzichtig als de slangen en oprecht gelijk de duiven, dat begint in het gezin. Karim Amghar benadrukt in zijn boek de essentiële rol van de opvoeding in het tegengaan van polarisatie. Als opvoeder het grijze voorbeeld geven, begint volgens hem bij: opletten met wat je zegt.

De apostel Jakobus riep daar ook toe op. Om geen mensen te vervloeken die „naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.” Om niet met één mond te zegenen en te vervloeken.

6. Het grijze midden versterken

Globalisering zal door blijven gaan. En ondanks de zorg over doorgeslagen individualisering lijkt „Dat maak ik zelf wel uit” nog niet op zijn retour. Als deze „onderstromen van polarisatie” door blijven gaan, zal polarisatie zelf ook niet zomaar stoppen. Daarom doet Beugelsdijk in zijn boek negen suggesties om Nederland op z’n minst niet verder te laten polariseren. Enkele daarvan zijn beleidsmatige veranderingen waar je als gewone man of vrouw weinig invloed op hebt.

Hij pleit er bijvoorbeeld voor dat de overheid meer geld steekt in de journalistiek. Nieuwsvoorzieningen die aan onderzoeksjournalistiek doen, bieden namelijk tegenwicht aan sociale media. Sociale media spelen een kwalijke rol in polarisatie; platformen als Facebook en Twitter versnellen het proces. Door algoritmes zien mensen vooral meningen en berichten die hun eigen gelijk bevestigen, en het ongelijk van de tegenpool. Sterke, onafhankelijke journalistiek voorkomt dat het grijze midden meegezogen wordt in dat wij-zij-denken dat op sociale media domineert.

Verder zou de overheid er ook voor moeten zorgen dat er weer een goede balans komt tussen kapitaal en arbeid, vindt Beugelsdijk. Het hebben van kapitaal –huizen of geld, bijvoorbeeld– levert tegenwoordig veel meer op dan hard werken. Een eerlijker evenwicht zou zorgen voor gelijkere kansen voor minderbedeelden die hun situatie willen verbeteren door hard te werken. De wildgroei aan flexibele arbeidscontracten zou eerst aangepakt moeten worden, zodat meer mensen recht krijgen op een vast contract met een vast inkomen.

Een universelere verzorgingsstaat zou het grijze midden ook versterken, denkt Beugelsdijk. Het ingewikkelde systeem van toeslagen, kortingen en heffingen voor tal van specifieke doelgroepen mag van hem de prullenbak in.

7. Het grijze midden en ik

Wat kan ik doen om een kleurrijke grijze muis te blijven? Luisteren lijkt het codewoord in het tegengaan van polarisatie. Zowel Brandsma, Amghar als Beugelsdijk benoemt dat.

De verleiding om in een discussie ons eigen gelijk in te brengen is groot, schrijft Brandsma. „We zijn getraind in discussie, in het formuleren van standpunten. Radio, televisie, krant, Twitter: ze bieden meningen. Het lijkt een van de belangrijkste kwaliteiten te zijn om in huis te hebben: het geven van een stevige opinie, het ontwikkelen van een kritische houding. We zijn over het algemeen minder goed geschoold in het stellen van vragen. (…) Na het stellen van vragen moeten we ook nog in staat zijn tot luisteren. En daar schort het nogal eens aan.”

Het midden kiezen, vragen, luisteren, niet oordelen – dat is niet altijd makkelijk maar wel noodzakelijk, zegt Brandsma. „Een oordeel uitspreken duwt mensen naar de polen, luisteren trekt mensen naar het midden, maar dan moet je wel zelf in dat midden staan.”

Leren luisteren, daar heeft Karim Amghar het in zijn boek veel over. Vanuit zijn ervaring als docent weet hij hoe polarisatie al op jonge leeftijd kan spelen, maar ook hoe dat proces geremd of gekeerd kan worden. Met behulp van foto’s legt hij uit hoe de, naar zijn bevinding succesvolle, talking stick-methode werkt. Daarbij zitten klasgenoten in een kring, met in het midden een stok. De docent stelt een vraag of poneert een stelling. Degene die de stok pakt, mag daarop reageren. De rest luistert alleen maar of stelt hooguit een verduidelijkende vraag. Iedereen krijgt de stok in handen en krijgt de kans zijn eigen antwoord te geven.

Amghar benadrukt, net als Brandsma in zijn boek, dat deze methode alleen zinvol is als er nog geen sprake van polarisatie is. Want echt luisteren, dat lukt alleen als je de tegenpool niet als vijand ziet. „Investeer in vredestijd, zodat je in roerige periodes de vruchten kunt plukken doordat jongeren weten dat ze de ruimte krijgen om zich te uiten, gehoord te worden en gezien te worden.”

Ook Beugelsdijk doet aanbevelingen om grijs te blijven of te worden. Hij roept bijvoorbeeld op om een discussie niet te zien als een wedstrijd waarbij het gelijk van de een ten koste gaat van het gelijk van de ander. „Alsof discussiëren een spel is waarbij honderd punten te verdelen zijn en je gelijk halen gelijkstaat aan het scoren van de volle mep.”

De hoogleraar richt zich bij deze aanbeveling ook tot politieke partijen die in de Tweede Kamer het goede voorbeeld zouden moeten geven. „Het gematigde midden is groter dan veel Nederlanders denken. Maar het wordt snel kleiner als democratische winst gezien wordt als het legitimeren van het belachelijk maken van je tegenstander, en verlies betekent dat iemand het recht op zijn of haar standpunt heeft verloren. Om te voorkomen dat we de rijke Nederlandse traditie van overleg en compromis kwijtraken, zullen alle partijen debat en discussie op een andere manier moeten zien.”

Ten slotte roept de econoom op om te stoppen met het importeren van de Amerikaanse polarisatiediscussie. „Als Nederlanders willen voorkomen dat de Verenigde Staten hun voorland zijn, is het belangrijk oog te houden voor de verschillen tussen beide landen.” Hij noemt enkele verschillen. De verzorgingsstaat in Amerika heeft een veel beperktere omvang, waardoor de mogelijkheid om hogerop te komen in dat land veel kleiner is. De tegenstelling tussen stad en provincie is in Amerika veel groter dan in Nederland. Omdat Nederland lid is van de Europese Unie is het migrantenvraagstuk niet te vergelijken met dat in de Verenigde Staten. Het tweepartijenstelsel in Amerika bevordert polarisatie, en dat hebben we in Nederland niet. Ten slotte is de geschiedenis van achtergestelde groepen in Amerika niet altijd te vergelijken met die in Nederland.

En daarom moeten we niet doen alsof Nederland op de drempel staat om een klein Amerika te worden. Laten we naar onszelf kijken en ons eigen grijze midden versterken. Want polarisatie, zo klinken de laatste woorden van Beugelsdijks boek, daar zitten Nederlanders helemaal niet op te wachten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer