Classes in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) mogen gemeenten die vrouwen in het ambt hebben of in het ambt willen gaan bevestigen, wel degelijk vermanen. „Dat moeten ze zelfs doen”, zegt prof. dr. H. J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).
Het recent door sommigen aangevoerde argument dat vermanen nu eigenlijk niet zou kunnen omdat diverse gemeenten al bezwaar hebben aangetekend tegen de uitspraak van de generale synode dat vrouwen in de CGK geen ambt kunnen bekleden, snijdt geen hout, vindt prof. Selderhuis. „Die redenering is niet houdbaar. Beweren dat deze revisieverzoeken een opschortende werking hebben, vind ik echt een onacceptabele vondst. Dat zou misschien het geval zijn als de synode met haar laatste uitspraak, in april dit jaar, iets in het beleid of de regels veranderd had. Maar daarvan is beslist geen sprake. De synode heeft alleen het besluit over vrouw en ambt, dat al in 1998 genomen is en in 2001 nog weer is bekrachtigd, dit voorjaar gehandhaafd. Gemeenten die tegen al die besluiten in toch vrouwen als diaken of ouderling hebben bevestigd, kunnen dan nu niet zeggen dat eerst de uitkomst van revisieverzoeken moet worden afgewacht. Vermanen mag nu wel degelijk. Kerkrechtelijk gezien moet het zelfs.”
De vraag of classes in deze kwestie tot vermaan mogen overgaan speelde eind vorige week op toen een groep christelijke gereformeerde ambtsdragers twee bijeenkomsten belegde, een in Dordrecht en een op Urk, om ambtsdragers die naar de najaarsvergaderingen van de classes worden afgevaardigd, toe te rusten. Op die bijeenkomsten adviseerde de stichting Christelijk Gereformeerd Beraad (CGBeraad) de aanwezige ambtsdragers om er op de classisvergaderingen op aan te dringen dat classes gemeenten die vrouwen in het ambt hebben, vermanen.
Dat advies leidde in de media en op Twitter tot kritiek. „Waarom niet de vraag gesteld naar de opschortende werking van de appèls? Zodra appèl is aangetekend, is vermaan nog niet aan de orde. Een basale regel in het kerkrecht, die hier vergeten lijkt”, twitterde prof. dr. A. Huijgen, voorheen hoogleraar aan de TUA, na een interview in het Reformatorisch Dagblad met CGBeraadvoorzitter ds. A. A. Egas (Damwoude). Op dit moment hebben al meerdere gemeenten aangekondigd met revisieverzoeken te zullen komen. Ds. D. Quant (Houten), oud-deputaat kerkorde en kerkrecht, schreef in het Nederlands Dagblad dat „in de kerkelijke regeling revisie- en appelverzoeken staat dat een revisieverzoek tegen een primair besluit opschortende werking heeft totdat op het verzoek is beslist.”
Selderhuis is het hier dus niet mee eens en wijst erop dat het hier juist geen „primair besluit” betreft. „Daarom moet een classis in deze zaak wel degelijk vermanen.”
Wat houdt de term vermanen in?
„De kwestie broederlijk aan de orde stellen en de betreffende kerkenraden erop wijzen dat iedereen zich moet houden aan de regels en de afspraken die gemaakt zijn. En hen er ook toe aansporen dat te doen. Verder gaat het vermanen mijns inziens niet.”
Het is niet denkbeeldig dat daarna in sommige classes de situatie ontstaat dat kerkenraden die vermaand zijn, toch hun eigen koers blijven volgen. Is het kerkrechtelijk mogelijk zulke kerkenraden vervolgens alleen nog op classicale vergaderingen toe te laten als waarnemers? Die dus niet kunnen meepraten en niet mogen stemmen?
„Als vermaningen niet worden opgevolgd, kan een classis volgens het kerkrecht een stap verder gaan. Gemeenten die zich niet aan de kerkorde houden, dat wil zeggen aan genomen besluiten en aan hun eigen beloften, plaatsen zichzelf buiten het kerkverband en kunnen ook formeel buiten het kerkverband worden geplaatst. Maar je bent als classis of kerkverband niet verplicht daar meteen toe over te gaan. Persoonlijk ben ik er niet voor om op dit moment zulke ingrijpende stappen te gaan zetten, ook niet die van waarnemerschap. Vergelijk het, wat mij betreft, met hoe je als kerkenraad omgaat met gemeenteleden die zich lieten overdopen. Met deze mensen zul je ook véél geduld hebben en met hen lang in gesprek blijven.”
Hoe lang?
„Wat deze kwestie betreft, dus van gemeenten met vrouwen in het ambt, wil ik daarover niet speculeren. Dit zijn haast per definitie langdurige processen. Zolang er revisieverzoeken lopen richting de volgende generale synode, adviseer ik classes niet verder te gaan dan vermanen. Pas als de synode van 2024 besloten heeft over de revisieverzoeken, is het tijd opnieuw de mind op te maken. En omdat 2024 niet zo lang meer duurt, moet geduld van alle zijden mogelijk zijn.”