Veluwse boer: Eerst duidelijkheid, dan investeren in aanpak stikstof
Boeren smachten naar zekerheid en perspectief in de stikstofcrisis. Zolang duidelijkheid uitblijft, steken ze geen geld in aanpassing van hun stallen of verplaatsing van hun bedrijf.
Dat werd dinsdag nog eens onderstreept tijdens een informatieavond in Uddel voor de inwoners van vier Veluwse dorpen.
„Ik ga niet bewegen als ik niet weet of ik volgend jaar mijn boterham nog kan verdienen”, zei een boerin, nadat ze een uitvoerige oratie van de Wageningse stikstofprofessor Wim de Vries had aangehoord. „Ik investeer geen 100.000 euro als ik volgend jaar misschien moet stoppen. Ik wil eerst weten wat mijn perspectief is.”
Ze kreeg met haar hartenkreet de handen op elkaar. „Dit is precies het pijnpunt voor alle boeren”, viel een collega bij. „Wij krijgen de zwarte piet toegespeeld, terwijl onze sector al heel veel heeft gedaan. Intussen veranderen de regels keer op keer. We weten nooit of we beloond worden voor onze inspanningen.”
Geen trekkers
Stop 150 Veluwenaren met Wim de Vries in één zaal: het lijkt een recept voor een explosieve sfeer. De Wageningse hoogleraar vertelt immers keer op keer dat de natuur in Nederland hard achteruitgaat en dat dit voor een groot deel te wijten is aan de neerslag van stikstof uit de veehouderij.
De Veluwe is het grootste Natura 2000-gebied van Nederland, maar Uddel is ook een centrum van de kalverhouderij. Toch stonden er geen trekkers voor de deur van dorpshuis Blanke Schot en hingen er geen omgekeerde vlaggen. Veel boeren waren er ook niet: slechts enkele tientallen aanwezigen kwamen uit de agrarische sector. Verhitte discussies bleven uit, de sfeer was eerder gelaten.
Voorafgaand aan de vergadering erkende De Vries dat hij wel wat zenuwachtig was. „Ik ben geen beleidsmaker, ik ben wetenschapper. Ik ga vertellen wat ik in de natuur waarneem”, zei hij desgevraagd.
Dat deed hij dan ook. Uitgebreid, soms omslachtig, legde De Vries uit wat een teveel aan stikstof met de natuur doet. Dat sommige planten verdwijnen, is een symptoom. Het echte probleem speelt zich af in de bodem. Daar vinden processen plaats waardoor voedingsstoffen voor planten onbereikbaar worden en giftige stoffen als aluminium en nitraat zich ophopen of uitspoelen naar het grondwater.
Het tij keren gaat veel tijd kosten. De Vries gebruikt de metafoor van iemand die aan obesitas lijdt. „Als zo iemand minder gaat eten, zie je niet morgen al resultaat. Het maakt ook weinig uit of hij vandaag al minder eet, of dat hij daar een week later mee begint. Maar het moet wel gebeuren.”
Veestapel
Toegepast op stikstof: de neerslag daarvan moet omlaag. En omdat stikstof in de vorm van ammoniak zo’n beetje de grootste boosdoener is, moet de uitstoot daarvan uit stallen omlaag. Dat kan met technische maatregelen, maar het is niet realistisch om te denken dat dat voldoende is: de veestapel moet ook kleiner worden, aldus De Vries.
Is die 50 procent vermindering in 2030, waar het kabinet aan vast wil houden, per se noodzakelijk? Desgevraagd zegt de hoogleraar dat hij dat jaartal niet zo belangrijk vindt. „Wetenschappelijk gezien maakt het niet veel uit of het 2030 is of 2035 (het jaartal in de stikstofwet, waar ook de georganiseerde landbouw aan vast wil houden, TR). Het gaat erom dat de uitstoot omlaag gaat. Maar daar kun je dan beter vandaag mee beginnen.”
Beloning
Overigens vindt ook De Vries dat de boeren recht hebben op zekerheid voor hun toekomst en op een eerlijke beloning. Bij dat laatste denkt hij aan hogere prijzen voor landbouwproducten en aan vergoedingen voor zaken als het beheer van het landschap en inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.