De Hersteld Hervormde Kerk (HHK) wil in het zendingswerk meer aandacht gaan geven aan de lokale cultuur. Dat kan door op plaatselijk niveau mensen toe te rusten, die op hun beurt in de buurt het Evangelie uitdragen.
Deze visie deelde ds. B. D. Bouman, voorzitter van de commissie zending van de HHK, zaterdag tijdens de jaarlijkse zendingsdag. De bijeenkomst in de Bethelkerk te Lunteren, die was georganiseerd door Zending HHK (ZHHK), trok ongeveer 600 mensen.
Ds. Bouman gaf zijn mening tijdens het forumgesprek aan het einde van de zendingsdag. Hij hoopt dat lokale bewoners door die plaatselijke toerusting zelf in gesprek gaan met hun buren. Een voordeel van deze methode is volgens hem dat op deze manier de cultuurbarrière overwonnen kan worden.
Suriname
Dat die barrière er is, bevestigde het verhaal van Marijke van der Plaat. Zij werkt sinds 2018 voor ZHHK in Suriname als kinder- en jongerenwerker. Daarbij krijgt ze herhaaldelijk te maken met cultuurverschillen. Die zijn er onder andere op het punt van relaties, tijd, het nakomen van afspraken en communicatie. Nederlanders zijn heel direct, terwijl Surinamers veel voorzichtiger zijn.
Die verschillen werken volgens haar door in allerlei dingen. „Door de cultuurverschillen kan er veel misgaan”, meent Van der Plaat. Ze voegde eraan toe: „Het is Gods werk. Hij werkt door alle culturen en over alle grenzen heen.”
Het is haar droom dat gemeenteleden op termijn het werk van haar overnemen. De jongerenwerker vertelde dat een drietal jongeren betrokken is bij haar werk. Ze liet een afbeelding zien van een vrouw uit Powakka die een verhaal uit de Bijbel aan mededorpelingen voorlas.
Een ander probleem waar Van der Plaat tegenaan loopt, is de weinige onderlinge samenhang. Ze streeft naar groepsbinding. Dat doet ze onder andere door het houden van een wekelijkse jongerenclub, waar meer dan twintig jongeren op afkomen. Ook worden er jongerenkampen georganiseerd. De jongerenwerker speelt ook samen met de jongeren volleybal om het groepsgevoel te versterken.
In Powakka is de Surinaamse noodsituatie, met een snel oplopende inflatie, goed merkbaar. Van der Plaat heeft het meegemaakt dat mensen een hele dag niet aten. Ze stimuleert de dorpelingen om zelf op het land te gaan werken, groenten te verbouwen en eventueel te verkopen.
De kerkdiensten werden eerst in Klein Powakka (nu Filippusdorp) gehouden. Momenteel vinden ze plaats in Powakka, het dorp waar de meeste kerkgangers wonen. Hun aantal stijgt.
Malawi
Ds. C. J. P. van der Bas sprak de aanwezigen toe door middel van een videoboodschap uit Malawi. De zendingspredikant geeft daar theologisch onderwijs in de Reformed Presbyterian Church of Malawi (RPC). Hij zei dat de coronaperiode voor veel studenten moeilijk was, omdat ze geen internet hadden en dus niet op afstand konden studeren. Het ziet er nu naar uit dat een zestiental theologiestudenten binnen afzienbare tijd afstudeert, waardoor het aantal predikanten in de RPC bijna verdubbelt.
Er wordt, aldus ds. Van der Bas, gewerkt aan een vertaling van de Bijbelverklaring van Matthew Henry in het Chichewa, de taal van Malawi. Deze verklaring is „het eerste middel bij de Bijbelstudie” voor hen. Mogelijk zal de verklaring ook gebruikt kunnen worden in delen van omringende landen waar deze taal gesproken wordt.
Ds. Van der Bas noemde in zijn toespraak ook de David Livingstone Christian Academy te Zomba, een christelijke middelbare school, waarvoor het Reformatorisch Dagblad vorig jaar actie gevoerd heeft. De school die in 2019 is opgericht, is onder andere bestemd voor leerlingen die dooplid zijn van de RPC en voor de armen in de omgeving.
Gaan
Het thema van de zendingsdag was ”En hij ging uit”. Het werd ’s morgens ingevuld door ds. K. Klopstra, predikant van de hersteld hervormde gemeente te Barendrecht, die sprak over ”Gods gaan”. Hij noemde twee mensen die door God naar een onverwacht zendingsgebied gestuurd werden: Jona en Paulus. Jona wilde niet gaan. Dat was niet goed, aldus ds. Klopstra. „Jona hoefde er niets van te vinden. Het bevel van God was duidelijk. God is niet na te rekenen.”
Ook voor Paulus lag Macedonië als zendingsgebied niet voor de hand. „Hij dacht elders van nut te kunnen zijn, maar Gods gedachten waren anders. Waar het om gaat, is dat de Heere soeverein is. Hij deelt zijn besluit niet met mensen. Hij doet geen voorstellen maar Hij gebiedt. Dat vraagt om een opmerkzaam hart.”
Ds. J. L. Schreuders uit Hardinxveld-Giessendam nam het tweede deel van het thema voor zijn rekening. Hij had het over ”Ons gaan”. „Een predikant moet niet vragen: Waarom wil God me daar hebben? Hij moet de roepstem van de Heere volgen, waar Hij hem ook heen stuurt. Misschien moet hij dan het beroep naar dat rooie dorp of die liberale stad wel aannemen en moet hij naar dat asociale gezin gaan, waar nog nooit een dominee of ouderling binnen is geweest.”