De last van een onvervulde kinderwens
Terwijl vrienden en familie gezinnetjes stichtten, bleef de kinderwens van André en Rineke Verheij onvervuld. Een last die ze met vreugde proberen te dragen.
Het ziet er nog niet overal spic en span uit, maar de woonkamer is helemaal ingericht en klaar. André en Rineke Verheij verhuisden dit voorjaar naar een monumentale woning in Dirksland op Goeree-Overflakkee. „Omdat we geen kleine kinderen hebben, geeft het niet dat we nog aan het klussen zijn terwijl we hier al wel wonen”, merkt André (43) op.
Het tekent de houding van hem en zijn vrouw Rineke (49). Hoewel ze heel graag „kinders” hadden gekregen, kijkt het echtpaar zo veel mogelijk naar de dingen die ze wél bezitten. „Je kunt je leven niet laten domineren door dat ene wat je niet gegeven is”, vindt André. De dingen die ze wel ontvingen, zoals elkaar, een goede gezondheid en een baan, daar kunnen ze alleen maar dankbaar om zijn en stil van worden, meent Rineke.
Leeftijdsgenoten
Desondanks voelen ze de kinderloosheid als een pijnlijk gemis. Want leeftijdsgenoten die kinderen kregen, zullen straks opa en oma worden. Die momenten zullen André en Rineke opnieuw met de neus op de feiten drukken: zij zijn kinderloos.
Wel bracht het verstrijken van de jaren een stuk rust en vrede, vertellen ze. Hoewel er naar eigen zeggen nooit 100 procent aanvaarding zal zijn, praat het echtpaar tegenwoordig open over de kinderloosheid.
Toen ze een aantal maanden geleden verhuisden van Tholen naar Goeree-Overflakkee, gingen André en Rineke over naar een andere kerkelijke gemeente. Voor het kerkblad moesten ze als nieuwe leden een stukje over zichzelf aanleveren. De twee twijfelden over wat ze zouden schrijven, vertelt Rineke. „Het leek ons goed om te delen dat we een kinderloos echtpaar zijn. Ook uit een stukje zelfbescherming dat we in de loop der jaren ontwikkeld hebben. Mensen gaan er vanwege onze leeftijd vaak van uit dat eventuele kinderen al uit huis zijn. Daarom legden we eerlijk uit dat achter onze voordeur een stil verdriet schuilt.”
Het echtpaar kreeg veel positieve reacties. „We ontvingen verschillende kaartjes en belletjes. Mensen spraken ons aan. Ik had afgelopen week nog een mooi gesprek met een gemeentelid”, vertelt André. „Als je zelf open bent, dan legt een ander soms ook zomaar zijn hart voor je bloot en vertelt zijn eigen verhaal.”
Amputatie
De positieve respons gaf voor het echtpaar de doorslag om ja te zeggen tegen een interview over het uitblijven van de kinderzegen in hun huwelijk.
Vanzelfsprekend is die openheid niet altijd geweest voor André en Rineke. „In eerste instantie sloten we ons vooral op met ons eigen verdriet”, herinnert André zich. In het praten over jezelf als kinderloos echtpaar zit een stukje opgave en berusting, stelt André. „Ik denk dat wij een hele poos niet hebben willen spreken over kinderloosheid omdat we er nog niet klaar voor waren, er nog geen rust over hadden. De hoop om een kind te krijgen leefde altijd.” Hij vergelijkt het met een amputatie. „Als je been eraf moet, dan gebeurt dat. Je moet je voorstellen dat je tien jaar van je leven de kans hebt dat het been eraf moet, maar je weet niet wat je moet doen om het te voorkomen. Zo is het bij ons gegaan. Uiteindelijk moest het been er bij wijze van spreken toch af.”
Tegenover vreemden is het soms eenvoudiger om te praten over het verdriet dan tegenover familie, zegt André, die als zzp’er waterontharders installeert en hardglazen deuren en wanden plaatst. „In mijn klantenkring gaat dat makkelijker. Er lopen vaak kinderen rond, ik geef ze altijd even wat aandacht. Dan vraagt de klant al snel of ik zelf ook kinderen heb. Je kunt dan natuurlijk zeggen: Nee. Punt. Ik zeg vaak: „Nee helaas, dat hadden we wel graag gewild.” Dan komt er soms zomaar een gesprek op gang.”
Pijnklachten
André en Rineke geven elkaar op 5 juli 2000 het jawoord. Zij is op dat moment 27, hij 6 jaar jonger. Zo’n tweeënhalf jaar later krijgt Rineke plotseling ernstige pijnklachten rondom de menstruatie. De pijn wordt zo erg, dat ze besluit naar de dokter te gaan. „Maandag ging ik naar de huisarts, dinsdag zaten we in het ziekenhuis voor een echo. Voor we het ziekenhuis uit waren, had ik al een operatiedatum gekregen. Ik bleek een cyste te hebben. Eén eierstok is operatief verwijderd.”
Hoewel de operatie heftig is voor Rineke, vertelt de gynaecoloog dat het echtpaar theoretisch gewoon kinderen kan krijgen. Maar nog steeds raken de twee niet in verwachting.
In 2005 krijgt Rineke dezelfde klachten als een paar jaar eerder. „Ik dacht direct: o nee, daar gaat de volgende eierstok.” Het blijkt mee te vallen.
Op dat moment vraagt de gynaecoloog naar de kinderwens van André en Rineke. „Toen we vertelden dat we die gewoon hadden, zijn we de medische molen in gerold”, vertelt Rineke. Onderzoeken moeten uitwijzen of er obstakels zijn om zwanger te worden, zowel bij de man als bij de vrouw. Hoewel uit de tests blijkt dat er lichamelijk nog steeds geen belemmeringen zijn om zwanger te worden, blijft het voor André en Rineke bij hopen, van een zwangerschap komt het nog steeds niet. Psychisch is het een intensieve tijd. „Toen we een sluimerende kinderwens hadden, was onze hoop ook sluimerend”, herinnert André zich. „Maar toen we er actief mee aan de slag gingen, kregen we ook actief hoop. De teleurstelling werd iedere maand groter.”
Inseminatie
André en Rineke besluiten te starten met intra-uteriene inseminatie (IUI). Bij deze behandelmethode worden de beste zaadcellen van de man tijdens de eisprong kunstmatig in de baarmoeder ingebracht. Het IUI-traject, dat maximaal zes keer achter elkaar wordt uitgevoerd, betekent opnieuw een zware tijd voor het echtpaar. Rineke moet om de dag naar het ziekenhuis voor een echo. Als de eicellen genoeg gerijpt zijn, wordt de eisprong met een spuit opgewekt. Daarna moet binnen 24 uur het zaad geïnsemineerd worden in de baarmoeder.
Behalve bij de inseminatie gaat Rineke vaak alleen naar het ziekenhuis. En die echo’s om de dag, waar ze inclusief reistijd vaak een halve dag zoet mee is, blijven niet onopgemerkt bij de basisschool waar ze lesgeeft. „Je moet natuurlijk vertellen wat er speelt en gelukkig verleende de school alle medewerking.” Op advies van de directeur schrijft Rineke een brief aan de ouders, waarbij ze in grote lijnen vertelt wat er aan de hand is. „We hebben heel veel medeleven ervaren in die tijd.”
Ook mentaal blijkt het IUI-traject een behoorlijke aanslag. Elke keer wacht na dagen van hoop een bittere teleurstelling.
Menselijk ingrijpen
Hoewel André en Rineke het IUI-traject zes keer mogen doorlopen, besluiten ze het na de vijfde keer voor gezien te houden. Dat heeft twee redenen. Enerzijds de psychische belasting. Anderzijds begint ook het medisch-ethische aspect te wegen, helemaal als de gynaecoloog de optie van in-vitrofertilisatie (ivf) noemt. „We wilden niet meer doorgaan met het menselijk ingrijpen, hoewel er menselijk gezien nog kansen lagen. Op een gegeven moment denk je: in hoeverre wordt de bevruchting maakbaar?”
Tijdens de meningsvorming over de ethische dilemma’s hebben André en Rineke het gevoel er alleen voor te staan. „In onze gezindte kijken we vaak naar elkaar; wat is gemeengoed? Dat kon nu niet, omdat weinig mensen te maken hebben met deze dilemma’s. Er was amper materiaal beschikbaar. Met familie erover praten was lastig. Ambtsdragers zeiden ook eerlijk dat ze eigenlijk niet wisten wat ze ermee moesten. Als huwelijkspartners kwamen we heel dicht bij elkaar, maar tegelijkertijd waren we wel alleen.”
Als het echtpaar besluit de behandelingen te stoppen, is de hoop op een kind niet weg, vertelt André. „Iemand die niet in God gelooft, heeft zijn vertrouwen op de techniek gesteld. Als die faalt, is alle hoop ook weg. Bij ons lag dat anders. Wij weten dat alles de zegen van de Heere nodig heeft. Tot de leeftijd begon te spreken, leefden we in de hoop en de verwachting op zegen van boven. We waren niet in verwachting, maar we leefden wel in verwachting.”
Geprikkeld
Toch verandert er wel het een en ander na het staken van het IUI-traject, vertelt Rineke. „Tijdens zo’n behandeling beheerst de kinderwens je dagelijks leven. Het is er constant. Langzamerhand werd dat minder.” Het wordt voor André en Rineke makkelijker om verder te kijken dan hun kinderloosheid en oog te hebben voor de dingen die ze wel kregen. André: „Nu terugkijkend denk je soms: oei, we waren toen ook wel erg gevoelig. Iemand hoefde maar te zeggen: „Wat heb je een mooie nieuwe auto gekocht”, en je was al geprikkeld. We kregen ook allerlei clichés naar ons hoofd. ”Ik ken een tante die op haar 45e nog zwanger werd” en ”Voor de Heere is niets onmogelijk”. Ze waren misschien goedbedoeld, maar zijn op zo’n moment echt een lege huls. Je kunt er niets mee. Je keek enorm naar wat die ander wél had en jij zelf miste. We zijn gaan zien dat ieder gezin lasten te dragen heeft, maar die worden niet aan de grote klok gehangen. Rineke: „Als je zelf iets mist, krijg je meer oog voor het gemis van anderen.”
In 2007, na het stoppen van de IUI-behandelingen, bezoeken André en Rineke voor het eerst een bijeenkomst van Revoke (Reformatorische Vereniging van Ongewild Kinderloze Echtparen). „Dat was een hele stap”, herinnert André zich. „Met het overstappen van de drempel zeg je eigenlijk: We horen ook bij jullie. In zekere zin krijg je dan echt het stempel ”kinderloos echtpaar”.” Toch voelen de middagen, die draaien om ontmoeting en bezinning, als thuiskomen. „Je deelt een gemeenschappelijk verdriet”, vat Rineke samen.
Ook het gesprek met familieleden over kinderloosheid, is vaak lastig voor ongewild kinderloze echtparen. Nu hebben beiden soms heel fijne gesprekken met familieleden, al is het bespreken van kinderloosheid nog steeds weleens lastig. „Bij de ene broer of zus ga je naar een kraambezoek en heb je een goed gesprek, bij de ander wordt het onderwerp kinderloosheid altijd doodgezwegen. Het is net als met andere moeilijkheden, met de een praat je makkelijker dan met de ander.”
In al die jaren is er meer vrede gekomen over hun kinderloosheid. „We zien het als een last die de Heere heeft opgelegd”, vertelt André. „Maar de opstand en de vragen zijn er soms nog steeds. Zo kunnen er tijdens doopdiensten nog moeilijke momenten zijn. We ervaren het als bemoedigend als de dominee in het gebed, juist tijdens doopdiensten, kinderloze echtparen opdraagt aan de troon der genade. Dat we maar mogen leren om ons kruis met vreugde te dragen achter Christus, de Kruisdrager.”