Kamer eist dat kabinet werkwijze rond uithuisplaatsingen doorbreekt
Het kabinet moet binnen zes weken duidelijk maken hoe de jeugdbescherming in crisissituaties kan afzien van het uithuisplaatsen van kinderen, ook als de wet daar juridisch ruimte voor biedt.
Dat is de uitkomst van een debat waarin de Kamer donderdag de degens kruiste met onder meer D66-minister Weerwind van Rechtsbescherming.
Net als in 2019 trokken onderzoekers en toezichthouders deze en vorige week opnieuw aan de bel over het haperende jeugdbeschermingssysteem. Zij sloegen vooral alarm omdat te veel uithuisgeplaatste kinderen momenteel verstoken blijven van goede hulp en adequate begeleiding. Voor de jeugdbescherming is dat dan weer reden om de rechter te vragen een uithuisplaatsing te verlengen, totdat goede hulp wel beschikbaar is.
In reactie op deze herhaalde alarmsignalen stuurde Weerwind de Kamer woensdag een brief. Daarin kondigde hij aan dat kabinet én gemeenten geld gaan vrijmaken voor een zij-instroomregeling voor gezinsvoogden om zo de werkdruk te verlichten. Pilots om de Raad voor de Kinderbescherming, de jeugdbeschermingsinstellingen en Veilig Thuis geïntegreerder te laten werken, worden uitgebreid en verlengd. Intussen werkt Weerwind aan wetgeving om deze werkwijze, waarvan partijen hopen dat die efficiënter is, structureel te verankeren.
De voltallige oppositie noemde dat donderdag te mager en eiste een crisisplan. De PvdA drong aan op nog meer snelle financiële steun voor jeugdbeschermingsorganisaties, zodat gezinsvoogden voortaan maximaal negen uithuisgeplaatste kinderen onder hun hoede hoeven te nemen. Volgens de SP moet de landelijke overheid een eind maken aan de situatie waarbij jeugdbeschermingsinstellingen met alle gemeenten afzonderlijk prijsafspraken moeten maken voor hun werk en met gezwinde spoed landelijke minimumtarieven invoeren.
Eerder, in een debat in mei, vroeg de Kamer Weerwind al wanneer duidelijk wordt aan welke criteria het feitenonderzoek van de jeugdbescherming, voorafgaand aan de maatregel van uithuisplaatsing, moet voldoen. De Kamer wilde toen ook van hem weten wat hij gaat doen om te garanderen dat de juridische bijstand voor ouders die zich willen verzetten tegen een uithuisplaatsing op orde is.
Pauzeknop
Weerwind zei daarop dat hij tot november de tijd wil nemen voor een zorgvuldig plan van aanpak. Daar namen uiteindelijk ook de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie geen genoegen mee. Op initiatief van CU-Kamerlid Ceder kwamen zij met een gezamenlijke motie. Die komt erop neer dat Weerwind rechtspraak, gemeenten en jeugdbeschermingsinstellingen om tafel moet zetten voor het maken van nadere afspraken over het kunnen indrukken van een pauzeknop. Concreet komt het erop neer dat de drie partijen in een situatie waarin een uithuisplaatsing juridisch mogelijk is eerst een minder vergaande optie verkennen. Dat kan zijn een tijdelijke uithuisplaatsing in een netwerkpleeggezin, of het tijdelijk weghalen van een van de ouders in een situatie van vechtscheiding.
Weerwind wil de instanties daarvoor bij elkaar brengen en handvatten laten opstellen. Daarvoor zijn volgens hem wel minstens zes weken nodig. De ruimte krijgt hij van de coalitie ook.