Psalm 91 en de Slag om Arnhem
Bij de herdenking van operatie Market Garden klinkt zaterdag een psalm. De Arnhemsche Psalm. „Er is gezucht, er is geleden. But not in vain! but not in vain!”
In de Arnhemse Eusebiuskerk preekte de hervormde ds. J. Gerritsen op zondagmorgen 17 september 1944 over Psalm 91: „Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt.” Halverwege de dienst viel de stroom uit, zodat organist Simon C. Jansen de samenzang niet meer kon begeleiden.
Driemaal ging het luchtalarm af. De eerste twee keer was het loos alarm. De derde keer niet. Er vielen bommen op onder meer de Willemskazerne. De Slag om Arnhem was begonnen. Na de dienst in de Eusebiuskerk kwamen meerdere kerkgangers om door het oorlogsgeweld.
Psalm 91 –„Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten…”– werd in de dagen daarna door Kate ter Horst voorgelezen in haar huis in Oosterbeek. Gewonde Britse soldaten die ”de engel van Arnhem” daar verzorgde, hadden juist om die psalm gevraagd. Gelukkig had ze een Engelse Bijbel in huis. Met de soldaten bad ze het Onze Vader.
Operatie Pegasus
Psalm 91 was voor dichter Johannes Aloysius Antonius (Jan) Engelman (1900-1972) het uitgangspunt toen hij in 1954 na lang aarzelen positief antwoordde op een verzoek van het Arnhemse gemeentebestuur om een tekst over de slag te schrijven die door een koor kon worden uitgevoerd. Dat gebeurde toen de Gelderse hoofdstad erbij stilstond dat ze tien jaar geleden –niet in 1944, maar pas in 1945– was bevrijd.
Engelman schreef de Arnhemsche Psalm. Over de komst van zweefvliegtuigen en parachutisten. Over het oprukken van de geallieerden naar de stad. De tegenaanval van de Duitsers. De omsingeling in Oosterbeek. De komst van de Polen, die bij Driel landden, aan de overkant van de Rijn.
„Negenduizend man gedood, gewond, verslagen en geboeid.” Arnhem bleek een brug te ver. „De laatsten zwommen van dat doodenland met kalme slagen naar den overkant”, dichtte Engelen. Over de militairen die onderdoken en over de bootjes waarmee 137 soldaten en 18 burgers tijdens de operaties Pegasus I en II naar de overkant van de Rijn ontsnapten, repte hij niet.
Gespierde taal
Herman Strategier (1912-1988) –organist in de Arnhemse Walburgiskerk– zette de tekst op muziek. Volgens de componist heeft Engelman de gebeurtenissen „nergens sensationeel in de verkeerde zin” beschreven, „hetgeen bij een dergelijk onderwerp toch licht gebeuren kan.” Strategier vond dat de Arnhemsche Psalm kon dienen als een epos over de ondergang van elke stad, waar ook ter wereld.
Engelman richtte zich in zijn woordkeus volgens Strategier „naar de gespierde taal en de zinrijke, beeldende uitdrukking van de Statenbijbel-vertaling.” Het stuk begint met het derde vers van de psalm, in het Engels, a capella. Het koor zong de psalmverzen en tussendoor verhaalden solisten de gebeurtenissen in en rond de Gelderse hoofdstad.
Het werd geen vrolijk stuk. Toch goed om te beluisteren, vond Strategier: „Wij leven zo snel. Het zou werkelijk jammer zijn als het hoogtepunt uit een beslissende heroïeke tijd vergeten werd in het jachtige leven van alledag.”
Satire
De Arnhemsche Psalm raakte wat in het vergeetboek, maar werd in 2017 in Wassenaar uitgevoerd. Een dochter van Kate ter Horst was erbij. John Holvast, oud-leerling van Strategier, pleitte kort daarna voor een uitvoering in Arnhem. Die werd voor september 2020 gepland, maar vanwege de coronapandemie uitgesteld. Zaterdagavond brengen orkest Phion en Brabant Koor het stuk ten gehore in het Arnhemse muziekcentrum Musis, dicht bij de beroemde brug.
Ook andere composities van Strategier komen aan de orde, zoals Requiem, dat hij componeerde ter nagedachtenis aan zijn broer Jan (1916-1945). Deze Gelderse provincieambtenaar kwam –nog maar 28 jaar oud– tijdens de oorlog om in concentratiekamp Sandbostel. Daar was hij –via de kampen Amersfoort en Neuengamme– naartoe gestuurd omdat hij een satirisch stuk over de Duitsers had geschreven voor de bruiloft van zijn zus. De ondertekening „zeseneenkwart” –in cijfers– verwees naar de spotnaam van rijkscommissaris Seyss-Inquart.
Jans twee dochters wilden niet geloven dat zo’n „futiliteit” de reden voor de arrestatie was; ze veronderstelden dat hun vader dieper in het verzet gezeten heeft. Waarom anders was hij ’s nachts zo vaak van huis en moest zijn vrouw maar niet vragen wat hij dan deed, zodat ze niets kon verklappen? Oorlogsinstituut NIOD meldde dat Jan Strategier een hoogstaand Nederlander was die veel voor de Joden heeft gedaan.
De Duitsers vonden de tekst die hij schreef toen ze bij een razzia in de trein de pastoor fouilleerden die de trouwdienst had geleid. In eerste instantie werd Herman Strategier opgepakt. Omdat die een vrouw en vier jonge kinderen had en bovendien de schrijver van het stuk niet was, meldde Jan zich vrijwillig. Hij dacht dat het wel met een sisser zou aflopen. Maar hij overleefde het niet. Net als de velen die omkwamen tijdens de Slag om Arnhem, die hun de bevrijding had moeten brengen.