Vroege maisoogst kan tot gevaarlijke gifdampen leiden
In de omgeving van Barneveld moest de brandweer afgelopen weekwisseling twee keer uitrukken vanwege giftige dampen die uit een maiskuil ontsnapten. Om dit te voorkomen adviseert onderzoeker Herman van Schooten iets langer te wachten met oogsten. „De mais kan er droog uitzien, maar de stengel bevat meer vocht dan je denkt.”
Normaal gesproken is oktober de maand van het mais kneuzen. De planten zijn dan uitgegroeid, de groene kleur verschiet naar bruin. Een grote machine, de hakselaar, snijdt de maisplanten laag af en hakselt de plant inclusief de maiskolven in snippers. Dat mengsel spuit de hakselaar in een kipper achter een trekker. Die brengt het naar de boerderij waar het op een langwerpige hoop wordt ingekuild.
Door de droogte van de afgelopen maanden verkleurt de mais weken eerder dan normaal. „Boeren denken dat de plant behoorlijk droog is en zijn bang dat het gewas door de verwachte regen gaat rotten en schimmelen”, zegt Herman van Schooten van Wageningen Livestock Research. „Logisch dat ze de loonwerker vragen de mais van het land te halen.”
Hoewel de mais droog lijkt, is dat in werkelijkheid meestal niet het geval. „Het drogestofgehalte van de mais valt tegen. De bladeren zien er droog uit, maar de stengel bevat nog behoorlijk wat vocht. Zeker nu het weer wat regent, zuigt de stengel zich vol met vocht”, aldus Van Schooten.
Bij een normale ontwikkeling maakt de maisplant eiwitten aan met onder meer stikstof uit de bodem. Door de droogte en het vroeger oogsten is dit proces in veel gevallen nog niet afgerond, zo legt Van Schooten uit. „In de geoogste mais zit nog veel vrije stikstof in de vorm van nitraat wat nog niet opgesloten is in eiwitten. Die vrije stikstoffen maken in de maiskuil verbinding met koolzuurgas dat altijd al gevormd worden in een maiskuil. Dan ontstaan stikstofoxiden, de zogeheten nitreuze gassen. Die komen als een soort oranje wolk onder de maiskuil vandaan.”
In 2018 was het ook een droog jaar met als gevolg meer incidenten met giftige kuilgassen. Boerenorganisatie LTO en de brandweer waarschuwden toen ook voor de risico’s vanwege de droge zomer.
Neutraliseren
Woordvoerder Marcel Kamphuis van brandweer Twente zegt dat er elk jaar wel zo’n vijf tot tien van dergelijke incidenten voorkomen in zijn regio. „Wij maken dan de omgeving vrij en proberen de situatie te neutraliseren. We zorgen ervoor dat de giftige dampen niet in de buurt van mensen of dieren komen. Dat kunnen we doen door pijpen in de maiskuil te steken waardoor de dampen kunnen ontsnappen. Soms zetten we ook een ventilator in om de gaswolk te verwaaien.”
Kamphuis vertelt dat de stoffen gevaarlijk zijn voor mens en dier. „De luchtwegen worden aangetast. Het zorgt voor irritatie van neus en keel, hoesten en benauwdheid. In het ergste geval kunnen de longen er mee ophouden.”
Als de nitreuze gassen in aanraking komen met vocht, wordt er salpeterzuur gevormd. Van Schooten: „Dus als iemand bezweet is, en hij komt in zo’n gaswolk, zal het zuur zich in zijn huid bijten met blaren als gevolg.”
Bij een maiskuil-incident in 2006 zijn in Twente zes personen gewond geraakt en drie koeien doodgegaan. „De gaswolk is toen vanuit een maiskuil in de naastgelegen stal gekropen”, aldus Van Schooten.
Om dergelijke incidenten te voorkomen, zou het beter zijn als boeren toch nog iets langer wachten met oogsten, denkt de onderzoeker van Wageningen Livestock Research. „Ik snap dat het een lastige afweging is. De mais ziet er op het eerste gezicht droog uit. Hij lijkt geschikt om te oogsten. Maar beter is om nog even te wachten tot de mais voldoende droog is.”