Buitenlandvoedselcrisis

Er ligt een wereldwijde voedselcrisis op de loer

Voedsel uit Oekraïne, waar gewoonlijk 400 miljoen mensen van leven, komt nog maar mondjesmaat naar buiten. En dan mislukken er elders ook nog oogsten door droogte.

Mark Wallet
17 June 2022 20:07
Gevolgen van droogte in Ethiopië. beeld ZOA, Lieuwe Siebe de Jong
Gevolgen van droogte in Ethiopië. beeld ZOA, Lieuwe Siebe de Jong

Langs de kant van de weg in het droge oosten van Ethiopië treft Joël Voordewind een boer bij zijn dode koe– uitgehongerd. De man vertelt dat het zijn laatste beest was, in drie weken tijd is hij al zijn tien koeien verloren. „Het was zijn hele bestaan”, zegt Voordewind, die als speciaal ambassadeur voor ZOA recent de regio bezocht. „Een koe betekent melk en melk betekent inkomen. Zonder koe heeft hij niets meer.”

Al vier jaar op rij teistert droogte de regio. Voorheen kwamen droogteperioden gemiddeld eens per vijf jaar voor, maar nu veel frequenter. Voordewind: „De vijfjaarlijkse droogten waren voor de meeste mensen nog wel op te vangen. Maar deze droogten niet meer.”

In een dorp verderop ziet Voordewind de menselijke gevolgen van de ramp: in een medische kliniek zijn tien ondervoede kinderen onder behandeling. Een oudere vrouw vertelt hem dat ze er met het kind van haar dochter zit. „Die was zelf gestorven bij de bevalling, omdat ze door ondervoeding en uitputting te zeer verzwakt was.”

De verhalen zijn tekenend voor grote delen van de Hoorn van Afrika. De VN waarschuwden al weken geleden dat zeker 20 miljoen mensen in de Oost-Afrikaanse regio zich op de rand van de honger bevinden. Wereldwijd zouden inmiddels 250 miljoen mensen in die toestand verkeren. Zo’n 1,6 miljard mensen hebben daarnaast moeite om genoeg eten te krijgen. De verwachting is dat de situatie alleen maar zal verslechteren. VN-secretaris-generaal Antonio Guterres sprak half mei over „het schrikbeeld van een wereldwijde voedselcrisis” dat de wereld bedreigt.

De situatie wordt in de Hoorn van Afrika verergerd doordat verschillende crises elkaar versterken. In de coronaperiode stegen de financiële lasten voor huishoudens in Afrika al flink. Daarbij kwam de vierde droogte in vier jaar tijd én de oorlog in Oekraïne. Verschillende Afrikaanse landen zijn in hoge mate afhankelijk van tarwe en andere landbouwproducten uit Rusland en Oekraïne. De aanvoer ervan stokt en de voedselprijzen stijgen daardoor nog sterker.

„Voedsel is in korte tijd twee keer zo duur geworden”, zegt Voordewind. „Daarbij komt dat veel donorgelden nu naar Oekraïne gaan in plaats van naar Afrika. Op een oproep van de VN tot donaties om de crisis in de Hoorn te bezweren is maar mondjesmaat gereageerd.”

Grote voedselvoorraden

„Ja, we staan voor grote problemen”, zegt ook de Franse onderzoeker Diane Mordacq. Ze werkt bij Club Déméter, een Franse denktank die zich bezighoudt met vragen rond voedselzekerheid. In het Parijse kantoor van het instituut pakt ze haar laptop erbij en somt wat relevante cijfers op. „Oekraïne is goed voor 13 procent van de mondiale tarwe-export; Rusland voor nog eens 20 tot 22 procent. Zevenentwintig landen in de wereld zijn voor meer dan 50 procent afhankelijk van tarwe-import uit deze landen. Ofwel: één op de tien mensen ter wereld.”

De gevolgen van dit alles zijn vooral in Afrika en het Midden-Oosten voelbaar. Landen als Vietnam en de Filipijnen behoren ook tot grote importeurs van Russische en Oekraïens tarwe, maar zijn er minder van afhankelijk. De verliezen kunnen gemakkelijk worden opvangen door bijvoorbeeld rijst. Dat ligt anders in Afrika en het Midden-Oosten, waar brood een veel belangrijkere bron van voeding is.

De meest logische oplossing is om tarwe van elders te betrekken. Maar ook dat is lastig. Felle regens verstoorden vorig jaar het zaaiseizoen in China, de belangrijkste tarweproducent ter wereld. Mede om die reden waarschuwde het Wereldvoedselprogramma al vóór de Russische inval in Oekraïne dat 2022 een moeilijk jaar zou worden. Een andere domper is de extreme hitte in India. Het land verklaarde zich aanvankelijk bereid nog zeker 10 miljoen ton tarwe te exporteren om de wereldwijde crisis te helpen bestrijden, maar moest een paar weken later alweer op dat aanbod terugkomen en kondigde een exportverbod aan.

Mordacq zou een voedselcrisis nog niet onafwendbaar willen noemen. „Er ligt enorm veel voedsel in de opslag, zoals in China”, zegt Mordacq. „Het land heeft enorme voorraden tarwe, maïs en rijst opgeslagen, genoeg om de eigen bevolking anderhalf jaar te voeden.” Peking legde de voorraad volgens haar aan om zich voor te bereiden op een onzeker 2022, onder meer door de Covidpandemie en spanningen rond Hongkong en Taiwan.

Daarnaast ligt er in de havens van Oekraïne in silo’s nog zo’n 25 miljoen ton aan tarwe, maïs en gerst te wachten op exportmogelijkheden. Dat is volop onderwerp van diplomatie. Export via de Zwarte Zee is op dit moment door de oorlog niet mogelijk, omdat de Russen de havens blokkeren. Bovendien ligt de zee vol mijnen. „Tachtig procent van de export uit Oekraïne gaat normaal gesproken via de Zwarte Zee”, zegt Mordacq.

Er wordt nu deels per trein geëxporteerd, maar dat is veel minder efficiënt. Mordacq: „Een containerschip vervoert 65.000 ton, een goederentrein 70 ton. En Oekraïne heeft weliswaar het derde railsnetwerk van Europa, maar er zitten veel haken en ogen aan export per trein. De breedte van de rails is in Oekraïne bijvoorbeeld niet hetzelfde als in Europa. Aan de grens moet dus alles worden overgeslagen. De oorlog laat zien hoe belangrijk de zeevaart is in de internationale handel.”

18353754.JPG
beeld RD

Kwetsbaar

De Franse president Emmanuel Macron kondigde op 24 maart een initiatief aan om de voedselzekerheid in de meest kwetsbare landen te garanderen. Het gaat om een samenwerking tussen de Europese Unie, de G7 en de Afrikaanse Unie onder de noemer FARM (Food and Agriculture Resilience Mission). Het initiatief bepleit onder meer het tegengaan van „ongerechtvaardigde” handelsbelemmeringen, versterking van de landbouwcapaciteit in kwetsbare landen en ondersteuning van de Oekraïense landbouw.

„Het is een mooi initiatief, maar op basis van vrijwilligheid”, zegt Mordacq ervan. „Dat maakt het kwetsbaar. India besloot al tot exportbeperkingen.”

Dat is volgens Mordacq ook voor het land zelf niet per se verstandig. „Het is een kortetermijnoplossing. Het doel ervan is om de prijzen op de interne markt laag te houden en honger en opstanden zo te voorkomen. De boeren betalen daar echter de prijs voor: zij moeten hun producten tegen de interne prijzen op de markt brengen, maar blijven veel van hun eigen benodigdheden tegen de wereldmarktprijs inkopen. Dat is op de langere termijn niet vol te houden. Het kan hen bovendien in de verleiding brengen om hun tarwe op te slaan en te wachten op het einde van de exportbeperkingen. Het paradoxale effect daarvan kan zijn dat er juist minder op de interne markt te krijgen is.”

Om die reden bepaalde de Egyptische regering bijvoorbeeld dat boeren niets mogen opslaan, op straffe van boetes. Egypte is voor meer dan 80 procent afhankelijk van tarwe-import uit Rusland en Oekraïne en daarmee extreem kwetsbaar.

„Egypte kan Russisch tarwe betrekken via Kazachstan”, zegt Mordacq. „Dat verlicht de situatie. Maar de situatie is spanningsvol: bij voedseltekorten ligt een revolutie onder het volk op de loer. Dat zal gevolgen hebben voor de hele regio, ook voor Europa. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de Emiraten en regionale samenwerkingsverbanden bereid Egypte bij te staan om deze crisis te bezweren.”

Oplossingen

Los van de oorlog liggen er op langere termijn forse uitdagingen om de voedselzekerheid in bijvoorbeeld Oost-Afrika veilig te stellen. De landen daar moeten er door klimaatverandering ernstig mee rekenen veel frequentere perioden van droogte mee te maken. Dat vraagt om innovatie, een andere manier van werken en van landbouw bedrijven.

Een oplossingsrichting is de inzet van droogtebestendige zaden, waar onder meer de Wageningen Universiteit aan werkt. Een organisatie als ZOA probeert daar in Oost-Ethiopië en andere landen zijn voordeel mee te doen. Slim gebruik van water is uiteraard ook van groot belang. „We helpen de bevolking met het aanleggen van waterreservoirs en met het implementeren van druppelirrigatie”, zegt Voordewind.

Daarnaast is er bijvoorbeeld op het gebied van energietransitie nog veel te winnen. In plaats van generatoren, waar dure brandstof voor nodig is, kunnen boeren bijvoorbeeld energie opwekken via zonnepanelen. „Zon is daar altijd. Daaraan gekoppeld zitten banen in de groene sector, wat de druk op de landbouw kan verlichten. Ook daar zetten we op in.”

Dit soort initiatieven klinken al snel gemakkelijker dan ze in werkelijkheid zijn. Doordat de grond in de loop der tijd eindeloos in opgedeeld in steeds kleinere stukjes land, vergen projecten als irrigatie goede afstemming tussen boeren onderling. „Waterprojecten gaan veel boeren tegelijk aan, die vallen niet per klein stukje land te organiseren”, zegt Voordewind. „Maar coöperaties bestaan in bijvoorbeeld Oost-Ethiopië nauwelijks. Dat vergt dus veel overleg.”

„De omschakeling is een kwestie van lange adem. Bovendien is het kostbaar. De plannen liggen er wel, ook bij de regionale autoriteiten. De districtsgouverneur die ik bezocht, weet heel goed wat er nodig is. De uitvoering is echter een tweede.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Voedselcrisis

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer