Kurkdroge Achterhoek heeft baat bij gedempte sloot
De natuur in de Achterhoek kleurt geel en bruin, alsof het herfst is. Op een aantal plekken in de regio worden sloten gedempt om vocht vast te houden.
De maïsplanten staan er armetierig bij en een stuwtje staat nutteloos in een kurkdroge greppel. „Normaal gesproken staat op dit land een heel pak gras”, zegt boer Erwin Nijrolder (54). Hij wijst naar een veld waar de groene grassprieten beduidend in de minderheid zijn. „Zonder de stuwtjes die ik rondom mijn land in de sloten heb staan, zou het hier helemaal een prairie zijn geweest”, verzucht hij.
Nijrolder is melkveehouder in de buurt van het dorpje Vragender in de Achterhoek. Zijn opa begon op deze plek het boerenbedrijf. Inmiddels heeft Nijrolder honderd koeien en 50 hectare land met maïs en gras, bedoeld als voer voor zijn vee.
De koeien van de melkveehouder staan op stal omdat er onvoldoende gras groeit op de verdorde weilanden. Op dit moment hoeft Nijrolder nog geen voer bij te kopen, maar bij nog een droog jaar zal dat wel nodig zijn. „Dit seizoen heb ik pas twee sneden gras gemaaid, dat zijn er normaal vijf of zes.”
De maïsoogst is nog niet helemaal mislukt volgens de boer, maar de opbrengst zal minder zijn dan in andere jaren. De kolven zijn een stuk lichter dan normaal. Volgende week wordt de maïs gehakseld. „Normaal gesproken doen we dat in oktober. Maar de kolven zijn nu rijp en verdroogd, we kunnen niet langer wachten”, zegt Nijrolder.
De droge periodes volgen elkaar steeds sneller op. De boer somt op: 2018, 2019, 2020 en 2022. „Het wordt langzaamaan steeds minder nat. Mijn vader kon zich maar twee droge zomers herinneren: 1959 en 1976.”
De melkveehouder doet er alles aan om het schaarse water lang vast te houden op zijn gronden. Daarom heeft hij ervoor gekozen een aantal sloten grotendeels te laten dempen. „Zo trekt het water niet meer zo snel weg uit het landbouwperceel en komt het grondwater hoger te staan”, legt Nijrolder uit. Graafmachines storten de sloot, die op dit moment droog staat, bijna helemaal vol met zand. „Er zal nog steeds water naar de ondiepere sloot vloeien, maar minder snel. En door een kleiner hoogteverschil stroomt het water ook langzamer weg uit de sloot.”
Engels raaigras
De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling liet dinsdag weten dat de grondwaterstand in delen van Nederland nog nooit zo laag geweest is eind augustus.
Dijkgraaf Hein Pieper van Waterschap Rijn en IJssel ziet ook toenemende droogteproblemen in zijn werkgebied, met name in de Achterhoek. „De natuur heeft de afgelopen droge zomers al flinke klappen gehad en heeft nauwelijks tijd gekregen om te herstellen. Je ziet dat de fijnspar, lariks en beuk het eigenlijk niet meer redden in dit gebied. Je moet je afvragen of natuur die veel water nodig heeft, hier wel gehandhaafd kan blijven.”
Ook bij boerenbedrijven hakt de droogte erin, bevestigt Pieper. „Kleinere oogst, minder productie, meer kosten door opnieuw inzaaien en beregenen. En dat meerdere jaren op rij.” Boeren moeten zich volgens hem afvragen of ze bepaalde gewassen die veel water vragen, zoals Engels raaigras of maïs, nog wel moeten telen.
Het waterschap begon in 2018 met het initiatief ”Elke druppel de grond in”. Het schap haalt daarbij alles uit de kast om de gevolgen van droogte tegen te gaan en water vast te houden. Pieper: „Ons doel is het grondwaterpeil met 40 centimeter te laten stijgen.” Het dempen van sloten is de meest recente maatregel die het waterschap voorstelt.
Maatwerk is daarbij een sleutelwoord, vindt Pieper. „We kunnen niet alle watergangen dichtgooien. Dan komt bij extreem weer, zoals vorig jaar in Limburg, het hele gebied onder water staan. Soms is het verstandiger om een sloot intact te laten. Je wilt niemand opzadelen met wateroverlast.”
Hydroloog Niko Wanders van Universiteit Utrecht denkt dat het gedeeltelijk dempen van sloten in delen van de Achterhoek een goede keuze is. Door het hoogteverschil daar werken stuwtjes niet optimaal, legt hij uit. Een ondiepere sloot trekt minder grondwater aan. „Dat is wat je wilt”, zegt Wanders, „want eenmaal in de sloot is het regenwater in een mum van tijd weggestroomd.”
Boer Nijrolder werkt al langer samen met het waterschap Rijn en IJssel. Het schap plaatste op aanvraag van de melkveehouder een aantal stuwtjes op zijn terrein. De boer zette op zijn beurt skippyballen in duikers om in een natte periode het water langer in de sloten te houden. Over het dempen van sloten twijfelde hij wel even. „Ik dacht: die sloten liggen er niet voor niets. Maar toen het waterschap het plan kwam uitleggen, ben ik overtuigd geraakt van het nut ervan.”
Handicap voor boeren
De sloot die grotendeels gedempt is, lijkt inmiddels op een zandpad. Op de vraag of dit niet schadelijk is voor het leven in de sloot, zegt dijkgraaf Pieper: „Het gaat om drooggevallen sloten, daar zit amper leven in.” Een groter nadeel is volgens hem het risico op wateroverlast.
In de jaren 60 en 70 zijn veel sloten gegraven om optimale productie in de landbouw te bevorderen, vertelt de dijkgraaf. Goede afwatering was daarbij cruciaal voor een lang groeiseizoen. „Als je sloten dempt, loop je het risico dat je bij een dikke bui of in de winter last hebt van water op het land. In het voorjaar kun je dan misschien later het perceel op met machines, dat kan een handicap zijn voor boeren.”
Nijrolder relativeert het risico van nattigheid. De geul van de sloot is op veel plaatsen nog een halve meter diep, daardoor kan het overtollige water alsnog weg, stelt hij. „Mocht het straks jarenlang veel gaan regenen, dan moet het zand maar weer uit de sloot”, zegt hij lachend. De boer heeft liever een klein deel van zijn land te nat, dan zijn volledige perceel uitgedroogd.
Leemlaag
Een drietal buren van Nijrolder doet ook mee aan het project om sloten ondieper te maken. Inmiddels hebben in totaal tien geïnteresseerde boeren zich gemeld bij het waterschap. Dijkgraaf Pieper is verrast door het enthousiasme. „Dit is een trendbreuk. Als ik dit plan tien jaar geleden aan de boeren had voorgesteld, dan zou niemand willen meedoen.” Agrariërs omarmen dit soort maatregelen tegenwoordig massaal, stelt hij.
Sinds 2018 heeft het waterschap zo’n 350 gesprekken gevoerd met boeren aan de keukentafel om draagvlak te creëren voor bijvoorbeeld het afsluiten van duikers. Inmiddels heeft het waterschap een wachtlijst omdat de vraag naar advies en maatregelen blijft groeien.
Boer Nijrolder legt uit dat zijn land bij uitstek gevoelig is voor droogte. „We hebben hier te maken met lichte zandgrond die functioneert als een zeef. De bodem houdt het water niet vast. Bovendien zit hier op 5 meter diepte een leemlaag, waardoor ik niet grootschalig kan beregenen vanuit het grondwater. Een paar kilometer verderop, waar die leemlaag niet is, kan wel volop gesproeid worden.”
Hydroloog Wanders bevestigt dat de Achterhoek kwetsbaar is voor droogte. „ In droge periodes is deze regio telkens in het nieuws. Het gebied heeft ook geen grote rivieren of ander oppervlaktewater. Men is bijna volledig afhankelijk van regenwater.”
Hebben boeren nog wel toekomst in de opdrogende Achterhoek? Dijkgraaf Pieper hoopt het „van ganser harte.” Hij noemt de landbouw in de Achterhoek noodzakelijk voor de voedselvoorziening in Nederland en het onderhoud van het landschap. „Maar de landbouw zoals we die nu kennen, is veel te kwetsbaar voor klimaatextremen. Die zal zich moeten aanpassen. Boeren moeten zich gaan oriënteren op gewassen die beter tegen hoge temperaturen en droogte kunnen.”
Boer Nijrolder denkt met zijn gedempte sloten weer een tijdje vooruit te kunnen. „Maar als we tien van zulke zomers achter elkaar krijgen, dan zie ik het somber in.”