Langs de lage IJssel: „Ik vind die extreme droogte echt erg”
Dor en droog is het land, leeg en laag de rivier. Hoe doorstaan boeren, burgers en buitenlui de extreme weersomstandigheden? Op reportage langs de IJssel.
WESTERVOORT
„Het is hier zo dood als een pier”, sombert Henk Verschuur. De 89-jarige hobbyboer wijst op een dor ogend weiland. Daar lopen zijn paarden rond. „Er groeit helemaal niks meer. Ik gebruik nu de wintervoorraad. Anders krijgen ze niet genoeg vreten.”
We staan aan het ‘begin’ van de IJssel nabij Westervoort, onder de rook van Arnhem. Verschuur –gele klompen, geruite pet en dito blouse– bukt zich naar de gortdroge grond, grijpt de hoef van Alexia en smeert er met een kwast een drabje onder. Het glibberige spul dient als ‘voetenzalf’ voor de viervoeter. „Ik heb er ook naaktslakken in gemengd”, onthult Verschuur het recept deze laatste vrijdag van augustus.
De droogte speelt de paarden parten, weet Verschuur. De krasse baas verzorgt op deze lap gras al „sinds 1945 365 dagen per jaar” zijn dieren. „Ze gaan aan de IJssel zuup’n. Tussen de keien stappen ze verkeerd. De hoeven scheuren open doordat ze te droog worden.” Als Alexia wat tegenstribbelt, foetert Verschuur tegen het dier, maar even later klopt hij haar liefkozend op de manen. „M’n lievelingspaard. Ze heeft nog maar één oog. Ze is 10 jaar.” Wijzend naar een paard verderop: „Dat is haar moeder, Máxima. Die is 24.”
De rivieren staan extreem laag. Zo bedroeg ruim een week geleden in de IJssel bij Zutphen de zogeheten minst gepeilde diepte 1,55 meter. Zou het water gezakt zijn tot 1,45 meter, dan hadden de autoriteiten mogelijk eenrichtingsverkeer op de rivier ingesteld. Die nog nooit ingevoerde noodmaatregel is voorlopig uit beeld, want het water in de IJssel steeg afgelopen week tot ongeveer 2 meter door regen. Toch is niet uitgesloten dat Rijkswaterstaat die drastische ingreep binnenkort toch van stal haalt. De droogte is namelijk niet voorbij.
Bij de naast de paardenwei gelegen betonfabriek Struyk Verwo Infra merken ze de gevolgen van de lage waterstand in de IJssel maar al te goed. „Hier kun je normaal gesproken niet staan”, zegt terreinbaas Huub van Laarschot. De fabriek ligt pal naast een doodlopende zijarm van de IJssel.
Van Laarschot klimt over prikkeldraad en slalomt tussen stenen door over een drooggevallen rivierbedding. Op de bodem van de aftakking van de IJssel wijst hij naar de restanten van een pakweg 60 jaar geleden gezonken sloep. Zelden kon de terreinbaas het scheepswrak zo goed zien liggen. Gebarend naar een deel van de zijtak waar nog wel een laagje water staat: „Ik ben benieuwd of daar volgende week nog vissen zwemmen.”
De fabriek is niet afhankelijk van vervoer per schip, want grondstoffen worden via vrachtwagens aangeleverd. Toch raakt de droogte het bedrijf wel. Doordat schepen vanwege de lage waterstand minder vracht kunnen vervoeren, ontstaat grondstoffenschaarste. Die drijft de prijzen op. „Wij gebruiken jaarlijks pakweg 3000 pallets. De prijzen van die dingen zijn met ongeveer 30 procent gestegen.”
Van Laarschot kent ook een ander gezicht van de IJssel – als de rivier aanzwelt en buiten zijn oevers treedt. Lopend over het bedrijfsterrein wijst hij naar een hallencomplex. „Die stroomt bij hoogwater onder. Indrukwekkend wat water in korte tijd kan doen.”
LATHUM
Landerijen langs de IJssel ogen verdord en herfstachtig. „Ik vind deze droogte echt erg”, verzucht Frits van den Berg (86) in de dorre tuin van zijn zoon in Lathum, een dorpje aan de IJssel. Uit zijn emmer steekt tuinafval. „Het gras groeit nauwelijks. Ik heb de hele zomer nog niet gemaaid”, zegt de gepensioneerde postbode. Zoals meer mensen verwijst hij naar 2018, toen droogte het land ook teisterde. „Nu is het nog erger. Ik kan me niet herinneren dat het ooit zo droog is geweest. Er is geen plezier aan de tuin te beleven.”
Van den Berg is bezorgd. „Een buitje lost het probleem niet op. Waar moet dit naartoe? Ik vrees dat we door klimaatverandering vaker met dit soort weersomstandigheden te maken krijgen. Hoe zal het gaan met de gewassen op het land?”
„Zwei euro zwanzig.” In zijn stuurhut-annex-kassahokje presenteert voetveerbaas Richard van Oijen twee Duitse vakantiefietsers de rekening van 2,20 euro voor de oversteek tussen Lathum en Rheden. Varen op de geslonken IJssel is „niet ideaal”, vertelt Van Oijen, terwijl hij zijn pont naar de overkant loodst. Pijnpunt is vooral dat de veerklep –de ‘loopplank’ voor de klanten– vanwege het lage water een stuk steiler dan gebruikelijk omhoog loopt. „Een paar oudere mensen haken nu af, omdat ze de veerstoep te steil vinden.”
Ondanks de lage waterstand kon Van Oijen zijn voetveer in de vaart houden. Al moest hij zijn vaartuig begin deze week vanwege een motorprobleem wel stilleggen.
Bij recreatiepark De Veerstal, gelegen tussen de IJssel en enkele plassen, merken ze de gevolgen van de droogte „echt wel”, zegt receptioniste Renate Visser. Beduidend minder vaargasten meren af in de jachthaven. Voor parkgasten is een boothelling slechts deels bruikbaar. „Alleen als ze een klein bootje hebben.”
De Veerstal bood onderdak aan op de IJssel vastgelopen boottoeristen uit Zwitserland. „Hun boot kon vanwege gebrek aan onderdelen niet snel worden gerepareerd. Ze hadden een halfjaar op reis willen gaan, maar keerden met een leenauto terug naar Zwitserland. Heel zuur.”
GIESBEEK
Stevige hinder van lage IJssel heeft Koozand, een driekoppig familiebedrijf dat handelt in scheepsladingen zand, grind, asfalt en afvalstoffen. Om niet aan de grond te lopen, transporteren schepen ongeveer de helft minder vracht. „Varen is overal een probleem, ook vanwege de hoge brandstofprijzen”, vat medewerker Dooby Koopmans in het bedrijfskantoor in Giesbeek de malaise samen. „Onze omzet loopt achteruit. Een collegabedrijf uit Utrecht heeft 400 mensen in dienst. Daar zijn ze nerveus, er moeten immers honderden gezinnen worden onderhouden.”
Over de financiële positie van binnenvaartschippers zit Koopmans niet in. „Zij verdienen nu goed geld. Vorig jaar vroeg een schipper 20.000 euro voor vervoer van een vracht van 3000 ton van Zwitserland naar Rotterdam, een tocht van een dag of vijf. Nu wordt voor zo’n zelfde transport 40.000 euro gevraagd, terwijl het schip amper de helft van de vracht kan meenemen.”
ANGERLO
Een krachtige straal water uit een sproei-installatie bevochtigt het droge land bij Angerlo. „Er groeit geen gras”, vertelt een veehouder op zijn erf. „Koeien kunnen moeilijk aan vreten komen. Gelukkig hadden we vorig jaar een goed groeiseizoen. De overgebleven voorraad kan ik nu aanspreken.”
De boer verstookte afgelopen weken „zo’n 10.000 euro” aan brandstof om zijn beregeningsinstallaties te laten draaien. Niet overal is het gras even geel. Hij wijst naar een perceel aan de overkant van de weg. „Die grond ligt lager en is groener. De zware klei houdt het vocht beter vast.” Toch heeft zulke grond ook nadelen, merkte de veehouder in 2018. „Als die grond te lang droog blijft, wordt die zo hard als beton. Er ontstaan brede scheuren, je kunt er een fiets in parkeren. Bij een fikse bui stroomt al het water in die scheuren, dan helpt dat water nog niet erg. Daarom hoop ik niet zozeer op een hevige plensbui, maar vooral op langdurige, rustige regen.”
DOESBURG
„Je kijkt nu tegen twee meter stenen aan. Van het landschap zie je nauwelijks iets”, beschrijft Arnhemmer Erik (72) het uitzicht op de lage IJssel vanaf zijn tien meter lange vlet. Hij en zijn vrouw Anja (71) liggen afgemeerd in de passantenhaven van Doesburg. Door het lage water schampten ze bij de jachthaven in Deventer de grond. Erik, met de waterkaart op schoot: „De ingang is daar versmald met boeien. Ik denk dat ik iets te veel aan de kant voer, ik voelde onze boot even schokken.”
In de jachthaven, aan de andere kant van de sluis in Doesburg, trekt de droogte eveneens zijn sporen. Het is ingewikkelder om van de IJssel de Oude IJssel op te varen. „Sommige boten liggen hier al weken vast. Dit soort toestanden heb ik in dertig jaar niet meegemaakt”, zegt havencommissaris Jeannette van Grol van de watersportvereniging. „Afgelopen tijd stak de sluisdrempel ongeveer 1,20 meter diep. Daar konden sommige boten gewoonweg niet overheen, omdat ze dieper liggen. Normaal ligt die sluisdrempel zo’n 2 tot 3 meter diep.” Ze wijst naar een rood pleziervaartuig dat afmeert in de jachthaven. „Die boot is van een Engelsman. Hij ligt hier al voor de vierde week vast. De Engelsen zijn maar een paar dagen de Oude IJssel afgevaren naar Doetinchem en weer terug.”
OLBURGEN
„We krijgen meer weersextremen”, voorspelt Roland Jansen. Achter zijn huis in Olburgen, met zicht op een halfvergeeld maisperceel, serveert hij koude cola. Jansen bestiert de veerpont tussen Olburgen en Dieren. Onlangs ging de pont vanwege de lage IJssel ruim twee weken uit de vaart. De veerstoepen waren niet meer goed bereikbaar. „Dat heeft ons tussen de 8.000 en 10.000 euro aan inkomsten gekost.” Twee keer in zijn 30-jarige loopbaan moest Jansen vanwege laagwater de boot aan de kant houden. In het kurkdroge najaar van 2018 en deze zomer.
Jansen wijst op de modderstrepen op zijn benen. Hij kluste net aan de oever van de IJssel aan een soort stootkussen van kraanbanden. Als het water komende tijd weer zakt, moet de veerbaas zijn vaartuig mogelijk weer dagenlang stilleggen bij het stootkussen. Meerdere keren per dag checkt hij de waterstanden. „De IJssel verandert. Dat is de natuur. Het helpt je niet je daar zorgen over te maken.” Met een kwinkslag: „We zien waar het schip strandt.”