Boetes geëist voor bekladden kantoor Christenen voor Israël in Nijkerk
Het openbaar ministerie heeft vrijdag bij de rechtbank in Arnhem boetes tot 400 euro geëist tegen vijf christelijke pro-Palestijnse demonstranten. Ze bekladden in 2024 het pand van Christenen voor Israël in Nijkerk.

Op de zitting stonden demonstraties van eind november en eind december 2024 centraal. Telkens kwamen zo’n tien pro-Palestijnse betogers naar het pand van Christenen voor Israël. Ze smeerden onder meer verf op het gebouw en schreven met krijt op straat. Zo werd een woord als ”genocide” neergekalkt.
De vijf pro-Palestijnse betogers hebben bij beide demonstraties in Nijkerk „grenzen overschreden”, betoogde de officier van justitie. „Het waren geen vreedzame demonstraties.” De actievoerders zijn (deels) verbonden aan het zogeheten Christelijk Collectief, dat gelieerd is aan Kairos-Sabeel, een pro-Palestijnse groepering binnen de PKN. De politierechter doet over twee weken uitspraak.
De aanklaagster benadrukte dat de vijf verdachten niet terechtstaan om hun mening. „Het is invoelbaar dat ze opkomen voor Palestijnen. Dat mag. Maar het wordt een ander verhaal als de demonstranten rechten van anderen met voeten treden.”
Een demonstratie mag „enige overlast” veroorzaken, maar in Nijkerk gingen de demonstranten te ver, zei de aanklaagster. „Hier was sprake van meer dan overlast. De schade was niet gering.”
De officier van justitie wees erop dat de betogers doorgingen „met besmeuren en plakken” rond het pand in Nijkerk, terwijl hun was gevraagd daarmee te stoppen en de politie was gearriveerd. De aanklaagster stelde dat de gebruikte verf nog niet zo makkelijk te verwijderen was.
Tijdens de zitting bleek dat de pro-Palestijnse demonstranten verschillende schades hebben vergoed. Het gaat dan om bedragen van enkele honderden euro’s.
Een advocate, die het woord voerde namens Christenen voor Israël, betoogde dat de demonstraties „ingrijpend en pijnlijk zijn” voor personeel van CvI. „Voor velen van hen is een periode van verwarring en onrust ontstaan. Het gevoel van een veilige werkomgeving is weg.” Dat de demonstranten CvI in verband brengen met bijvoorbeeld „babymoord” raakt aan persoonlijke overtuigingen van de CvI-medewerkers, zei de advocate.
Verdachtenbank
De christelijke klimaatactiviste en pro-Palestijnse Rozemarijn van ’t Einde uit Utrecht was zowel bij de demonstratie op 25 november als op 20 december 2024. Geëmotioneerd betoogde theologe Van ’t Einde, die in een rolstoel zit, vrijdagmiddag bij de rechtbank: „Het verscheurt me dat ik hier in de rechtbank zit. Ik vind het bizar dat ík hier in de verdachtenbank zit, en niet Christenen voor Israël.”
Net als de andere vier verdachten haalde Van ’t Einde hard uit naar CvI. „Die organisatie steunt het genocidale regime in Israël en smoort elke kritiek op Israël in de kiem. Op een vreemdsoortige manier dweept CvI met het Joodse volk.”
Verwijzend naar de bij de demonstratie gesmeerde verf zei Van ’t Einde: „Wij hebben verwijderbare verf gebruikt. Maar het bloed van de Palestijnen dat aan de handen van Christenen voor Israël kleeft, is onuitwisbaar.”
Een andere verdachte, een 43-jarige docent aan de Universiteit van Amsterdam, zei CvI te willen aanpakken voor „onethisch handelen” in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. „CvI steunt een genocidaal apartheidsregime. Ik ben in Nijkerk gewelddadig geschopt en geduwd. Ik ben met boeien afgevoerd. Nu zitten niet de genocide-ondersteuners van CvI in de beklaagdenbank, maar beland ik in de cel. Dat is een schande.”
Een andere verdachte, een 66-jarige vrouw uit Hilversum, zei tot haar dood te blijven strijden voor de Palestijnse zaak. „Ik ben boeddhist en pacifist en eindig zo in een kist.” De vrouw vertelde vrijdag een bijzonder verhaal. Ze stelde dat haar man thuis „is doodgebloed” op het moment dat zij enkele dagen in een cel zat. „Ik schrik van dit verhaal”, zei de rechter. „Gecondoleerd.”
Klusjesman
Diverse verdachten beklaagden zich over het optreden van een beveiliger dan wel klusjesman van CvI. Die ging volgens Van ’t Einde „als een dolle stier” tekeer. Op een in de rechtszaal vertoond filmpje van een van de demonstraties was te zien dat de CvI-man opgeplakte pamfletten opraapte en sommige demonstranten stevig aanpakte.
Verschillende verdachten verwezen vrijdagmiddag in hun verhalen naar Goede Vrijdag, de dag waarop ze voor de rechter stonden. Een van hen zei: „Jezus werd gekruisigd vanwege Zijn activisme voor liefde en waarheid. Hij zei: „Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” Zo denk ik ook over de christenzionisten van Christenen voor Israël. Christenen voor Israël voert een onmenselijk beleid. Ik vind het gooien van uitwasbare verf een verzetsdaad. Ik voel intens verdriet over het feit dat Israël al decennia met voorbedachten rade Palestijnen vermoordt”, zei de vrouw, die uit de Bijbel citeerde en zich ook boeddhist noemde.
Een andere verdachte, Van ’t Einde, zei: „Jezus werd bespot, mishandeld en vermoord. Jezus voelde zich van God verlaten. Zo voelt Gaza. Van God en mensen verlaten.”
Advocaat W. Jebbink stelde dat de verdachten niet dusdanig over de schreef zijn gegaan dat ze veroordeeld zouden moeten worden. Hij vroeg vrijspraak.
Tientallen belangstellenden volgden de zitting vrijdagmiddag. Verschillenden van hen droegen een Palestijnse sjaal.
