Katherine Keneally, onderzoeker bij het Institute for Strategic Dialogue (ISD), maakt zich zorgen. „Complotdenkers en extremisten spinnen garen bij inval van de FBI op het buitenverblijf Mar-a-Lago in Florida.”
Het was een opvallend moment toen Fox News-presentator Steve Doocy afgelopen maandag er bij voormalig president Donald Trump en anderen op aandrong om vanwege de recente bedreigingen hun kritische toon richting de FBI te matigen. Dan moet er wel iets aan de hand zijn. Normaal gesproken schrikken de mensen bij Fox News niet van stevige taal.
In het bulletin dat het ministerie voor Binnenlandse Veiligheid en de FBI eind vorige week uitgaven, wordt gesproken van een piek in de bedreigingen richting de FBI. Met name medewerkers die daadwerkelijk deelnamen aan de huiszoeking op het landgoed van Trump lopen risico. Het bulletin spreekt van een opvallende stijging van het aantal oproepen tot „burgeroorlog” en „gewapende rebellie.”
Op verschillende plaatsen in het land zijn er de achterliggende dagen incidenten geweest. Twee voorbeelden: een bommelding bij het FBI-hoofdkantoor in Washington en een demonstratie van gewapende Trump-aanhangers bij het FBI-kantoor in Phoenix (Arizona).
In de stad Cincinnatti (Ohio) poogde de gewapende Ricky Shiffer vorige week het FBI-kantoor binnen te dringen. De aanslag mislukte. Na een urenlange achtervolging werd hij neergeschoten door de Ohio State Highway Patrol. De politie deelde later mee dat Shiffer aan zijn verwondingen was bezweken.
Dubbele tong
Volgens een rapport samengesteld door medewerkers van het ISD, kwam Shiffer tot zijn daden omdat hij geloofde in de Trumps bewering dat de presidentsverkiezingen van 2020 zijn gestolen. Daarnaast was hij ervan overtuigd dat de wetshandhavers in de VS op de hand van links-progressieve krachten zijn. Shiffer meende dat deze groep achter de huiszoeking bij Trump zat.
ISD-onderzoeker Keneally zegt bezorgd te zijn over de veiligheid van FBI mensen. „Bij veel opgewonden Republikeinen is het respect voor deze wetshandhavers totaal afwezig. Dat is gevaarlijk. Als je FBI-agenten „loopjongens van de progressieve bende” noemt, ondergraaf je de rechtsstaat. Wie dan tegelijk beweert vóór recht en orde te zijn, zoals veel Trumpaanhangers doen, spreekt met dubbele tong”, aldus Keneally.
Onder de Republikeinen is een stroming die onderscheid maakt tussen agenten die er al langer werken voor de FBI en die door de regering-Biden zijn benoemd. Laatstgenoemde zouden er alles aan doen om Trump en de conservatieve beweging tegen te werken.
Olie op het vuur
Dan Crenshaw, Republikeins lid van het Huis van Afgevaardigden, zei eind vorige week: „Ik zal de FBI niet besmeuren, maar dat politieke benoemden dit spul runnen, vind ik erg zorgelijk.” Daarmee suggereerde hij dat de leiding van de FBI in handen is van mensen die Biden steunen. Feit is echter dat de huidige FBI-directeur, Christopher Wray, in 2017 door Trump werd aangesteld.
Inmiddels lijkt het erop dat Republikeinen zich bewust worden van de risico’s van de verbale aanvallen op de FBI. Zelfs Trump zou willen dat de discussie minder verhit raakt. Volgens zijn medewerkers heeft hij daartoe zelfs contact gezocht met minister Garland van Justitie.
Intussen gooit hij echter steeds zelf olie op het vuur. Maandag vergeleek hij de huiszoeking op zijn landgoed met de Watergate-affaire nu vijftig jaar geleden. „Met een verschil. Toen braken Republikeinen in bij de Democraten. Nu doen Democraten het bij een Republikein.”