„De strijd tegen de droogte is een marathon die we moeten lopen”
De natuur is de droogte van 2018 nog niet te boven en krijgt nu een nieuwe klap, terwijl grote veranderingen in het waterhuishoudingssysteem op zich laten wachten. „We zijn ingehaald door de werkelijkheid. Dat is heel pijnlijk”, zegt hydroloog Niko Wanders.
De natuur zucht onder de droogte, vertelt Wiebe Borren, hydroloog bij Natuurmonumenten. „In de provincie Zeeland is het neerslagtekort extreem en zijn de binnendijkse kleigebieden snel aan het uitdrogen. De bovengrond is er keihard en er ontstaan scheuren in. Voor vogels is het lastig om daar in te pikken om voedsel te vinden. Bij het Naardermeer is een nooddamwand geplaatst om te voorkomen dat er zout water in het meer komt. Omdat de rivieren nog maar weinig water afvoeren richting zee, rukt het zoute water landinwaarts op. In Noord-Brabant wordt in beken grondwater gepompt om te voorkomen dat ze volledig droogvallen en zeldzame vissen en waterinsecten sterven.”
Goede vliegers en zwemmers kunnen op eigen kracht terugkeren als de beek weer water heeft, maar veel dieren lukt dat niet, omdat de afstanden die ze moeten afleggen te groot zijn en ze bovendien nog maar op een klein aantal plekken in Nederland te vinden zijn, legt Borren uit.
De situatie van nu doet hem denken aan de droogte van 2018. „We hadden toen ook een groot neerslagtekort en weinig aanvoer van water via de rivieren.” Voor het eerst sinds 2018 is er weer een watertekort. Het weinige water dat er nog is, wordt verdeeld volgens afspraken die in de Waterwet zijn vastgelegd. Het vochtig houden van waterkeringen en dijken zodat ze niet scheuren, heeft de hoogste prioriteit. Drinkwater en energievoorziening krijgen ook voorrang. Daarnaast wordt geprobeerd om onomkeerbare schade in de natuur te voorkomen.
De natuur is de klap die in 2018 is uitgedeeld nog niet te boven, zegt Borren. „Er zijn toen veel sparrenbossen afgestorven. Zelfs eiken hebben het loodje gelegd in de droge zomers die daarna volgden. We zijn ook stukken heide kwijtgeraakt.” Hij wacht „met smart” op grote veranderingen in het waterhuishoudingssysteem. Het systeem moet meer gericht zijn op het vasthouden van regenwater, in plaats van op het afvoeren ervan.
Hij ziet wel lichtpuntjes. „Het lukt beter om met waterschappen en provincies afspraken te maken over het vasthouden van water. De waterpeilen worden iets hoger gehouden in het voorjaar. We mogen in onze gebieden de stuwen ook hoger opzetten.”
Sloten gedempt
Ralf Verdonschot, onderzoeker van zoetwaterecosystemen bij Wageningen University & Research, ziet ook dat er stapjes zijn gezet om het regenwater dat in de winter volop valt beter vast te houden. „Langs beken in Noord-Brabant zijn moerassen hersteld. De bodem van de Leuvenumse beek op de Veluwe is omhoog gebracht, zodat de beek kan overstromen en het water langzaam in de bodem kan trekken om het grondwater aan te vullen. Ook worden steeds vaker greppels en sloten gedempt, zodat het in beekdalen moerassiger wordt. Je creëert zo een spons.”
Maar dit zet volgens hem nog geen zoden aan de dijk, omdat de oppervlakte van de gebieden waarin deze aanpassingen worden gedaan nog te klein is. „We zitten eigenlijk nog steeds in dezelfde situatie als in 2018. Dezelfde beken dreigen droog te vallen.”
Niko Wanders, universitair docent Hydrologie aan de Universiteit Utrecht, heeft geen vrolijke boodschap voor natuurbeheerders. „We kunnen niet in één, twee jaar het waterhuishoudingssysteem omgooien. Daar gaan tientallen jaren overheen. Het is geen sprint, maar een marathon die we moeten lopen.”
Voor 2018 was er volgens Wanders te weinig aandacht voor droogte. „We zijn ingehaald door de werkelijkheid. Dat is heel pijnlijk, zeker voor de natuur.”
Hij merkt dat de droge zomers van de afgelopen jaren het gevoel van urgentie hebben vergroot. „Ik kom nooit droogte-ontkenners tegen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een netwerk van wetenschappers en kennisinstituten opgezet over droogte. Zo’n netwerk was er al voor overstromingen.” Ook is er overleg tussen overheid, waterbeheerders en kennisinstellingen aan de Beleidstafel Droogte. „Er is een brug geslagen tussen wetenschappers en politici. Dat is een belangrijke stap.”
De grondwaterstand zal volgens hem structureel omhoog moeten. Hierdoor worden lager gelegen natuurgebieden weer natter, maar hooggelegen heidegebieden helpt dit niet. Die zullen verder uitdrogen.
Waterwinbedrijven denken volgens Wanders al na over andere plekken om water te winnen. „Zo heeft Vitens een plan bedacht om een „eeuwige bron” te creëren, een groot moerasgebied waar zoveel mogelijk water in wordt gelaten. De droogte zet iedereen op scherp. We zien waar de knelpunten liggen. Het denkwerk is al redelijk ver. Maar daar zijn een vis als de beekprik en de kamsalamander nog niet mee geholpen.”