Vanouds waren de gereformeerden in theologisch en politiek opzicht behoudend. Eind negentiende eeuw verlieten zij de Nederlandse Hervormde Kerk vanwege haar gebrek aan rechtlijnigheid en rechtzinnigheid. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw zijn veel gereformeerden progressief geworden.
In vrij korte tijd vond bij ARP, Trouw, NCRV en de synodaal gereformeerden een ”Werdegang” plaats. Iets dergelijks zien we de laatste jaren gebeuren bij de Evangelische Omroep, het Nederlands Dagblad, ChristenUnie en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Hoe kan een volksdeel dat in wezen conservatief van aard is, in betrekkelijk korte tijd allerlei moderne of progressieve inzichten overnemen en die vervolgens uitdragen als dé waarheid?
Dat wekte verbazing en nieuwsgierigheid bij Syp Wynia en zijn co-redacteuren Henk-Jan Prosman, Jan-Jaap van den Berg en Roelof Bouwman. Samen met anderen schreven ze twaalf beschouwingen die de „culturele revolutie in neocalvinistisch Nederland” in kaart brengt. Deze wordt beschreven aan de hand van beeldbepalende kwesties die de scharnierpunten vormen waarop neocalvinisten hun draai maken, zoals een haan op de kerktoren. Het blijkt dat de „linkse kerk” vele goede bedoelingen in huis heeft, maar tegelijk komen de kwalijke, soms desastreuze effecten ervan bovendrijven.
Papoea’s
Exemplarisch hiervoor is de „Nieuw-Guineakwestie” in de jaren 50-60. Centraal daarin staat het lot van de Papoea’s die op het westelijk deel van dit eiland leefden. Had dit volk recht op autonomie? Volgens het volkerenrecht wel. Maar de Indonesische regering wilde het westelijk deel van Nieuw-Guinea graag overnemen van Nederland. Het kreeg daartoe hulp van de Verenigde Staten en het Nederlandse bedrijfsleven, met name Unilever. Ook Nederlandse zendelingen in Indonesië lieten van zich horen. Het grootkapitaal en de kerk spanden samen om Nederlands Nieuw-Guinea opnieuw te laten koloniseren, ditmaal door het Indonesische bewind. Bruins Slot was indertijd hoofdredacteur van Trouw en ARP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer. De ARP verzette zich tegen de onafhankelijkheid van Indonesië en bleef consequent tegen het opgeven van Nederlands Nieuw-Guinea. Toen Bruins Slot zag hoe de banden tussen de VS en Indonesië werden aangehaald en de druk van zendelingen en ondernemers toenam, maakte hij in 1961 de draai: het zelfbeschikkingsrecht zou de Papoea’s door de Nederlanders zijn aangepraat. In 1962 ging ook de Nederlandse regering door de bocht en deed afstand van het overzeese gebiedsdeel. De Papoea’s voelden zich door haar in de steek gelaten en bovendien verraden door de Nederlandse kerken. Goede relaties met Indonesië en economische belangen prevaleerden boven grondrechten van de Papoea’s. Het gevolg? Sinds 1962 maakt het Indonesische bewind vele slachtoffers onder de Papoea’s, volgens onderzoeken tussen de honderd- en vijfhonderdduizend. De linkse kerk toont zich daarvoor Oost-Indisch doof.
Apartheid
Een ander sprekend voorbeeld betreft het lot van Zuid-Afrika. Er moest zo snel mogelijk een einde komen aan de apartheid aldaar door middel van economische sancties. Dat die vooral de arme zwarte bevolking troffen, deerde de wereldverbeteraars niet, zo blijkt uit het relaas van Martin Bosma. Nederlandse ondernemingen die ook zorgden voor huisvesting en onderwijs voor de gezinnen van hun zwarte werknemers, moesten onverwijld vertrekken uit Zuid-Afrika. Het gewelddadige ANC maakte meer dan 20.000 slachtoffers, vooral onder zwarte christenen. Niettemin werd het vanuit de Nederlandse mainstreamkerken ruimhartig gesteund. Bosma somt de resultaten op: na 1994 verwierf niet de christelijke Inkatha regeringsmacht, maar kreeg het communistische ANC de alleenheerschappij. De 17 anti-zwarte rassenwetten werden vervangen door 125 anti-blanke. Het aantal martelingen op politiebureaus ging van twee naar ruim tweehonderd per jaar. Links protesteert hier niet tegen, want apartheid is passé. De Zuid-Afrikanen mogen zichzelf nu uit nog groter ellende zien te redden. Barmhartigheid volgens de linkse kerk.
ChristenUnie
In een doorwrocht betoog brengt Bas Hengstmengel de ontwikkelingen binnen de ChristenUnie in kaart. Net als bij de ARP, waar beginselen door Zijlstra „empty boxes” werden genoemd, gaat het vandaag bij de CU meer over idealen dan over principes. Terwijl Abraham Kuyper beducht was voor veel overheidsmacht, blijkt de CU die vrees ten opzichte van staatsingrijpen te laten varen. Historicus George Harinck vond het veelzeggend dat linkse AR-mensen uit de jaren zeventig die nu nog leven, zoals Goudzwaard en Aantjes, zo veel op hebben met de CU. In 2015 nam zij een nieuwe grondslag aan op basis van de geloofsbelijdenis van Nicea. Daarmee is de CU een algemeen christelijke partij geworden. Slaat zij zo niet de waarschuwing van haar eerste partijvoorzitter Van Daalen in de wind, dat de partij „voor niets zo bang moet zijn als voor verwatering tot een mini-CDA”? Terwijl RPF en GPV steevast bij ”klein rechts” werden ingedeeld, distantiëren hun politieke nazaten zich daar verre van. De CU profileert zich als „GroenLinks met de Bijbel” door te hameren op vluchtelingenopvang, klimaatbeleid en ontwikkelingshulp. Hoort de CU bij de „linkse kerk”? De tijd zal het leren. Het opzeggen van de decennialange samenwerking met de SGP in het Europees Parlement vormt een teken aan de wand.
Abortusrapport
Tot zover een indruk van ”De Linkse Kerk”. Het boek bevat nog negen opstellen over een waaier aan thema’s. Van Vietnamoorlog tot kernwapenprotesten en de dubieuze rol van IKV-voorman Mient Jan Faber daarbij. Ook komt de moeizame houding van de Protestantse Kerk en haar voorgangers ten opzichte van de staat Israël en het Joodse volk aan de orde, inclusief de neiging om voor de underdog (eerst de Joden, later de Palestijnen) positie te kiezen. Verder hoe de moderne tijdgeest vat kreeg op Trouw en NCRV, voorheen gereformeerde bolwerken. Nogal schokkend vond ik het relaas over een abortusrapport dat een hervormde commissie schreef in de jaren 70. Daarin werd abortus in sommige situaties gezien als morele plicht. Gelukkig heeft de hervormde synode dit on-Bijbelse stuk van tafel geschoven.
Verhelderend is het hoofdstuk over politieke voorkeuren in de Protestantse kerk. Die blijken sterk uiteen te lopen. Wie op de kansel staan, stemmen vaak GroenLinks, amper VVD. Zij die eronder zitten stemmen beduidend vaker op een christelijke of een rechtse partij.
Het afsluitende hoofdstuk noemt de namen van 72 bekende (ex)-gereformeerden met een korte biografie erbij, maar onduidelijk is wie bij de linkse kerk wordt gerekend. Hier wreekt zich dat een duidelijke definitie van het begrip ”linkse kerk” ontbreekt. Deze term was een retorische vondst van Pim Fortuyn. In dit boek lijkt het een containerbegrip te worden voor ideeën waar ‘rechtse mensen’ het niet mee eens zijn.
Kuitert
De bundel zou aan kracht gewonnen hebben, wanneer in de verklaring voor de koerswijziging van de Gereformeerde Kerken het boek ”De theologen gingen voorop” van ds. A. M. Lindeboom uit 1987 was betrokken. Vanaf de jaren zestig werd door theologen als H. M. Kuitert steeds openlijker de betrouwbaarheid van de Bijbel, met name Genesis 1-3, in twijfel getrokken. Onbewezen hypothesen over het ontstaan van het leven op aarde presenteerde hij als vaststaande bewezen feiten. Met een schijn van wetenschap imponeerde en misleidde hij eenvoudige gelovigen. Het in twijfel trekken van het Schriftgezag in combinatie met een intellectualistisch klimaat, waarin de gelovige bezieling wegkwijnt, ziet Lindeboom als voornaamste oorzaak van de ontmanteling van de Gereformeerde Kerken. Zending werd ingewisseld voor ontwikkelingshulp en gerechtigheid beperkt tot armoedebestrijding.
Schuld
Intussen levert De Linkse Kerk veel stof tot bezinning en verootmoediging voor de Protestantse Kerk in Nederland. Want torst zij geen torenhoge schuld jegens het volk van de Papoea’s, de Zuid-Afrikanen en dissidenten achter het voormalige IJzeren Gordijn? De kerk heeft deze en andere groepen, in het bijzonder de christenen onder hen, onnoemelijk veel leed berokkend en bovenal de Naam van Christus bezoedeld. Ook steunde zij antichristelijke, gewelddadige organisaties en repressieve regimes in Moskou, Jakarta en elders. Hoe kan de kerk hiermee in het reine komen tegenover God, tegenover slachtoffers en tegenover vrijgevige kerkleden? Ook doen protestantse predikanten er wijs aan bij hun leest te blijven, door meer over het christelijk geloof en minder over politieke thema’s te (s)preken.
Rechtse kerk
Waarom zou een reformatorisch christen dit boek lezen? De slechtste reden die ik kan bedenken is: je eigen gelijk bevestigen. „Zie je wel, de gereformeerden zaten fout en de reformatorische kerken hebben gelijk.” Zeker, Hulp Oost-Europa, Open Doors, Friedensstimme, SDOK en anderen deden en doen goed werk. Maar vaak zijn het twisten over bijzaken die merendeels onze aandacht en tijd opslokken. Ligt daar het echte front?
Bijzonder slecht zou het idee zijn om een ‘rechtse kerk’ te vormen. Zo’n tegenhanger is een al te menselijke zaak en haalt de heilbrengende boodschap van het Evangelie omlaag. In de navolging van Christus zullen we links noch rechts, maar de koninklijke weg moeten gaan. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Geloven wij daar écht in? Geven wij gehoor aan al Gods geboden? Daarin schiet ieder christen tekort.
Intussen mogen we Christus’ gerechtigheid niet versmallen tot ons individuele zielenheil, blind zijn voor de noden in onze wereld en doof voor het zuchten van Gods schepping, omdat dit linkse hobby’s zouden zijn.
Neuzen
Syp Wynia et al stelden een bundel samen die aan het denken zet. Het boekomslag toont negen contrastrijke banen, waarin acht hoofden en profil staan getekend, alle neuzen naar links. Hoe divers het ook lijkt, de denkrichting is uniform. Tekenend voor de „linkse kerk.” Nu nog een definitie in woorden.
De linkse kerk, Syp Wynia, Henk-Jan Prosman, Jan-Jaap van den Berg en Roelof Bouwman; uitg. Blauwburgwal; 264 blz.; € 23,50
De auteur is directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP en belijdend lidmaat van de Protestantse Kerk in Nederland.