Door het aftreden van de Italiaanse premier Draghi lijkt de politieke chaos in dit Zuid-Europese land weer compleet. Dat is niet alleen slecht nieuws voor de Italianen, maar ook voor Europa.
In Nederland hoopt premier Rutte begin augustus het record van langstzittende premier van ons land te breken. Hij is dan bijna twaalf jaar minister-president in de lage landen. Italië zag de afgelopen tien jaar zes premiers gaan en komen.
Draghi trad in februari vorig jaar aan. Hij is dus nog geen anderhalf jaar in functie. Na veel politiek gesteggel kreeg hij de leiding over een regering van nationale eenheid. Alle partijen namen daaraan deel, behalve de extreemrechtse Fratelli d’Italia.
Het belang van een regering van nationale eenheid was groot. Italië, de derde economie van de Europese Unie, zou maar liefst 200 miljard euro krijgen uit het coronaherstelfonds van 750 miljard euro. Het gaf vertrouwen dat Draghi, die van 2011 tot 2019 president van de Europese Centrale Bank was, zorg zou gaan dragen voor de besteding van deze gelden. Een van de voorwaarden van de Europese Unie voor de uitkering van de miljarden is namelijk dat Italië economische vernieuwingen doorvoert. De werkloosheid, inflatie en staatsschuld zijn torenhoog. Voor stevige ingrepen is een breed draagvlak nodig.
In Italië en binnen de EU zagen veel waarnemers de 74-jarige Draghi als een stabiele factor en een baken van rust. Maar de laatste weken stapelden de frustraties in de coalitie van nationale eenheid zich op. Uiteindelijk konden de regeringspartijen het niet eens worden over een steunpakket dat compensatie regelt voor de hoge energieprijzen en de hoge inflatie. Dat enkele populistische regeringspartijen wegbleven bij stemmingen over het pakket ervaarde Draghi terecht als een vertrouwensbreuk.
Het laat zien dat populistische partijen op cruciale momenten niet bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen. Om steun van de bevolking te houden en verwerven, willen ze vaak wel geld uitgeven, maar geen geld besparen.
Door de regeringscrisis gaat Italië de komende jaren niet verder met de noodzakelijke hervormingen. Eerst komen er nieuwe verkiezingen in september. De verwachting is dat Fratelli d’Italia verkiezingswinst boekt en een rechtse regering gaat vormen. Na de relatieve rust van het afgelopen jaar, dreigt de politieke chaos in Italië terug te keren.
De politieke crisis in Italië heeft ook gevolgen voor andere Europese landen. De financiële markten reageerden heftig op het vertrek van Draghi. De Italiaanse beurs zakte en de rente op Italiaanse staatsleningen steeg. Het is niet ondenkbaar dat de Europese Centrale Bank het Zuid-Europese land op termijn opnieuw te hulp moet schieten. Maar daar is geen draagvlak voor als er machthebbers in Italië komen die geen moeite doen om de economie te hervormen. Dan komt een nieuwe eurocrisis ineens heel dichtbij. En dat is slecht nieuws.