De agenten die vorig jaar in Leeuwarden gericht op een man met een nepvuurwapen schoten, worden daarvoor niet vervolgd. Dit meldt het Openbaar Ministerie donderdag. De man raakte gewond, hij werd door een kogel in zijn bil getroffen.
Het incident gebeurde op 2 augustus. Er kwamen diverse meldingen bij de politie dat er iemand met een wapen op het toilet van een snackbar zat. Toen de politie ter plaatse kwam, vluchtte de man naar buiten een woonwijk in. De politie loste meerdere waarschuwingsschoten. Omdat de man zich omdraaide en met het wapen op de politie richtte, is gericht geschoten. Toen de man vervolgens weer wegrende, is nogmaals gericht geschoten.
De Rijksrecherche heeft onderzoek naar het schietincident gedaan, dat is gebruikelijk als agenten hun vuurwapen gebruiken. Het nepwapen was niet van een echt wapen te onderscheiden, aldus de Rijksrecherche. „Dat de politiemensen dachten dat het om een echt vuurwapen ging en in de veronderstelling verkeerden dat er daadwerkelijk op hen en de collega’s werd geschoten, was gelet op alle omstandigheden begrijpelijk en dus verontschuldigbaar.”
Het was daarom „conform de regels” dat er gericht op de man is geschoten, aldus de conclusie van het onderzoek.