Kerk & religieOnze Vader

Eline de Boo bidt „Uw Koninkrijk kome” als er daklozen op haar stoep liggen

Als de bede ”Uw Koninkrijk kome” ergens zeggingskracht krijgt, dan is het op de stoep van Eline de Boo in Chicago, de plek waar door alcohol benevelde daklozen hun roes plegen uit te slapen. De bede troost haar, zegt de schrijver en teammanager bij de IZB. Maar dat niet alleen. Ze komt er ook van in beweging.

beeld RD
beeld RD

Enige verwarring bij het afspreken van het interview. Eline de Boo blijkt niet op het IZB-kantoor in Amersfoort te werken, maar vanuit huis in de Verenigde Staten, waar ze sinds enige tijd met haar gezin woont. Een gesprek op locatie zit er dus niet in, maar de voormalige zendingswerker weet niet beter of ze teamst met collega’s en familieleden. Ze is juist weer terug in de miljoenenstad na een bezoek aan Nederland. Zo’n vier keer per jaar vliegt ze voor haar werk naar Nederland. De rest van de tijd werkt ze op afstand.

Er is een tijdsverschil van zeven uur. Dat betekent vroeg uit bed gaan, zodat haar ochtendprogramma samenvalt met het middagprogramma van haar IZB-collega’s. Als om vijf uur ’s morgens de wekker gaat, helpt ze eerst haar drie nog thuiswonende dochters de deur uit. Daarna haakt ze aan bij collega’s die na de Nederlandse lunchtijd weer aan het werk gaan.

18444469.JPG
Eline de Boo. Beeld RD, Andre Dorst

Het Onze Vader roept om verschillende redenen warme gevoelens op bij De Boo. „Dit gebed is alleen al waardevol en model voor ons persoonlijke gebed omdat Jezus het ons aanreikt. Daarmee moet je het serieus nemen, zelfs al zou je er verder weinig mee doen.”

Daarbij voert het gebed haar terug naar haar ouderlijk huis, waar haar vader altijd hardop bad en nog steeds bidt voorafgaand aan elke maaltijd. „Altijd met dezelfde intonatie, bijna als een gezang.” Deze traditie zorgt ervoor dat de van oorsprong Zeeuwse De Boo het Onze Vader met zich mee blijft dragen, ook toen ze met haar gezin in Japan woonde, en nu in de Verenigde Staten.

„Voor mij is het niet zomaar een standaardgebed. Ik heb ontdekt hoe rijk de inhoud eigenlijk is. In mijn persoonlijk leven en door het schrijven van Bijbelstudies. Soms, als ik met mijn hoofd, hart of in de praktijk met iets bezig ben, raakt een bede mij ineens.”

Wanneer gebeurt dat?

„Ik woon in een grote stad waar de gebrokenheid je toeschreeuwt zo gauw je een stap buiten de deur zet. Op onze stoep liggen daklozen die in de war of onder invloed zijn, hopeloos hun roes uit te slapen. Dan roep ik het bijna uit: Och Heere, hoe zit het nou? In die omstandigheden gaat er troost uit van het ”Uw Koninkrijk kome”. Op een dag zal er wél gerechtigheid zijn. Het gebed heeft dus met de werkelijkheid van alledag te maken. Als ik het even niet weet, als het me niet lukt om gebeurtenissen onder woorden te brengen, dan geeft Jezus mij woorden in de mond.”

Wat is uw eerste gedachte bij deze bede?

„De komst van het Koninkrijk is niet alleen toekomstmuziek. Voor mij is deze bede sterk verbonden met gerechtigheid die nu zo ver te zoeken is in het leven. Ik kom uit een kuyperiaans nest, gereformeerd synodaal, een richting die bekendstaat om haar activisme. Dat past wel een beetje bij mij. Ik kan onrustig worden van gebrokenheid. Ook Jezus werd daar onrustig van, wat Hem aanspoorde om de Bergrede te houden. Hij moedigde mensen aan om dingen recht te zetten. Met God, maar ook met hun naaste.”

U komt in actie als het over het Koninkrijk gaat?

„Allereerst denk ik aan een hoopvol perspectief, wat alleen mogelijk is doordat Jezus redding brengt. Deze geestelijke werkelijkheid stemt tot dankbaarheid, hoop en optimisme. Maar vervolgens, zo lees ik in de Bijbel, vraagt dit perspectief om actie. In die volgorde. Daarmee ga je van de toekomst naar het heden.

Activisme roept al snel kritiek op. Het is een lelijk woord geworden. Ik geloof óók niet in maakbaarheid, helemaal niet. De werkelijkheid is te ingewikkeld om naar je hand te zetten. Maar dat betekent niet dat we als christenen geen impact kunnen hebben. Er wordt wel iets van ons gevraagd.”

Wat is het Koninkrijk van God eigenlijk?

„Dat is moeilijk te definiëren. De Koning is gekomen, Hij is de Heer van mijn leven en van (dat van) vele anderen, maar we zijn er nog niet. We wachten op Zijn wederkomst, als alles definitief onder Zijn heerschappij zal komen. Theologisch gezien zitten we in een tussenperiode. Already but not yet, zeggen we hier. Ja, het Koninkrijk is er, maar nog niet in volmaaktheid. We zien er slechts glimpjes van.”

Welke, bijvoorbeeld?

„Eigenlijk elk moment dat je iets van schoonheid ziet in een gebroken omgeving. Ik woon te midden van asfalt en beton, in een wolkenkrabber in het centrum van een van de drukste steden van Amerika. Maar soms bespeur je ineens een bloem, iets groens. Ik kan iets van het Koninkrijk zien in een ontmoeting of goed gesprek in de soepkeuken waar ik vrijwilligerswerk doe.

Onlangs vroeg ik een ernstig kijkende vrijwilliger hoe het met haar ging. Bleek dat ze een Bijbelapp had gedownload om de nonnen die onze gaarkeuken runnen beter te kunnen begrijpen. Ze snapte echter niks van de Bijbeltekst die dag, een tekst uit Romeinen 12. Dat je dan even gaat zitten voor een gesprekje, er even voor iemand kunt zijn, is een glimp van het Koninkrijk. Een vooruitwijzing naar hoe het zal zijn. Ik heb die glimpjes nodig om hoop te houden.”

Waarom bidden wij om het komend Koninkrijk?

„”Uw Koninkrijk kome” is om te beginnen een geloofsbelijdenis. Het zegt iets over Gods bedoeling met Zijn schepping. Daarnaast klinkt er verlangen in door. Dat verlangen moet aangewakkerd blijven. Als iets moeilijk voor te stellen is, kan het helpen als je het hardop uitspreekt. Jezus heeft het Koninkrijk gevestigd. Daarvoor was Hij op aarde en leed Hij. Hij wil dat wij toeleven naar die hoopvolle toekomst.”

Verlangen naar het Koninkrijk is soms ver weg.

„Precies, dat grote perspectief kunnen we zomaar vergeten. Terwijl het zo veel breder is dan ons eigen leventje met alles wat ons daarin opslokt. Gods perspectief drijft je ertoe je leven in dienst te stellen van Zijn doel. In je eigen gezin, waarvoor je wellicht niet genoeg oog had. Of misschien was je juist zo met je eigen gezin en werk bezig dat je uit het oog verloor waar je verder nog kon dienen. Een telefoontje of bemoedigend woord kan al zo veel betekenen.”

Wordt het Koninkrijk van God bedreigd?

„Het Koninkrijk komt, dat is een zekerheid. Ja, er is veel aan de hand. In ons eigen hart, in onze omgeving. De wereld barst uit zijn voegen van de gebrokenheid. Maar dat zijn geen bedreigingen voor het Koninkrijk. Ik hoop dat het aanmoedigingen zijn om te werken aan het Koninkrijk, al is dat niet de goede uitdrukking, omdat het in Gods handen is. Wat ik bedoel, is wat Tim Keller zegt: Als je leeft met de komst van het Koninkrijk, vorm je een tegencultuur.”

Hoe ziet die tegencultuur eruit?

„De christelijke gemeente is als het ware een proefversie van het Koninkrijk van God. Zij laat de wereld zien –weliswaar aarzelend en met vallen en opstaan– hoe anders het eraan toegaat in het Koninkrijk. Op die manier kan het Koninkrijk gestalte krijgen in je gezin, op je werk, in de omgang met mensen en de rest van de schepping. De zonde tast veel aan. Fysiek, psychisch, sociaal. Maar hoe werkt het als Jezus je leven regeert? Niet dat een christen het beter doet dan anderen. Een christen weet dat het Koninkrijk komt, dat is het verschil. Daarom ga ik in Chicago als enige blanke naar een zwarte supermarkt. Soms word ik voor blanke trut uitgescholden, maar ik voer ook onverwachte gesprekken. God bless you, voegt iemand me dan toe. Prachtig.”

Bent u als zendingswerker in Japan en door uw reizen anders gaan kijken naar het Koninkrijk?

„Zeker, want als je wereld groter wordt, zie je meer van wat je eigen beperkte leven overstijgt. Ik ben een blanke mevrouw wier wieg op de goede plek stond en met genoeg vinkjes op mijn lijstje om een geslaagd leven te kunnen leiden. Wereldwijd staan mensen voor hete vuren. In Japan is dat de prestatiecultuur, in de Verenigde Staten vechten mensen tegen armoede en racisme. In Nederland relativeren we de tegenkrachten weg. Het kan soms overweldigend duister zijn, daar waar mensen kapotmaken en kapotgaan. Dan brult de donkerheid en kan ik alleen nog maar „Kom Jezus, kom” roepen omdat ik ook niet weet wat eraan te doen is.

Maar ik zie ook hoe God mensen gebruikt om iets van Christus te reflecteren. Waar het duister is, daagt het Koninkrijk. Dat wakkert mijn hoop aan en spoort mij aan het verschil te maken.”

Gesprekken rond elke bede van het gebed dat Jezus Zijn kerk leerde te bidden. Volgende week donderdag deel 4: Gods wil.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer